© Ivan Put

Bij de transitmigranten: 'Ooit klim ik in de juiste vrachtwagen'

Kris Hendrickx
© BRUZZ
12/09/2017

Wie door het Noordstation stapt, kan er niet naast kijken: in en rond het station ‘wonen’ ondertussen al ruim vijfhonderd migranten. Over de verhalen achter de gezichten, weten we amper iets. Wij namen een tolk in de arm en luisterden. “Ik kijk elke dag naar die pendelaars. Als ik ooit dertig procent van zo’n leven krijg, ben ik gelukkig.”

Een weekdag aan het Noordstation, rond 16 uur. Een constante mensenstroom komt uit de kantoortorens en beweegt zich met strakke tred naar de ingang van het station aan de zijde van de Bolivarlaan. De stroom stapt de veel te grote hal binnen, laat een lange zitbank links liggen en stapt fluks door naar de perrons, richting thuis.

Op die bank zitten vooral mensen die veel minder gehaast zijn. Vaak zijn het mannen uit Soedan, steeds meer uit Eritrea ook en soms lopen we een Syriër of Egyptenaar tegen het lijf. Het zijn de zogenaamde trans- of transitmigranten, mensen die rond het station verblijven als tussenstop naar een plek die zij zelf ooit thuis willen noemen: het Verenigd Koninkrijk. Het begrip tussenstop is hier rekbaar: enkele maanden is eerder regel dan uitzondering.

Lees verder onder de foto.

© Ivan Put
Fadil is één van die migranten. De veertigjarige vertrok twee jaar geleden uit Darfur, waar de Soedanese burgeroorlog de voorbije jaren honderdduizenden levens eiste. Hij kijkt even rond zich, waar een kring van landgenoten zich heeft verzameld, terwijl hij in het Arabisch vertelt. “Ik schat dat negentig procent van de Soedanezen aan het Noordstation uit Darfur komt.”

In Soedan liet Fadil een vrouw en drie kinderen achter, van 3, 5 en 11 jaar. Zijn reis is hij ook voor hen begonnen. Net als vrijwel iedereen die we spreken, wil Fadil het Kanaal over naar het beloofde land. Want aan de overkant is werken zonder papieren een stuk makkelijker, moet je geen identiteitspapieren hebben.

Aan de overkant lokken ook de succesverhalen van hen die er wel geraakt zijn. “Thuis was ik bouwvakker, dat wil ik daar opnieuw doen. Papieren krijgen, werken en mijn gezin laten overkomen.” Ooit klimt hij in de juiste vrachtwagen, daar is hij nog steeds van overtuigd.

Het parcours dat de man de voorbije twee jaar aflegde, is er een waar veel lotgenoten zich in herkennen: een loodzware woestijntocht, in een wankele boot de zee over vanuit Libië en dan met diverse voertuigen naar het noorden. “Vooral de woestijn was hard. Het stof, de warmte. Veel mensen sterven er ook, meer dan op zee.”

In Libië bleef Fadil een hele tijd plakken om zijn overtocht te betalen. Ook daarin is hij niet alleen. “Wie genoeg geld heeft, kan in vier maanden van Soedan in Brussel raken. Maar veel mensen moeten klussen om de overtocht te betalen.” In het geval van Fadil kostte de boottocht – met zeventig man op een oude visserssloep – 400 euro. Een prikje, blijkt uit de geanimeerde reacties van de omstanders. Sommigen onder hen telden een jaar eerder 2.500 euro neer.

‘Be Brussels, be welcome’
De Brusselse tussenstop van onze gesprekspartner duurt ondertussen al twee maanden. Zijn actieradius beperkt zich vooral tot de zone tussen het Maximiliaanpark en het station. Het park biedt wat groen, een voetbalveld en een waterkraantje dat bijna voortdurend in gebruik is. In het station kan hij dan weer terecht voor beschutting en de gratis voedselbedeling door een van de burgerinitiatieven, die dagelijks honderden maaltijden bereiden. “Dat vinden we hier het mooiste in dit land, al die hulp van gewone mensen,” vertelt een man die meeluistert. Het is hem ook opgevallen dat die mensen vaak van Marokkaanse origine zijn.

De hele dag door slenteren migranten zo tussen park en station, hun twee dorpscentra zeg maar, met de Dienst Vreemdelingenzaken er netjes tussenin. Tegen etenstijd helt de weegschaal over naar het station, ‘s avonds loopt het station dan weer leeg richting park. Tussen een uur en vier uur ‘s nachts gaat het station immers onverbiddelijk dicht.

Op dat dagelijkse pendeltraject, net voor het station, heeft het Brussels Gewest donderdag een standje opgebouwd waarmee het het toeristische imago van de stad wil oppoetsen. “Be Brussels, be welcome,” lezen we. Enkele uren eerder brachten de lokale en federale politie een andere boodschap voor de migranten. 24 mensen werden meegenomen na een identiteitscontrole. De dag voordien waren het er 44.

De onvoorspelbare politieacties hangen als een loden deken over de migrantengemeenschap aan het station. Of we kunnen uitleggen wanneer iemand precies wordt opgesloten, wil Fadil weten. Hoe lang dat duurt? En of mensen echt worden teruggestuurd naar Italië?

Verschillende mannen benadrukken dat ze hier toch niets verkeerd doen, dat ze iedereen respecteren. De verkopers die we spreken in het station bevestigen dat alvast. Vijfhonderd illegale migranten, maar niemand heeft weet van een noemenswaardig incident. Het heeft iets onwezenlijks, die massa donkere mensen die vooral wacht, amper iemand lastigvalt, geen contact zoekt ook. Alsof de mannen er zijn en tegelijk afwezig zijn.

Wachten op die vrachtwagen
Waar het de wachtenden om te doen is? In de juiste vrachtwagen klimmen, die ene rit bemachtigen waar ze niet worden uitgeplukt. Van Brussel zwermen de stationsbewoners daarom op geregelde tijdstippen uit naar parkings in het hele land. “Ik moet het ondertussen 12 of 13 keer geprobeerd hebben,” vertelt Lili (18). De zelfbewuste Eritrese – leren jasje, modern kapsel en glimlach rond de mondhoeken – is één van de weinige vrouwen die we ontmoeten in het Maximiliaanpark. Ze moet onwillekeurig lachen. “Het engste was die keer dat we in een koeltransport zaten, terwijl ik mijn warme jas vergeten was in Brussel.” De jonge vrouw rilt als ze eraan terugdenkt.

Een Belgische vrijwilliger is erbij komen staan. De vele gesprekken met de migranten leerden hem meer over de modus operandi. “De migranten vertrekken in groepen naar parkings waar ze in een laadruimte proberen te raken. Als het er vijfhonderd per week proberen, dan raken er misschien dertig of veertig naar het Verenigd Koninkrijk. Dat is niet zoveel, maar het is ook niet niets. En als het niet lukt, dan blijven ze het gewoon proberen. Een beetje zoals een videospel waar ze niet drie, maar tientallen levens hebben, ja.”

Of de genoemde aantallen kloppen, kunnen we onmogelijk verifiëren. Maar het lijkt te stroken met wat een verkoopster in een broodjeszaak in het stations vertelt. “We zijn nu een maand open en ik zie steeds weer nieuwe mensen. Ik vermoed dat veel mensen wel aan de overkant raken. Waar zijn ze anders naartoe?”

Lees verder onder de foto.

Maximiliaan vrijwilliger2 BRUZZ ACTUA 1583
© Ivan Put
Dienstplicht voor vrouwen
Voor de Eritrese Lili is het alvast duidelijk. Als ze ergens naartoe gaat, is het Engeland. “Mijn zus woont daar al. Ik wil er weer naar school. Daarna zou ik graag iets met ouderenzorg doen.” Haar vertrek uit Eritrea ligt ondertussen alweer twee jaar achter haar. Terugkeren naar Eritrea is geen optie. “Er is dienstplicht, ook voor vrouwen. Je weet wanneer je in het leger raakt, maar niet wanneer je eruit mag.” Haar neef Jere (30), die samen met haar reist, knikt. “En meningsvrijheid kan je bij ons ook vergeten.”

Plots verschijnt een brede grijns op Lili’s gezicht. “Mijn vader is daar. Ik bedoel, mijn Belgische vader.” Ze stapt resoluut op een blanke man af. Daniël (58) uit Anderlecht blijkt allerminst haar vader. Maar samen met zijn vrouw herbergt de man wel al jaren op geregelde tijdstippen een migrant. De voorbije maanden waren dat vaak Lili en haar neef. Dat Daniël langskomt, betekent heel wat voor het duo: een bed, een dak, een maaltijd en wat vriendschap. Alvast vannacht zijn de twee voor even thuis.

Eritrea

Eritrea is een eenpartijstaat met een barslechte reputatie inzake mensenrechten. In de wereldwijde Press Freedom Index staat het land op de laatste plaats. Human Rights Watch beschuldigt het regime ook van grootschalige martelpraktijken. Sinds Eritrea in 1991 onafhankelijk werd van Ethiopië, leeft het op gespannen voet met zijn buurland. Ethiopië heeft immers geen directe toegang meer tot de Rode Zee. Zowel mannen als vrouwen moeten in Eritrea legerdienst doen, vaak voor onbepaalde duur.

Darfur

Darfur is een regio in West-Soedan die al jaren het toneel is van grootschalig geweld tegen de bevolking. Verschillende guerrillagroepen ijveren er voor onafhankelijkheid. De Janjaweed-milities vermoordden er met de steun van de regering dan weer honderdduizenden mensen. In theorie is er een vredesakkoord voor het gebied sinds 2010. In de praktijk blijkt dat akkoord vaak dode letter. De Soedanese regering werd in 2016 nog beschuldigd van een aanval met chemische wapens op burgers.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni