Aantal zittenblijvers secundair onderwijs daalt

© BRUZZ
25/09/2017

Het aantal zittenblijvers in het secundair onderwijs daalt voor het vijfde jaar op rij. Brussel klokt af op 7,57 procent zittenblijvers, al zien we daar een scherpe daling sinds het schooljaar 2014-2015. Dat is positief nieuws, vindt de minister van Onderwijs, want uit onderzoek blijkt dat zittenblijven het zelfbeeld van de leerling een flinke knauw geeft, en het een voorspeller is van vroegtijdig schoolverlaten.

Voor hetvijfde schooljaar op rij daalt het aantal zittenblijvers in het secundair onderwijs. In 2012-2013 telde Vlaanderen en Nederlandstalig Brussel nog 4,98 procent of 19.692 zittenblijvers. In het schooljaar 2016-2017 is dit gezakt naar 4,11 procent of 16.178 leerlingen die hun jaar opnieuw deden. In de eerste graad bleef vorig schooljaar nauwelijks 2,30 procent zitten. In 2012-2013 was dit nog 2,79 procent.

In zowel detweede als de derde graad valt op dat het vooral de KSO-leerlingen zijn die blijven zitten (7,41 procent), gevolgd door TSO en BSO. In het ASO blijft maar net iets meer dan 2 procent zitten.

Brussel telt het meest aantal zittenblijvers
Voor elke provincie en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest daalt het aantal zittenblijvers. West-Vlaanderen scoort hier het best met 2,82 procent, gevolgd door Oost-Vlaanderen met 3,55 procent. Vlaams-Brabant en Limburg volgen respectievelijk met 4,30 procent en 4,33 procent.

In de provincie Antwerpen blijft 4,76 procent van de jongeren in het secundair onderwijs zitten. Brussel klokt dan weer af op 7,57 procent, al zien we daar een scherpe daling sinds het schooljaar 2014-2015. In het algemeen scoren steden hoger voor zittenblijven dan het Vlaamse gemiddelde.

“De negatieve gevolgen van het zittenblijven zijn gekend", zegt Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V), "zowel naar het welbevinden, de motivatie als de slaagkansen van de leerling in hun verdere studieloopbaan."

"Bij de modernisering van het secundair onderwijs zal het voor scholen na het eerste jaar niet meer mogelijk zijn om een B-attest te geven, maar wel een A-attest met verplichte remediëring. Ook op het einde van de eerste graad zal het A-attest met een verplichte remediëring een optie zijn om over te gaan naar de tweede graad", aldus de minister.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni