Dansaertstraat: designerstraat hunkert naar jong bloed

Bettina Hubo
© BRUZZ
18/04/2017

De Dansaertstraat heeft het steeds moeilijker om haar reputatie als designerstraat hoog te houden. Heel wat ontwerpers zijn in de loop der jaren vertrokken uit de buurt. De survivors vechten voor hun voortbestaan. Kan de opening van het MAD, het mode- en designcentrum, het tij keren?

De Dansaertstraat was niet altijd hip en trendy. In de jaren tachtig was het nog een arme, grauwe straat. Tot eerst Jenny Meirens naar de buurt kwam met Japanse designerlabels en vervolgens Sonja Noël er haar winkel Stijl opende, met jonge Belgische mode.

Hun aanwezigheid lokte ontwerpers naar de wijk. “Op een gegeven moment waren hier wel twintig Belgische ontwerpers actief,” vertelt Noël.

Ondertussen zijn vele van hen uit de buurt verdwenen. Mademoiselle Jean, Mieke Cosyn, Azniv Afsar, Nicolas Woit, Le Fabuleux Marcel, Christa Reniers, Christophe Coppens, Johanne Riss en recentelijk nog Marianne Timperman en Maureen Declerck. “Sommigen zijn gewoon gestopt, anderen zijn van huis uit gaan werken of naar een andere buurt verhuisd,” zegt Linda Van Waesberge, mode- en Dansaertkenner.

Tegenwoordig heb je in het eerste deel van de Dansaertstraat, het stuk tussen de Ortsstraat en de Oude Graanmarkt, geen enkele ontwerper meer en nog slechts twee, drie onafhankelijke winkels. De rest zijn – meestal Franse – ketens. Van Waesberge: “De Dansaertwijk is zo’n gehypete buurt. Logisch dat daar ketens op afkomen.”

Sommige ketens zijn ook alweer weg. Na Diesel hield Replay het enige tijd geleden voor bekeken. In de plaats zou daar nu Scotch & Soda komen, een Nederlandse merk. Ook het Franse Zadig & Voltaire sloot onlangs de deuren.
Opvallend is de opmars van de horeca in dit stukje straat. De nieuwe Franse gerant van hotel Pacific wil de bar-ontbijtruimte omvormen tot een echt Parijs café, met een toog aan de straat. En twee huizen verderop, waar vroeger kleermaker Orlans zat, gaat in september een ginbar open.
Ook achteraan in de Dansaertstraat, richting kanaal, blijven geen modeontwerpers meer over. De laatste, Aleksandra Paszkowska van Y-dress, verkoopt momenteel uit omdat ze naar de Vlaamsesteenweg verhuist.

Sterkhouders
Het middendeel dan, tussen de Oude en Nieuwe Graanmarkt. Daar zitten nog enkele sterkhouders: Stijl en Hatshoe, de pionier van de designerschoenen, alsook de doorgewinterde ontwerpsters Annemie Verbeke, Carine Gilson en Sabeth en het brillenmerk Theo.

Maar ook dit deel staat onder druk van de ketens. Het prachtige pand dat Annemie Verbeke achttien jaar lang huurde, is verkocht en Verbeke moet weg. Een grote Franse optiekketen zou haar plaats innemen.

Voorts is het afwachten wie het pand op de hoek zal betrekken waar tot voor kort Marc Jacobs in zat. Het wordt nu gebruikt door tijdelijke pop-upstores. Deze winter verkocht Lidl er gedurende enkele dagen skikleding.

En dan is er opnieuw de affaire-Cos. Twee jaar geleden vroeg eigenaar-promotor Hibert een bouwvergunning om het pand in de Dansaertstraat waarin het restaurantje Au Fond gevestigd was te mogen verbinden met de grote winkelruimte van feestjurkenontwerpster Johanne Riss op de Nieuwe Graanmarkt. Beide ondernemers werden uitgezet. Bedoeling van Hibert was immers om één grote winkel te maken voor het Zweedse merk Cos. Onder leiding van Sonja Noël zette de buurt een grote No-Cosactie op touw. De stad Brussel en later ook het gewest weigerden vervolgens de bouwvergunning.

Maar de eigenaar heeft ondertussen een aangepaste bouwvergunning ingediend. Sonja Noël volhardt in haar verzet. “Ik blijf opkomen voor de onafhankelijke winkels en ontwerpers. Als de twee panden verbonden mogen worden, dan komt er plek voor een grote ketenwinkel. Zo schep je een precedent. Er zijn hier al genoeg kleine winkels van ketens. Ze jagen de huren de hoogte in. De huurprijs van een pand stijgt dan meteen van bijvoorbeeld 1.500 naar 5.000 euro. Als die keten weer vertrekt, zakt de huur niet. Voor een jonge ontwerper is het niet meer te betalen. Het is dus onomkeerbaar.” Ze hoopt dan ook dat de stad op haar standpunt blijft. “Tegen een privéverhuurder die aan een keten verhuurt, kan de stad niets beginnen. Hier kan ze wel ingrijpen. Niemand heeft behoefte aan een tweede Nieuwstraat.”

Toch hangen er deze keer geen anti-Cosposters in de straat. De vorige actie lokte immers ook negatieve reacties uit. Alsof de handelaars zelf wilden bepalen wie wel en wie niet welkom was in de Dansaertstraat. Bovendien is er nu verdeeldheid. Er zijn ook handelaars in de straat die vinden dat de twee panden lang genoeg hebben leeggestaan en dat Cos mogelijk een nieuw publiek zal aantrekken.

