New Wavegroep Lavvi Ebbel brengt na 30 jaar reüniealbum uit

Tom Peeters
© Brussel Deze Week
12/03/2014

In de Luna Barn studio spelen zeven vijftigers en één zestiger nihilistische new wave en nerveuze funkpunkgrooves die je van bij de eerste noot meteen naar het begin van de jaren 1980 katapulteren. La vie was helemaal niet zo belle in de crisisjaren, maar op de golven van de punkbeweging kon je met weinig kunde en veel energie wel iets in beweging zetten dat tot vandaag blijft nazinderen.

D e sfeer is gemoedelijk wanneer de acht overgebleven bandleden van het sinds eind vorig jaar heropgerichte Lavvi Ebbel één na één binnendruppelen in de knusse studio van een andere Belpopveteraan, voormalig Betty Goes Green-frontman Luc Crabbe. En toch klinkt de muziek strakker dan ooit. Het kost roerganger Luckas Vander Taelen, in een ander leven politicus, opvallend weinig moeite om de motor te oliën van het gezelschap dat tussen 1977 en 1983 een dikke tweehonderd keer optrad in België en Nederland, inclusief tournees met TC Matic en Luna Twist. “En dat terwijl het voor sommige bandleden écht dertig jaar geleden was dat ze elkaar gezien hadden!”

Niet iedereen was meteen overtuigd toen het Aalsterse CC De Werf met het reünievoorstel op de proppen kwam. “Ik dacht dat ik het niet meer zou kunnen,” zegt pianiste Bea Van Ransbeeck. “Die synthesizer stond al jaren op zolder. Maar de sfeer is zelfs beter dan vroeger. Misschien omdat we niets te verliezen en te bewijzen hebben?” Slapeloze nachten heeft hij er over gehad, zal haar echtgenoot, drummer Eric de Wit, even later toegeven. “Ook ik dacht eerst: dat is maar nostalgie.”

“Maar we voelden meteen de chemie van vroeger,” zegt backing vocalise Kristien D’Haeger, met haar 52 de junior van het gezelschap. “De eerste repetities waren met heel weinig mensen,” zegt Kloot Per W, die als bassist de overleden Francis Gheys kwam vervangen, “maar elke keer kwam er wel een extra muzikant bij, en zo hoorde ik alles druppelsgewijs op zijn plaats vallen.”

“Toen we elkaar terugzagen, was het precies alsof de tijd had stilgestaan,” zegt Vander Taelen. “Een rockgroep is iets raars. Dat zijn geen vrienden of mensen die samen op vakantie gaan, maar als ze samen spelen kan het wel magie zijn. Als ik na dat ene reünie-optreden het gevoel zou gekregen hebben dat het slabakte, dan waren we er opnieuw mee gekapt. Maar het slabakte niet.” En zo komt het dat de band met enkele nieuwe concerten in het vooruitzicht weer aan het repeteren is. Deze week verschijnt er zelfs een dubbelalbum, waarop oude studiotracks en VPRO-opnames naast recent livemateriaal en een nieuwe Buscemi-remix van hun bekendste nummer Victoria staan.

De VUB-connectie
Lavvi Ebbel was van oorsprong een Aalsterse band, maar omdat een aantal bandleden studiegenoten werden aan de VUB, kwamen er veel Brusselse impulsen. “Tijdens mijn studies Geschiedenis leerde ik Eric (Sleichim) kennen die Rechten studeerde, maar ook saxofonist was,” herinnert Vander Taelen zich. “Hij wist dat Jan (Weuts), die ook Geschiedenis volgde, bugel en trompet speelde. Ze werden al snel ons blazersduo, en zouden later ook nog voor Allez Allez spelen.” Sleichim zou trouwens als enige van de originele bezetting een professionele muziekcarrière uitbouwen. Vorig jaar speelde hij nog mee, maar als artistiek leider van Bl!ndman is zijn agenda te vol om zich nog verder te engageren.

Wijlen Francis Gheys, de neef van Vander Taelen, werkte op de VUB, toen een broeinest voor rock- en punkbands. “Het Kultuurkaffee bestond nog niet, maar in een feestzaal vonden regelmatig optredens plaats. Kloot speelde in die tijd bij The Employees, een echte VUB-groep.” En hij was toen al een fan, zo blijkt. “Eigenlijk had ik een beetje schrik van Lavvi Ebbel. Ze klonken zo serieus. Daarmee vergeleken waren The Employees om te lachen.”

De eerste single Give Me A Gun — met de gitzwarte openingszin ‘It’s 1981, and the world is getting worse every day’ — werd nog in eigen beheer uitgebracht, maar voor Albü Meth (1982), een mini-album met ook Victoria en Le Cafard, trok de band met Jean-Marie Aerts naar de ICP-studio. De elpee Kiss Me Kate (1983) verscheen via het ondertussen opgedoekte Brusselse label Les Disques du Crépuscule.

Ook Crêpe flambée eten bij Chez Maxim’s in Parijs met de eerder genoemde Victoria, toen nog ‘young, rich and beautiful’, zit er niet meer in, horen we van de dames. Ze is inmiddels overleden. Maar dat weerhoudt hen er niet van begeesterd ‘Oh, you drive me crazy!’ te zingen. Terwijl Vander Taelen nerveuze beenbewegingen maakt en zijn arm in de lucht zwaait denken we aan wat gitarist Chris Van Ransbeeck ons eerder zei: “Knip Cas weg en Lavvi Ebbel bestaat niet. Hij werd knettergek op een podium… en nu nog altijd.”

De hete punkjaren
“En toch ben ik nooit een goede zanger geweest, maar dat hoefde niet,” zegt de frontman, die tussen de korte noten afwisselend laconiek en gejaagd klinkt. “We waren een punkgroep. Precies omdat ook de andere leden de voorbije dertig jaar iets anders gedaan hebben, kunnen we nu allemaal terugvallen op die punkattitude.” Eric de Wit léérde drummen bij Lavvi Ebbel. “Het waren de hete jaren van de punk. Het maakte niet uit dat ik geen ervaring had, als het maar rap was.”

De sfeer en de beleving was toen helemaal anders, beaamt Kloot Per W. “Nu wil iedereen dat alles mega, ondersteund en professioneel is. Toen was het net omgekeerd. Het moest kapot zijn. Groepen speelden veel, maar ongecontroleerd, anarchistischer. Het waren wilde carrières zonder dat daar ooit voor gestudeerd was. Buiten het feit dat het ook met versterkers, gitaren en drums is kan je een band als Lavvi Ebbel eigenlijk niet vergelijken met andere groepen zoals The Scabs, want ze hebben nooit bigger than life willen zijn. Nummers ontstonden spontaan tijdens het improviseren. Dat hield het spontaan.”

In de studio staat iedereen intussen scherp. ‘I need nobody, I don’t need nobody at all,’ klinkt het tijdens Social Life, existentialistische new wave op een reggaebeat. “Moeten we hier nu geen rap over social media tussenstoppen?”, merkt iemand schrander op. Als even later Kloot Per W, die het ABC van de rocker beheerst en zijn zwarte leren jas dus aanhoudt tijdens de repetities, nog aan het bellen is terwijl de anderen al klaarstaan voor een volgend nummer, vraagt iemand: “En Kloot, Coldplay aan de lijn?” Een belegen muzikantengrap, die al even snedig gecounterd wordt: “Nee, de studio-eigenaar. Hij heeft voor het eerst in 15 jaar klachten gehad van de buren. Of we wat stiller kunnen spelen, vooral de bassist.”

Vlak voor Out Of The Blue, werpt Vander Taelen ons nog toe: “Het b-kantje van onze eerste single, in dertig jaar niet gespeeld!” We horen rudimentaire spacefunk, gekoppeld aan de uitzichtloosheid van een tijdperk, net als in het beklemmende No Place To Go. “Die punkenergie van onze beginjaren doet me meer dan ons latere werk, toen we beter konden spelen.”

Na de split in 1983 ging de kern uit Aalst nog even door met een nieuwe band zonder de ambitieuzere Vander Taelen, die bassist en blazers had meegenomen naar La Cosa Nostra, maar al gauw besefte ook hij dat een muzikantenbestaan synoniem stond voor zwarte sneeuw en ging hij elders carrière maken.

Het grootste compliment bij de reünie kregen de bandleden van hun kinderen, die de groep alleen kenden van in de platenbak van hun ouders. “Ze vonden het helemaal niet gedateerd,” klinken gitarist en drummer gemeend fier. “Een carrièreplan is er nog altijd niet, maar we sluiten niet uit dat bijeenkomsten als deze de creativiteit doen opborrelen en we nieuwe nummers gaan maken.”
Tom Peeters

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni