Brusselaar en federaal parlementslid Georges Dallemagne (CDH) vindt dat de regering dringend de militaire aanwezigheid op straat moet afbouwen. In de plaats moet de politie meer mensen krijgen, specifiek tegen terreur.
“Er moet een plan komen om progressief de militaire aanwezigheid op straat af te bouwen”, zegt Dallemagne. Militairen zijn niet opgeleid om op straat te patrouilleren, argumenteert hij. Hij verwijst daarbij onder andere naar het incident dit weekend waarbij militairen op de Leopold II-laan in Sint-Jans-Molenbeek een man hard aanpakten die zijn middelvinger naar hen had opgestoken, zonder aanwezigheid van de politie.
Ten tweede, heeft Defensie volgens Dallemagne moeite om nog voldoende militairen in te zetten in het buitenland. Ten derde, past de aanwezigheid van soldaten op straat niet meer bij de huidige veiligheidsituatie in België. Dallemagne beroept zich voor zijn uitspraken onder andere op de conclusies van een parlementaire onderzoekscommissie in Frankrijk, over de inzet van militairen daar na de aanslagen van 13 november.
Politiemacht
“Aanvankelijk was de inzet vooral ontradend, een machtsvertoon”, zegt Dallemagne. “Het kan geen duurzame oplossing zijn. Er moet versneld een alternatief komen.”
Dallemagne wijst de ministeries van Binnenlandse Zaken, Defensie en de eerste minister met de vinger. Zij moeten volgens hem snel werk maken van een alternatief: “Er moet binnen de politie een macht komen met specifiek materiaal en een aangepaste opleiding voor veiligheidsopdrachten in het kader van antiterrorisme.” Dat kan volgens Dallemagne ofwel binnen de federale politie, ofwel bij de lokale politiekorpsen die met terreur worden geconfronteerd.
Dallemagne is lid van de Commissie voor de Landsverdediging in de Kamer. Hij plaatst het thema op de agenda voor midden september.
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.