Analyse

Brussel versteent en snakt naar groen

Sara De Sloover
© BRUZZ
19/02/2020
© Universiteit van Amsterdam/Mendel Giezen | Nieuw en verdwenen groen in Brussel (2003-2016.)

Brussel verloor tussen 2003 en 2016 ruim 14 procent van zijn groen, blijkt uit nooit eerder gepubliceerd onderzoek van de Universiteit van Amsterdam. Op satellietbeelden is duidelijk te zien dat overal in de stad plukjes begroeiing verdwenen zijn, maar door grootscheepse nieuwbouwprojecten ook grote lappen vegetatie verloren zijn gegaan. De hoeveelheid groene ruimte per inwoner kromp sterk. "Politici moeten durven investeren in groen."

Buurtbewoners hadden tevergeefs actie gevoerd op sociale media, een mensenketting rond zijn stam gevormd, één buurvrouw had zich ten einde raad zelfs aan hem vastgeketend. De imposante scheutwilg Gaston, vlak bij Atelier 340 in Jette, was de laatste van zijn soort in de wijk, vertelden ze.

Maar midden augustus vorig jaar moest Gaston toch wijken voor de ondergrondse parking van een appartementsgebouw. Er was een kapvergunning, liet de burgemeester weten. “Deze situatie wordt een beetje ridicuul,” zei hij. “Men spreekt over Gaston alsof het een mens zou zijn, maar het is een boom.”

Gaston is niet de enige boom waarvoor Brusselaars onlangs in de bres sprongen, al was dat meestal een maat voor niets. De voorvechters noemen de bomen telkens de ziel van de wijk. Het groen is gezellig en rustgevend, zeggen ze.

Net zoals bij Gaston laat een dotje groen hier en daar toe dat water de bodem insijpelt, wat weer overstromingen tegengaat. Bomen markeren het landschap en de seizoenen. Ze produceren zuurstof en filteren CO2 en fijnstof uit de lucht – tijdens de hittegolf van afgelopen zomer was de roep op meer ‘natuurlijke airco’s’ niet van de lucht. Groen en water zijn de essentiële onderdelen van de ‘verfrissingseilanden’ die de Brusselse regering in haar regeerakkoord heeft opgenomen.

Na de ongekende recordtemperaturen in 2019 verenigden tientallen wijk- en actiecomités zich in een ‘Comité voor de bomen en de biodiversiteit’, dat een algemeen kapverbod voor drie jaar eist. De Stad Brussel kwam met een Bomenplan, en plant de komende vijf jaar tweeduizend nieuwe bomen aan. Vandaag woensdag vraagt parlementslid Julien Uyttendaele (PS) in de commissie Leefmilieu naar een vergelijkbaar plan op gewestelijk niveau. En toen BRUZZ op nieuwjaarsdag een lijstje met heraangelegde hotspots publiceerde, vroegen onze lezers zich vooral af waarom in de stad zo veel groen verdwenen is.

Maar is dat echt zo? Versteent de stad? Om te weten te komen hoe groen een stad is, kijken stedenbouwkundigen vaak naar de hoeveelheid verharde grond – de ruimte die gebouwen, parkings en wegen innemen zeg maar. In 2006 bestond 47 procent van de Brusselse bodem uit steen en beton, en volgens de laatste beschikbare cijfers is dat inmiddels al 52 procent.

BRussel Versteent Closeries Verrewinkel Ukkel Dolezlaan BRUZZ ACTUA 1696
© Saskia Vanderstichele | Verrewinkel in Ukkel: nieuwe huizen en appartementen nemen de plaats in van groene ruimte.

Infrarood-satellietbeelden

Aan de andere, groene kant van de medaille weet niemand hoeveel bomen en struiken er jaarlijks in Brussel gekapt en geplant worden, alweer een gevolg van de opsplitsing van bevoegdheden. Daarom wil leefmilieuminister Alain Maron (Ecolo) de rekenmethode veranderen.

Voortaan, zegt zijn woordvoerder, zal milieuagentschap Leefmilieu Brussel werken met infrarood-satellietbeelden om de groene ruimtes in Brussel en hun evolutie gade te slaan. “Een veel preciezere methode.”

Zulke haarscherpe satellietbeelden gebruikten drie planologen van de Universiteit van Amsterdam om te berekenen dat tussen 2003 en 2016 de hoeveelheid groen binnen de Amsterdamse Ring met elf procent was geslonken.

Zij wilden de evolutie van het groen ook graag analyseren in een stad van min of meer vergelijkbare grootte en inwoneraantal, maar met een heel ander stedelijk planningsbeleid dan Amsterdam. Zo kwamen ze uit bij Brussel. De wetenschappers wilden kijken of de versnipperde planningscultuur zou leiden tot minder groen, en meer versnipperd groen.

Het wetenschappelijke artikel over de vergelijking tussen beide steden is bijna af, en BRUZZ kon de resultaten inkijken. (Bekijk de kaart met het verdwenen groen hieronder. Het satellietbeeld inladen kan even duren, het artikel gaat verder onder de kaart)

De rode vlakken tonen het verdwenen groen in het Brussels gewest in de periode 2003-2016. De groene vlakken tonen het groen dat er bijkwam in dezelfde periode. Meer gedetailleerd kijken kan door in te zoom op de kaart (+/- linksboven op de kaart.) Vanwege hun beperkte budget gebruikten de planologen satellietbeelden waarop twee kleine zones ontbreken: een stukje van het zuiden van Ukkel, en de Anderlechtse gebieden Neerpede en Vogelenzang. © Mendel Giezen/Universiteit van Amsterdam

“Satellieten nemen ook beelden in het infrarode spectrum,” legt docent duurzame stedelijke ontwikkeling Mendel Giezen (UvA) uit, die samen met Stella Balikçi en Rowan Arundel de beelden analyseerde. “Door te kijken naar de lichtpatronen op die foto’s kun je organisch materiaal heel goed onderscheiden van stenen en verharde materialen. Dat geeft natuurlijk een ander beeld dan de officiële statistieken. Want hiermee kun je ook het groen in tuinen zien, en zelfs kunstgras onderscheiden van echt gras.”

Een valkuil van de techniek is wel dat de beelden een ‘maximale definitie’ van groen geven, zegt Giezen. “Een boomkruin is bijvoorbeeld breder dan zijn stam, en een overgroeid braakliggend bouwterrein is geen kwalitatief groen.”

Rood toont de verdwenen groene ruimte in 2016 het Brussels gewest sinds 2003, groen de nieuwe groene ruimte. © Mendel Giezen/Universiteit van Amsterdam.

Splintergroen

Tussen 2003 en 2016 is in Brussel minstens elf vierkante kilometer aan groen verdwenen, blijkt uit het onderzoek. Dat is 14,4 procent van alle groen in de stad, of het equivalent van bijna 1.600 voetbalvelden. Vanwege hun beperkte budget gebruikten de planologen satellietbeelden waarop twee kleine zones ontbreken: een stukje van het zuiden van Ukkel, en de Anderlechtse gebieden Neerpede en Vogelenzang.

Op de beelden is duidelijk te zien dat overal in Brussel kleine stukjes vegetatie – splintergroen zoals dat dan heet – baan ruimden voor bebouwing. Inwoners die hun tuin betegelden, bouwprojecten in de binnentuinen van huizenblokken, ‘onderhoudsvrij’ kunstgras op sportvelden.

Maar er zijn ook grote lappen groen verloren gegaan door nieuwbouwprojecten op Thurn & Taxis, de ULB-site aan de Pleinlaan, aan het Erasmusziekenhuis in Anderlecht, of het project ‘Greenwood’ bij Gouddal in Sint-Lambrechts- Woluwe. Giezen wijst ook grote projecten in Neder-Over-Heembeek en op de NAVO-site aan.

“Uit onze interviews bleek dat de coördinatie van de stedelijke ontwikkeling tussen Brusselse gemeenten stroef verloopt” 

Mendel Giezen, planoloog Universiteit van Amsterdam

Mendel Giezen, planoloog Universiteit van Amsterdam (UvA)

“In de eerste kroon (gebied tussen de lanen van kleine Ring en de middenring en de spoorlijnen in het westen, komt ruwweg overeen met Anderlecht, Brussel-Stad, Etterbeek, Elsene, Koekelberg, Molenbeek, Schaarbeek, Sint-Gillis en Sint-Joost, red.) verdween veel minder groen dan daarbuiten, ruim een vierkante kilometer tegenover bijna tien vierkante kilometer erbuiten,” zegt Giezen. “Maar omdat het stadscentrum al veel dichter bebouwd was, verliezen de inwoners er procentueel nog meer groen.”

“Ook in Amsterdam is er groen verdwenen, maar in Brussel meer,” concludeerden de Nederlandse planologen. “Dat komt omdat er in Amsterdam een groter groengebied beschermd is, waarin niet gebouwd mag worden."

Brussel is niet alleen minder groen, de vegetatie is ook veel meer versnipperd geraakt in die dertien jaar. "Binnen de eerste kroon is het een heel compacte stad, maar daarbuiten wordt veel minder compact gebouwd dan in Amsterdam, zijn er echte buitenwijken", stelde Giezen vast. "

"Wat daarbij meespeelt, is dat de bouwbewegingen in Amsterdam centraler geregeld worden. Uit onze interviews bleek dat de coördinatie van de stedelijke ontwikkeling tussen Brusselse gemeenten stroef verloopt. Zij beslissen veel zelf, praten weinig met elkaar over de regionale spreiding van woningen of groengebieden.”

20190328_bomenkap_EugeneDemolderlaan
© Bart Vanoppen | De bewoners van de Eugène Demolderlaan in Schaarbeek protesteerden afgelopen voorjaar toen 134 platanen in de straat werden gekapt

Ommekeer in 2001

Sinds de jaren 2000 is de Brusselse bevolking flink beginnen toe te nemen, en als gevolg daarvan hebben investeerders meer en meer nieuwe gebouwen in Brussel neergezet, schetst ecoloog Serge Kempeneers. Hij was tot aan zijn pensioen vorig jaar hoofd van de afdeling Groene Ruimten bij Leefmilieu Brussel, en is een levende encyclopedie over het thema.

“Eind twintigste eeuw werden veel gebieden in Brussel als reservezones aangeduid. Er was nog niet beslist of ze voor bebouwing of natuur moesten dienen. In 2001 keurde de politiek het gewestelijk bestemmingsplan goed, en werden veel van die reservezones bouwgrond.”

“Zo kregen investeerders de kans om bouwprojecten in te dienen. En dan vooral in de tweede kroon, op plekken zoals de Engelandvlakte in Ukkel. Rond de beschermde Natura 2000-zone worden daar sinds een paar jaar honderden verkavelingen bebouwd.

Soms duurde het tien jaar voor er werkelijk werd gebouwd, omdat de ingediende projecten te megalomaan waren: te hoog, te groot, te veel verharde grond. Maar intussen zijn veel van die plekken niet langer groen.”

Bijna vijftien procent minder groene gebieden in Brussel, en tegelijk een forse bevolkingsgroei in diezelfde periode: dat betekent meteen ook een flink pak minder groen per inwoner, wat voor een deel het steeds fellere protest over verdwijnende plantsoenen en omgehakte bomen verklaart.

Als we elke Brusselaar een gelijk deel groen zouden toebedelen, dan kromp dat stuk tussen 2003 en 2016 met bijna een derde: van 77,4 vierkante meter in 2003 tot 55 vierkante meter dertien jaar later. Amsterdammers hebben veel meer groen per inwoner, al daalde dat ook.

De kieren van de stad

De cijfers van Giezen en zijn collega’s dateren uit 2016, maar er is geen reden om aan te nemen dat Brussel intussen groener is geworden. Grote bouwprojecten zoals dat op de Engelandvlakte of Verrewinkel in Ukkel waren in 2016 nog niet opgenomen, en op de Josaphat- en Meisersite bijvoorbeeld staan nog immense immobiliënprojecten op stapel.

“De kieren en spleten van de stad raken opgevuld,” noemde waarnemend bouwmeester Kristiaan Borret het eerder al. “Er is ook de paradox van de verdichting: hoe meer woningen, hoe meer de druk op de bestaande groene ruimtes toeneemt.”

Want de begroeiing die er nog is, is ook niet gelijk verdeeld over de stad. Het Zoniënwoud beslaat een tiende van het gewest, maar is natuurlijk vooral voor inwoners van het zuidoosten toegankelijk. Privétuinen en - een beetje - weiden zijn nog eens goed voor 30 procent van het oppervlak van het gewest.

Intussen worden de parken in dichtbevolkte wijken op mooie dagen overspoeld door mensen die zelf geen tuin hebben. Een studie van planologen van VUB en ULB in 2019 toonde aan dat meer dan een vijfde van de Brusselse bevolking onvoldoende toegang heeft tot openbaar groen. Het gebrek aan groen is het sterkst aanwezig in de armere wijken in en nabij het centrum van de stad.

“Bij bouwprojecten denken de meeste architecten en stedenbouwkundigen nog te veel in termen van gebouwen en parkings, niet aan het groen,” zegt Serge Kempeneers. “Dat is trouwens een van de uitdagingen van de verdichting. Moeten we hogere gebouwen bouwen om zo meer groen over te houden? Of moeten we kiezen voor lagere gebouwen, met als gevolg dat er minder groene ruimte overblijft?”

Waterkerskwekerij in Laken, beheerd door Leefmilieu Brussel
© Photonews | De Waterkerskwekerij in Laken, op een smalle strook tussen het koninklijk domein en de tramlijn richting Heizel, is een van de stukjes vrij ontoegankelijk groen die de laatste jaren zijn opengesteld voor het grote publiek. Het maakt deel uit van de Groene Wandeling.

Restruimte

Leefmilieu Brussel probeert aan het gebrek aan toegankelijk groen een mouw te passen door ruigtes en andere vergeten plukjes groen open te stellen, en creëerde zo veertig tot vijftig hectare publiek bereikbaar groen in de laatste tien jaar.

Zo ontstond het Zennepark, boven op de bedding van de rivier, een park dat evenwel nergens breder is dan tien meter. De smalle oever van de Vogelenzangbeek in Anderlecht, op de grens tussen Vlaanderen en het Erasmusziekenhuis, werd een park en natuurreservaat.

Ook de Waterkerskwekerij in Laken, een strook tussen het koninklijk domein en de tramlijn richting Heizel, is nu toegankelijk voor wandelaars en fietsers.

“Schaarbeek-Vorming is wellicht de laatste kans om de Zenne ruim open te leggen en een brede groene verbinding met Vilvoorde te creëren”

Serge Kempeneers, stadsecoloog

Groen Serge Kempeneers BRUZZ ACTUA 1696

Oneerbiedig zou je ze morsige stukjes restruimte kunnen noemen, langs snelwegen of spoorlijnen, of tussen de huizen door. “Dat is nu de situatie in Brussel,” bevestigt Kempeneers. “Het is echt zoeken naar open ruimte."

"Heel soms krijg je een A-locatie. Zoals het park aan de Ninoofsepoort, op zo’n magnifieke plek, ik had nooit gedacht dat dat zou gebeuren. Maar meestal moeten we genoegen nemen met wat er mogelijk is.”

Speeltuigen in het park aan de Ninoofsepoort, tussen kanaal en Kleine Ring
© Peter Dhondt-BRUZZ | Serge Kempeneers: "Heel soms krijg je een A-locatie. Zoals het park aan de Ninoofsepoort. Maar meestal moeten we genoegen nemen met wat er mogelijk is, de stukjes restruimte in de stad.” 

Groene netwerken

Bij het uitreiken van nieuwe bouwvergunningen in Brussel moet de overheid echt heel goed kijken hoe ze grote zones groen kan behouden, zegt de ecoloog. “Dat is belangrijk voor een lokaal microklimaat, om water op te nemen, voor de biodiversiteit, enzovoort."

"Een mooi voorbeeld is de Donderberg in Laken. Moeten wij absoluut daar een school en nieuwe woningen bouwen? Al is dat heel zeldzaam in Brussel, soms moeten we voor groen durven te kiezen."

"Net onder de Donderberg ligt een heel mooie vijver, helemaal afgesloten, die in feite onderdeel is van de vallei van de Molenbeek. Een grote groenzone vanaf het park van Laken over het park van de Bloemist en de Donderberg in de richting van die vijver is goed voor de biodiversiteit, maar zal ook de waterhuishouding verbeteren, en tot minder overstromingen leiden.”

20200219 Groen Schaarbeek 2 Vorming BRUZZ ACTUA 1696
© Photonews | Wat is de toekomst van Schaarbeek-Vorming?

“Andere steden investeren in groene netwerken. Dat kost geld, maar Brusselse politici moeten daar durven voor te kiezen,” zegt Kempeneers.

“Ook op Schaarbeek- Vorming bijvoorbeeld. Dat is een van de laatste kansen, zo niet de laatste kans, om de Zenne ruim open te leggen en een brede groene verbinding met Vilvoorde te creëren. Een plek met meer vochtigheid, met lagere temperaturen, dat is goed voor de biodiversiteit en voor het klimaat."

"We hebben er al het Walckierspark, maar dat is niet breed genoeg. Voor de meeste beleidsmakers is de prioriteit in de voorhaven een nieuwe industriezone, en een multimodaal knooppunt. Dat begrijpen we ook wel, maar veel kansen voor een grote lap groen krijgen we niet meer.”

Groen, maar hoe lang nog?

De groene ruimte in Brussel staat onder druk. BRUZZ bracht negen bedreigde groene zones voor u in kaart.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Milieu, Stedenbouw, groene ruimte, mendel giezen, UvA, Serge Kempeneers, Josaphatsite, donderberg, park Thurn & Taxis, Leefmilieu Brussel

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni