Twaalf jaar was ze, Johanna van Waeg, toen ze van de weg gemaaid werd tijdens een trektocht. Achttien jaar later strijdt vader Geert nog steeds voor de plek van de voetganger in het verkeer. Een onderbelichte plek, vindt hij. En dat zit in grote en kleine dingen. “Het belang van een goede bank wordt vaak vergeten,” zegt hij aan de vooravond van de Week van de mobiliteit.
| Geert van Waeg: “Ik vind het fantastisch dat de Brusselse regering heeft doorgezet met de Stad 30. Dat hield ik een paar jaar geleden niet voor mogelijk.”
Wie is Geert Van Waeg?
- Geboren in 1959
- Opgegroeid in de Europese wijk
- Medeoprichter 'Groene fietsers Brabant' in de jaren 1970
- Doctor in de medische wetenschappen
- Loopbaan in medische research
- Verliest in 2003 zijn dochter Johanna na een aanrijding, oprichting vzw johanna.be
- Voorzitter van de International Federation of Pedestrians sinds 2012
Wie bij Geert van Waeg op bezoek gaat in Sint-Lambrechts-Woluwe, kan er niet rond: hier woont een mobiliteitsactivist. Voor ons gesprek heeft hij zijn pro zone 30-trui – “zelf laten maken als reactie op al die kritiek vooraf” – aangetrokken. Binnen herinneren foto's van Johanna aan de dochter die voor altijd twaalf blijft. En de verkeersomgeving rond zijn huis heeft hij deels zelf vormgegeven. Zo kreeg de straat langs zijn tuin een verkeersbord dat hij zelf bedacht en dat aangeeft dat een doodlopende straat wél doorloopt voor voetgangers en fietsers. En je houdt het niet voor mogelijk, maar samen met het buurtcomité zorgde Van Waeg ook voor een fietspad dat dwars door de parkeergarage van het Woluwe Shopping Center loopt, over het traject van een oude buurtweg. “Ik hoor de directeur van Interparking nog: 'Nooit van mijn leven komt er een fietspad in mijn parkeergarage.' Tja.” (Grijnst)
Als voetganger of fietser sta je zelden stil bij de risico's op een ongeval, misschien als beschermingsmechanisme. Herkent u dat of bent u dat kwijt na het verlies van uw dochter?
Geert Van Waeg: Ik herken het wel. Tegelijk is het risico zo klein en zijn paniekreacties zelden goed. Johanna is overleden tijdens een scoutsactiviteit, maar mijn twee zoons zijn wél naar de scouts blijven gaan. Het was ook erg belangrijk voor onze kinderen om de gebeurtenissen samen met de andere scoutsleden te verwerken. Voor het stadsverkeer heb ik een gelijkaardige houding. Als ik een meisje van twaalf zie voorbijfietsen met een boekentas, dan ben ik gelukkig. Dat dat nu kan! Want er zijn ongelofelijke verbeteringen gebeurd de afgelopen jaren.
Heeft uw dochter vandaag nog een plaats in uw gezin of woning?
Van Waeg: Jazeker, via de vzw johanna.be. (Zoekt naar zijn woorden) Het is cru om te beseffen dat ik haar langer dood heb gekend dan levend, dat Johanna vandaag een vrouw van dertig zou zijn geweest. Ik heb het er ook lang moeilijk mee gehad als ik een vader met zijn dochter van twaalf over straat zag gaan. Ik gun het ze volledig, maar het doet wel pijn.
Wat zijn de belangrijkste verbeteringen waarover u het had?
Van Waeg: De fiets- en voetgangersinfrastructuur is erop vooruitgegaan. Maar als daar auto's met hoge snelheden blijven doorrijden, heb je er niet zoveel aan. Zeker in een stad kruisen de verkeersstromen voortdurend. Daarom vind ik het fantastisch dat de Brusselse regering – want dit is niet het werk van één bepaalde minister – heeft doorgezet met de Stad 30. Had je me dat een paar jaar geleden gezegd, ik had het nooit geloofd. Het geniale eraan is dat het heel duidelijk is. Veel mensen houden zich eraan en verplichten de anderen zo ook te vertragen.
“Als ik een meisje van twaalf zie voorbijfietsen met een boekentas, dan ben ik gelukkig. Dat dat nu kan”
De voorbije gemeente- en gewestverkiezingen hebben op veel plaatsen groenen aan de mobiliteitsknoppen gebracht. Doen die genoeg op het terrein of blijft het te vaak bij een groen discours?
Van Waeg: Het mag zeker nog meer zijn. Aan de andere kant moet je opletten voor het discours dat je eerst alle infrastructuur in orde moet brengen. Dat is typisch Touring: 'Eerst moet de infrastructuur in orde zijn en dan pas kunnen we een zone 30 aanleggen.' En als de regel dan toch wordt ingevoerd, waarschuwt diezelfde organisatie ervoor geen extra versmallingen door te voeren omdat je dan nog meer files zou krijgen. Met openbaar vervoer heb je dat ook: 'Eerst moet er genoeg openbaar vervoer zijn en dan kunnen we het autogebruik terugdringen.' En ondertussen maar afgeven op bussen die bijna leeg rijden. Hasselt laat zich nu door Brussel inspireren. De stad laat het oorspronkelijke plan van afzonderlijke zones 30 varen en kiest voor een algemene en dus duidelijke zone 30.
U bent voorzitter van de internationale voetgangersfederatie (IFP). Welke steden bewondert u voor hun mobiliteitsbeleid?
Van Waeg: Bilbao is nog verder gegaan dan Brussel met zijn zone 30. In eerste instantie hebben ze zoals hier uitzonderingen voor grote assen ingevoerd. Toen men merkte dat de aanrijdingen vooral daar gebeurden, heeft men die ook naar 30 gebracht. De buschauffeurs waren de felste tegenstanders van die stap omdat ze vreesden voor stress om de uurregeling te halen. Na de invoering bleken die tegenstanders net blij: 'Zo veel minder stress zeg, en we doen er nauwelijks langzamer over.'
Pontevedra, ook in Spanje, vond ik eveneens inspirerend. Daar is eerst in functie van de voetgangers gedacht. Als alle voorwaarden voor comfortabel voetgangersverkeer er waren en er dan nog plaats over was, mochten auto's de stad ook binnen. Dat resulteert in een autoluw centrum, waar mensen desnoods nog binnen kunnen om hun grootmoeder af te halen. Ik ben niet zo voor puur autovrij.
Barcelona, Stockholm en Parijs tonen ook een interessante dynamiek. Het gaat er daarbij niet enkel om dat je efficiënt van A naar B wandelt, maar ook over leefbaarheid. Voetganger zijn, dat is ook volk tegenkomen, een praatje slaan, op een bank gaan zitten. Het belang van een goede bank wordt vaak vergeten. Studies tonen ook dat mensen eerder langs de meest stimulerende weg wandelen dan langs de kortste.
Als het over mobiliteit in de stad gaat, gaat het vaak over auto's, fietsen, openbaar vervoer en sinds kort ook steps. Voetgangers komen veel minder aan bod. Is die groep onderbelicht?
Van Waeg: Vast en zeker. Iedereen is voetganger. Het is zo normaal dat we er amper aandacht aan besteden. Ik vergelijk onze internationale federatie van voetgangers soms met de internationale federatie van ademhalers. Daar is natuurlijk niemand lid van, want iedereen haalt adem. Het gebrek aan aandacht heeft ook te maken met het feit dat er zo weinig wordt gemeten. Met de vzw johanna.be hebben we een aantal jaar geleden rond het Koningsplein gewerkt. Het beleid zat daar vooral in met de flow van de auto's, maar uit onze metingen bleek dat er meer voetgangers zijn dan auto's. We moeten voetgangers vaker tellen. In het Woluwe Shopping Centrum (recht tegenover de voordeur van van Waeg, red.) dacht de directie dat tachtig procent van de bezoekers met de auto komt, maar uit onze tellingen bleek dat minder dan de helft. Hun eigen tellingen bevestigden dat daarna ook.
Besteedt het Brusselse beleid te weinig aandacht aan voetgangers? Stappen is het thema van de Week van de mobiliteit, dit voorjaar was er nog een campagne 'Ontdek je voeten' en werden nieuwe investeringen in trottoirs aangekondigd.
Van Waeg: Ja, voor zes miljoen euro. Moeten we daar blij mee zijn? Het zijn kruimels als je het vergelijkt met het half miljard dat naar de autotunnels gaat. We moeten ons afvragen of al die tunnels nog nodig zijn, want ze zuigen auto's aan. Stel je voor wat je met al dat tunnelgeld kan doen voor fietsers en voetgangers! Dat stappen nu centraal staat tijdens de mobiliteitsweek is mooi, maar als het op centen aankomt worden voetgangers doorgaans stiefmoederlijk behandeld.
Gaat de aandacht voor fietsers ten koste van voetgangers, zoals je weleens hoort?
Van Waeg: Ik hou niet van de polemiek fietsers versus voetgangers. Dat is waar heel het car-dom (het dominante autoperspectief, red.) ons graag naartoe jaagt. Een prachtig voorbeeld daarvan is de Koolmijnenkaai, waar een voetganger een fietser omverduwde. Dat is samen met de Wetstraat het drukste fietspad van Brussel, het is supersmal en dan worden de voetgangers er nog eens bij gepropt. Dan vraag je om ambras. De oplossing is natuurlijk om er de parkeerstrook voor auto's te schrappen. Nu is er zes meter voor de auto's en nog geen twee meter voor héél veel fietsers en voetgangers.
Catherine Moureaux (PS) denkt dat haar kiezers vooral met de auto rijden.
Van Waeg: ... terwijl het autobezit in Molenbeek toch niet zo hoog is (47 procent van de huishoudens in de gemeente heeft een auto, een aandeel dat in Laag Molenbeek wellicht lager ligt, red.).
Echte maatregelen voor fietsers komen trouwens vaak ook voetgangers ten goede. Neem de Hymanslaan hier in Sint-Lambrechts-Woluwe. Daar is een van de twee rijstroken door een fietspad vervangen. Dat is meteen ook veiliger voor voetgangers die oversteken. Auto's die naast elkaar rijden in dezelfde richting zijn een van de grootste risico's voor voetgangers, blijkt uit studies. Het recente geval van die vader die bijna overreden werd met zijn twee dochters in Koekelberg toont dat nog eens aan (Van Waeg verwijst naar een emotionele post van Eoghan Walsh over de Landsroemlaan, red.).
Wat zou u in Brussel graag nog zien gebeuren voor voetgangers?
Van Waeg: Meer aandacht voor het netwerk in zijn geheel. De voetgangerszone is een mooi initiatief, maar je moet een netwerk van brede, comfortabele en leefbare voetpaden hebben in de hele stad. We moeten voetpaden meer vrijwaren van allerlei bijkomende functies die plaats afnemen. Elektrische laadpalen (het Gewest wil er 11.000, red.) bijvoorbeeld horen op parkeerplaatsen, niet op het trottoir zoals je nu soms ziet. Voetpaden zijn geen restruimte waar je eender wat kan neerploffen. Terrassen op parkeerplaatsen in plaats van op het trottoir, zo hoort het.
“Waar blijft het lussenplan voor de Vijfhoek?”
Op een ander niveau moeten we nog meer doen om mensen uit de auto te krijgen. Hoe minder auto's, hoe veiliger het verkeer. Dat kan onder meer door parkeerplaatsen te schrappen. Brussel doet dat nu te weinig. Kijk naar de heraanleg van de Louis Bertrandlaan. 340 parkeerplaatsen worden er 310 en er is geen plaats voor een afgescheiden fietspad. Zo raak je er niet. Ik hoop dat Pascal Smet de gemeentelijke plannen tegenhoudt.
U was niet opgezet met de recentste campagne van Vias. Die suggereert dat voetgangers automobilisten die voor hen stoppen verplicht moeten bedanken. Gaat het de foute kant op met Vias? Als Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV) was dat ooit een openbare instelling, maar het wordt nu door de automobielsector gecontroleerd. (*)
Van Waeg: Het autoperspectief zie je al langer bij Vias. En nu opnieuw, ook voor de burgerpanels waar die campagne toe oproept. In Vlaams-Brabant worden die omwille van 'de goede bereikbaarheid' in researchpark Haasrode georganiseerd. Dat is vlak bij de snelweg, maar een half uur van het station met de bus! Idem in de enquête die ze voorschotelen, daarin worden automobilisten en fietsers die onder invloed rijden over één kam geschoren. Terwijl het risico voor andere weggebruikers erg verschillend is. En als het gaat over voetgangers die bij rood oversteken laten de meerkeuzevragen zelfs niet toe om niét te beboeten.
Moeten voetgangers bij rood kunnen oversteken?
Van Waeg: Ja. In Noorwegen, Zweden en het Verenigd Koninkrijk wordt dat al niet meer beboet. Volgens mij moeten we naar een systeem waarin groen betekent dat je voorrang hebt als voetganger, maar nog steeds goed moet uit je doppen kijken. Bij rood valt die voorrang dan weg, maar mag je nog steeds over. Bij groen is de situatie aan een kruispunt vaak extra gevaarlijk omdat je ook met afdraaiende auto's moet rekening houden.
Even terug naar Vias. Moet de overheid die taak van kennisinstituut over verkeersveiligheid niet opnieuw naar zich toetrekken?
Van Waeg: Dat is geen garantie, want binnen het BIVV overheerste het autoperspectief ook al. De overheid zou wel met meer verschillende organisaties moeten werken en de criteria aanscherpen voor de campagnes die ze betaalt.
Wat vindt u eigenlijk van de voetgangerszone op de centrale lanen?
Van Waeg: De zone zelf vind ik fantastisch. Maar de miniring die errond ligt, zit me wel dwars. Ik zie ook nog steeds geen lussenplan voor de Vijfhoek. Door de Vijfhoek rijden van noord naar zuid, dat mag niet meer kunnen. Zo'n strak lussenplan zou net als de Stad 30 ook het voordeel van de duidelijkheid hebben.
(*) Correctie: Het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) werd in het interview met Geert Van Waeg omschreven als een openbare instelling. In werkelijkheid was het een vzw, weliswaar opgericht door de Belgische regering en grotendeels gefinancierd door de overheid. De campagne ‘All for zero’, waar in het interview naar verwezen werd (en waarin gesuggereerd wordt dat voetgangers verplicht zouden moeten lachen en groeten als een automobilist voor hen stopt), is niet enkel een campagne van VIAS, maar ook van federaal minister van mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo) en de FOD Mobiliteit en Vervoer.
Mobiliteit in Brussel
Lees meer over: Brussel , Mobiliteit , Mobiliteit in Brussel , week van de mobiliteit 2021 , geert van waeg , internationale federatie van voetgangers
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.