Niet jammeren

Dansaertstraat 011 BRUZZ 1566
Daarom tekent de handelaarsvereniging Downtown Dansaert geen formeel protest aan. “Sowieso heeft het comité zich na de aanslagen voorgenomen om te stoppen met jammeren over alles wat tegenzit en het positieve van de buurt te benadrukken,” zegt Carine Lauwers. “De Dansaertwijk is een gemengde buurt geworden, er zijn nu ook veel artisanale ondernemers, van bakkers en slagers tot stoffeerders. Die mix is goed, maar er zijn te weinig jonge, vernieuwende ontwerpers. We hebben met het comité geprobeerd om in het achterste deel van de Dansaertstraat meer atelier-boetieks te krijgen, maar dat is niet gelukt.” Zelf ontwierp Lauwers jarenlang collecties die bij Stijl verkocht werden, vervolgens had ze een eigen zaak in de Sleutelstraat waar ze vooral bruidsjurken maakte. Nu naait ze maatjurken uitgaande van één basispatroon en deelt ze een atelier-boetiek in de Vlaamsesteenweg. Zo houdt ze de kosten beperkt.

Ontwerpers naar de Dansaertstraat krijgen, is één ding, ze in de wijk houden een ander. Enkele weken geleden verhuisde Natacha Cadonici, die vijf jaar een winkel had in de Arteveldestraat, naar de Kolenmarkt. Dat heeft volgens haar alles veranderd. “Ik zit hier nu in een aangename voetgangerszone, tussen gelijkgestemden. Ginds was veel verkeer, de straat was vuil en onaangenaam. Ik draai nu in één zaterdag de omzet die ik daar in een maand haalde.” Verhuizen naar de Dansaertstraat, net om de hoek, heeft ze niet overwogen. “Te duur en veel te veel ketens. Er zijn daar nauwelijks nog ontwerpers. Het was ook mijn publiek niet meer, te veel blingbling.”

Annemie Verbeke daarentegen blijft wel verknocht aan de Dansaertwijk. Nu ze weg moet uit haar huurpand, steekt ze binnenkort de straat schuin over. “Waar zou ik anders naartoe moeten? De Zavel, Guldenvlies of Brugmann? Het publiek daar is veel te Franstalig. Mijn belangrijkste cliënteel blijft de Vlaamse vrouw. Bovendien ben ik gehecht aan mijn collega’s hier. De survivors zijn niet talrijk, wij moeten blijven.” Maar ook zij betreurt dat jonge ontwerpers hun plek niet meer vinden in de straat vanwege de hoge huren. “Je moet behoorlijk kapitaalkrachtig zijn om het als jonge ontwerper met een eigen winkel te redden. Je hebt geld nodig voor de productie van de collectie, voor de huur, voor het personeel.”

Politiek
Vraag is of de opening van het MAD een kentering zal kunnen teweegbrengen? Alle handelaars en ontwerpers zijn enthousiast en trots over de opening van het mode- en designcentrum in hun buurt. “Het gebouw is magnifiek en de expo’s en workshops die er zullen plaatsvinden, zullen zeker een nieuwe stroom bezoekers en creatievelingen naar de buurt loodsen,” zeggen ze in koor.

Maar hier en daar klinkt ook een bedenking. Dat het een politiek project is bijvoorbeeld. Het MAD werd opgericht door de stad Brussel en het gewest. Voorzitter is Brussels PS-schepen Philippe Close. “Probleem is dat er te weinig geluisterd wordt naar de sector,” vindt Sonja Noël.

Ook is er verbazing over het feit dat het zo groot geworden is. Het centrum is een fusie van de kleine vzw’s Modo Brussels en Designed in Brussels, maar ondertussen werkt er al twintig man en zijn er forse middelen. “Wij hadden destijds een piepklein budgetje,” zegt Linda Van Waesberge, die vroeger voor Modo werkte. “Onze functie was simpel: de Brusselse ontwerpers steunen. Het MAD heeft een hele waslijst aan opdrachten en ambities, te veel om op te noemen.” Of zoals Annemie Verbeke het badinerend vertolkt. “Straks zijn er hier meer coaches dan stylisten.”

MAD-directrice Alexandra Lambert over ...

HOGE HUREN: "Het zijn niet alleen de hoge huurprijzen en speculatie die ervoor zorgen dat jonge ontwerpers nog moeilijk in de Dansaertstraat terechtkunnne. De fysieke boetiek is een ingewikkeld concept geworden en niet meer vanzelfsprekend. Er zijn andere verkoopsmanieren zoals de webwinkel."

COS: "Ik zou ook liever zien dat Cos zich niet pal tegenover het MAD vestigt en zo mee profiteert van onze aanwezigheid en het imago van de Dansaertstraat. Het merk zou best wat risico mogen nemen en zich bijvoorbeeld aan het kanaal vestigen."

MAD: "Het MAD is geen politiek initiatief. Het is mijn project waarvoor ik steun gezocht heb bij verschillende publieke overheden. Dat was nodig omdat we veel willen doen: promotie, advies aan ondernemers, werkgelegenheid stimuleren, onderzoek. Onze financiering is bijna volledig publiek. Logisch dus dat de privé een minderheid vormt in de raad van bestuur."

MAD Brussels

Het mode- en designcentrum MAD Brussels op de Nieuwe Graanmarkt gaat open op 20 april. Gedurende het feestweekend kan de openingsexpo Occupation: Designer gratis bezocht worden. Ook de handelaren uit de buurt vieren mee. Ze verwelkomen hun nieuwe buur met witte vitrines, foto's van de MAD-werf en eigen initiatieven.

Dansaertstraat 010 BRUZZ 1566

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Economie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni