| Tine Van Aerschot: "Corona zou ons kunnen leren meer divers te denken. Alleen worden we door politiek en media toch gestuurd naar een polariserende taal."

Interview

Theatermaker Tine Van Aerschot: 'Vandaag kan iedereen voor god spelen'

Michaël Bellon
© BRUZZ
20/01/2022

Wat hebben de kerk, politieke demagogen en machtige betweters met elkaar gemeen? Ze bedienen zich vaak van een dwingend denken en spreken dat geen andere stemmen naast zich duldt. Tine Van Aerschot daagt die totalitaire tendens uit via een eredienst/manifestatie/tupperwareavond.

Tine Van Aerschot is van vele markten thuis. Ze heeft een achtergrond in beeldende kunst en computergrafiek, is gastdocente aan het Conservatorium Antwerpen en LUCA Campus Leuven/Lemmens, en begon in 1987 in verschillende hoedanigheden voor het theater te werken. Bij kunstencentrum STUK in Leuven was ze in 1991 productiemedewerker bij het debuut Disfigure study van de Amerikaanse choreografe Meg Stuart, die ze in New York had ontdekt. Ze werkte vervolgens onder meer ook als grafisch vormgever van Stuarts gezelschap Damaged Goods, dramaturg voor de Belgische choreografe Christine De Smedt, fotograaf voor Davis Freeman, en scenograaf voor Sara Chase, voor ze in 2002 eigen theaterwerk begon te maken. We are not afraid of the dark (2012), When in doubt, duck (2015) en Het betreft liefde (2018) waren haar recentste podiumwerken.

Ondertussen heeft haar bedachtzame aanpak een nieuw project voortgebracht. Een drieluik zelfs, waarvan De gemiddelde God het eerste deel is.

Tine Van Aerschot: “De gemiddelde God is een stuk over demagogie, polarisatie, en vooral over (pseudo)waarheidsgericht denken en spreken dat voortkomt uit machtsposities. Stap twee in het drieluik wordt een reeks evenementen in de publieke ruimte: workshops en kleine acties die dat autoritaire spreken counteren. Door naar stemmen te zoeken die je normaal gezien niet hoort, doet de omgekeerde beweging zich voor: namelijk dat niet één stem zich tot velen richt, maar vele stemmen door iedereen kunnen worden gehoord. Een horizontale in plaats van een verticale manier van communiceren. Tot slot volgt als slothappening nog een soort pamflettenkermis.”

Waar kwam de inspiratie deze keer vandaan?
Tine Van Aerschot: Bij het maken van de vorige voorstelling (Het betreft liefde, red.) ontdekte ik hoe erg mijn afkeer en haat tegenover de katholieke kerk was. Zo erg dat ik zin kreeg om te slaan. Dat was vreemd, want eigenlijk heb ik geen enkel probleem met mensen die gelovig zijn. Iedereen doet daarmee wat hij wil. Ik wilde dus weten waarom ik voelde wat ik voelde, wat het was dat mij zo boos maakt. Er zijn natuurlijk de voor de hand liggende conflicten, zoals de visie van de kerk op homoseksualiteit en mijn eigen homoseksualiteit. Maar ik ontdekte dat het ruimer lag, en dat de belangrijkste oorzaak van mijn haat te zoeken is bij het geïnstitutionaliseerde spreken van de kerk en mijn afkeer van alles wat demagogisch, polariserend en dogmatisch zwart-witdenken is.

Dat dogmatische denken en geïnstitutionaliseerde spreken kan je ook elders ontwaren, bijvoorbeeld in mainstreammedia of politiek.
Van Aerschot: Zeker. De 'gemiddelde God' uit de titel staat voor al die al dan niet door zichzelf uitgeroepen goden die weinig of niets te vertellen hebben. Ik ben voor corona aan dit project begonnen, maar ook toen liep het in onze wereld natuurlijk al angstwekkend dik aan demagogische figuren. Ook de macht van de wetenschap is zo sterk dat je online al CRISPR-pakketten kan kopen om je eigen genen te manipuleren en zo dus bijna letterlijk zelf voor god te spelen.

Een tekst kan in een paar zinnen populistisch worden, zonder dat er iets in staat dat niet waar lijkt of aanstootgevend is. Heel bizar en moeilijk te counteren

Tine Van Aerschot

Je had dus snel genoeg materiaal voor een stuk?
Van Aerschot: Als een onderwerp me zo bezighoudt, ga ik eerst op zoek naar informatie en literatuur en uiteindelijk begon zich door dat onderzoek een stuk af te tekenen. Vervolgens had ik heel veel geluk dat de drie actrices wilden meewerken. Voor mij was het evident om Lois Lumonga Brochez te vragen omdat zij in mijn vorige voorstelling meegespeeld heeft en sowieso bezig is met de wereld, politiek, diversiteit en meerstemmigheid. Hetzelfde geldt voor Aurelie Di Marino, die dat misschien nog op een activistischere manier invult, terwijl Mira Bryssinck daarbij ook nog bezig is met een stem en kansen geven aan mensen met een beperking. Het zijn alle drie fantastische acteurs die in het stuk zo letterlijk als het kan God, de Duivel en het Woord gestalte zullen geven, ook al lopen die rollen soms door elkaar.
Er is een tekst, of eerder een geheel van fragmenten, maar uiteindelijk zijn al mijn voorstellingen een mengvorm van literaire teksten en performance. Ik werk weinig met echte dialogen, dat wordt snel eenduidig en biedt weinig ruimte voor interpretatie. Het is interessanter om associatief te werken, de toon vaak te veranderen en de improvisatiegraad te verhogen.

We lezen dat De gemiddelde God een kruising wordt tussen een eredienst, een politieke manifestatie en een tupperwareavond.
Van Aerschot: Die aanpak is dan weer nieuw voor mij. (Lacht) Het wordt om te beginnen een voorstelling die niet 'af' is. Eigenlijk kom je als publiek kijken naar de repetitie vóór de generale repetitie. Het publiek is altijd testpubliek, en de individuele toeschouwers zijn ofwel zelf acteur ofwel figurant. Je mag dat tijdens de voorstelling ook altijd zelf veranderen: je doet mee of je doet niet mee, maar zelfs als je niet meedoet ben je niet gewoon toeschouwer, maar altijd figurant in de repetitie.
Dat het een repetitie is, is belangrijk. Omdat we de dingen die we de toeschouwers willen laten zeggen nooit 'in het echt' zouden durven te laten zeggen. En een echte voorstelling ligt te dicht bij 'in het echt'. Je krijgt in het begin van de performance dus een korte uitleg over wat je mag en niet mag doen, en je krijgt een rol die je wel of niet mag opnemen. In die zin lijkt het op een kerkdienst of politieke rally, waarin je kan scanderen of meedoen aan een vraag-antwoord met het publiek.

Dwingend, monolithisch denken en spreken kan ook een ontsporing zijn van wat op zich wel waarde had of heeft. Terwijl wie anders denkt of een andere stem laat horen zich ook kan bezondigen aan antiwetenschap of antipolitiek.
Van Aerschot: Een goedbedoelde tekst kan in een paar zinnen puur populistisch worden, zonder dat in die zinnen iets staat dat niet waar lijkt of aanstootgevend is. Het is heel bizar hoe dat werkt, en heel moeilijk om zo'n tekst om te keren of te counteren als hij misbruikt wordt. Hopelijk kunnen we zo tonen hoe die val in elkaar zit: meestal is er in zo'n denken of spreken iets heel belangrijks afwezig, en wordt er níét in gesproken over iets cruciaals, dat je ook bijna niet kan binnenbrengen in het gesprek. Daar ligt dan het belang van onze eigen verantwoordelijkheid om toch tot meerstemmigheid te komen.

1783 gemiddeldegod4

| Actrices Lois Lumonga Brochez, Aurelie Di Marino en Mira Bryssinck.

Ook al gaat de voorstelling er niet over: het is moeilijk om niet te denken aan corona. Installeerde corona eng dogmatisch denken, een hopeloze kakofonie, of hebben we misschien toch een beetje geleerd om 'de waarheid' voortdurend te herevalueren?
Van Aerschot: Corona zou ons kunnen leren meer divers te denken. Alleen worden we door politiek en media toch gestuurd naar een polariserende taal. Je wordt constant tegen elkaar opgezet: kunst of horeca, winkels of scholen, noem maar op. Die polarisatie maakt het mogelijk om niet na te denken over het echte probleem, namelijk de oorzaak van de pandemie. Want een virus is niet hetzelfde als een pandemie. De oorzaak van de pandemie is, volgens mij, het ongebreidelde kapitalisme dat het virus verspreidt. Dat heeft niet rechtstreeks met de voorstelling te maken, maar geeft wel aan dat als je niet toelaat om een systeem echt te bevragen, je ook niet aan mogelijke pistes van oplossingen komt.

Met wat voor gevoel zullen de stil of luid participerende toeschouwers weer naar buiten gaan, denk je?
Van Aerschot: Hopelijk met het idee dat ze iets hebben meegemaakt dat blijft hangen. Moraliseren gaan we niet doen. Claire Marshall van het Britse gezelschap Forced Entertainment vatte ooit heel goed samen wat ook ik belangrijk vind in mijn werk: in een voorstelling kan nooit genoeg humor en nooit genoeg dood zitten.
Er zitten lugubere fragmenten in De gemiddelde God, maar ook onnozelheid, speelsheid en muziek – of toch geluiden. (Lacht) Ze geeft af en toe een stomp in de maag, maar is dus evengoed gewoon een tupperwareavond: een samenkomst van mensen. Dat we zo weinig kunnen samenkomen tijdens corona, wijst ons op het belang om je als mensen gelijkgestemd te kunnen voelen, terwijl ieder toch als individu het zijne kan blijven denken of zeggen.

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni