AlDe'emeh: 'Schriftvervalsing voor Staatsveiligheid'

“In het kader van zijn werk voor de staatsveiligheid, is het is normaal dat mijn cliënt is ingegaan op de vraag om een vals document op te stellen.” Dat zegt Walter Damen, advocaat van jihadexpert Montasser AlDe'emeh. Openbaar aanklager Jan Kerkhofs noemt dit dan weer 'plat bedrog.'

In de rechtbank van Mechelen staan dezer dagen jihadexpert Montasser AlDe’emeh, advocaat Nabil R. en de Mechelse imam Khalid O. terecht wegens schriftvervalsing. Samen stelden ze eind november 2015 een vals getuigschrift van deradicalisering op voor Jawad O., de radicale broer van de imam. Die was opgepakt in een onderzoek naar The Way of Life, de opvolger van Sharia4Belgium. Met het document probeerde advocaat Nabil R. zijn cliënt – tevergeefs - vrij te krijgen.

Walter Damen, de advocaat van jihadexpert AlDe’emeh, zegt nu dat de schriftvervalsing door zijn cliënt in de context van zijn werk bij de staatsveiligheid moet worden gezien.

"Montasser Alde'emeh wist dat zijn telefoon afgetapt werd en toen hij een telefoontje van Khalid kreeg. Hij ging snel in op de vraag om een document op te stellen, omdat hij op die manier het vertrouwen van die familie kon winnen. De taak die mijn cliënt had bij staatsveiligheid was om teruggekeerde Syriëstrijders te begeleiden, helpen en info doorgeven over radicaliserende jongeren. In dat kader is het normaal dat hij meteen ingaat op de vraag van Khalid.”

De openbare aanklager Jank Kerkhofs noemt dit in De Standaard van vandaag ‘plat bedrog’.

“Tijdens het onderzoek heeft AlDe’emeh nooit gezegd dat hij werkt voor de Staatsveiligheid. Op het proces komt hij plots met dat argument aandraven.”

Wie van de drie?
Over wie de tekst juist opstelde, zijn de meningen verdeeld. Volgens Alde'emeh werd hij gedicteerd door de imam en de advocaat, volgens de advocaat stelde de jihadexpert hem op en was hij zelf half in slaap (het was al ruim na middernacht). Omdat Alde'emeh niet over een printer beschikt, stuurde hij de tekst via mail door naar Nabil R. Het document bevatte logo noch handtekening. Die werden er later door advocaat Nabil R. bijgeschreven.

Dat laatste gebruikt AlDe’emeh zelf ook als argument dat hem niets ten laste kan worden gelegd.

"Ik heb het bewuste document niet gesigneerd en wist zelfs niet dat het neergelegd was tijdens een raadkamer. Er is geen enkel bewijs dat ik toestemming heb gegeven om dit document te gebruiken. Bovendien werkte ik toen voor Staatsveiligheid en één van de leden uit mijn team zei dat ik de imam moest helpen. Ik vraag me echt af waarom ik veroordeeld zou worden.”

Bij de staatsveiligheid zijn ze op de hoogte van het verhaal van AlDe’emeh, maar zijn ze karig met commentaar.

“Wij kunnen nooit bevestigen of ontkennen of iemand een bron is of niet.”