Deliveroo BRUZZ 1558
© Saskia Vanderstichele

Op het Beursplein in het centrum van de stad en aan Baljuw in Elsene troepen ze samen, de koerierboys, en iets minder in aantal, de koeriergirls, die maaltijden uit restaurants thuis of op kantoor afleveren. Deliveroo, met ruim duizend koeriers, en nieuwkomer Uber Eats zijn de grootste spelers op de markt. Blijkbaar weten de stadsbewoners het concept wel te smaken, afgaande op het aantal rondrijdende thermoboxen.

De getunede brommertjes van weleer zijn fixies en uitgebouwde fietsen geworden. De koeriers klimmen op hun fiets uit passie voor de tweewieler en ook wel voor het geld. Maar wat ook hun drijfveren zijn, die nieuwe ‘hangjongeren’ kleuren het straatbeeld van Brussel als (fiets)stad.

Drie koeriers die al ontelbare hongerige Brusselse magen hebben gevuld, staan te wachten voor de Brusselse Beurs. Samad Jabri (21 jaar, student rechten), Raphaël Cassaert (33 jaar, zelfstandige) en Jules De Roeck (22 jaar, zelfstandige).
Een gesprek terwijl ze aan het werk zijn, gemakkelijk is het niet. Hun ogen staren onophoudelijk naar hun smartphones. Bij elke binnengelopen bestelling, is het snel zoeken naar het restaurant om binnen de kortste keren met het eten bij de klant te staan. Pakketje afgeleverd? Dan staan ze, soms met in het ene hand een sigaret en in de andere hun telefoon, weer leunend tegen hun fiets op hun vertrouwde plekje.

Jabri doet dit werk sinds september. “Geen wonder dat het zo populair is bij studenten: je kan je eigen uren kiezen. Ideaal als student. Ik bedank voor een baan in een fastfoodketen waar je de hele tijd hetzelfde moet doen in een stinkende frietgeur. Ik heb beweging, zit in de buitenlucht. Wat een verschil!”

“Alleen voor het geld moet je het niet doen,” geeft Jabri toe. “We zijn niet slecht betaald, maar wie grof geld wil verdienen, vindt ongetwijfeld iets beters. Maar deze job kijkt vooruit. Wij als jongeren hebben begrepen dat de fiets de toekomst is, vooral in de stad. Vroeger fietste ik amper, sinds ik deze job doe, neem ik voor al mijn verplaatsingen de fiets. Ik ben zoveel sneller op mijn bestemming, geen auto of openbaar transport dat daaraan kan tippen!”

Deliveroo BRUZZ 2 1558
© Saskia Vanderstichele

“Ik werk als zelfstandige koerier,” zegt De Roeck. “Normaal voor 21 uur per week, maar het kan oplopen tot 40 uur of zelfs 50 uur. Met 25 uur werken per week, heb ik genoeg om van te leven. De rest is spaargeld. Bij mijn vorige job, in een winkel, telde ik de uren af. Dat gevoel is weg en ik verdien meer. ‘s Avonds volg ik een opleiding tot fietsmecanicien. Een eigen zaak is mijn droom.”

Cassaert is al een dertiger, maar voelt zich in zijn sas tussen het wat jongere geweld. “Ik heb altijd gewerkt in openlucht en ik hou van fietsen: deze job als koerier is me op het lijf geschreven. Ik ben net begonnen met mijn eigen onderneming, waarbij ik als tuinman op een cargofiets naar mijn klanten rij. Als vader in een gezin met twee kinderen, biedt mijn baan als koerier me financiële zekerheid en krijg ik de kans om mijn stad tot in de details te leren kennen. En als ik een glimlach krijg, is het contact met de klant en de restaurants ook heel aangenaam,” zegt Cassaert.

Vriendschap
Ze staan in groepjes te praten, elkaars fietsen te inspecteren of kleine reparaties uit te voeren. Ze kennen elkaar, ze werden vrienden. “Mensen bestempelden deze job soms als minderwaardig, maar ik trek me niet aan wat de buitenwereld denkt,” zegt De Roeck stellig. “Ik doe het erg graag en er is veel respect tussen de collega-fietsers. De sfeer tussen de jongens, die ik ondertussen vrienden kan noemen, is geweldig. Het allerfijnste is dat het heel relaxed werken is, zonder baas die achter je veren zit. Een dik jaar geleden kwam ik in Brussel aan en kende ik niemand. Dankzij mijn job, leerde ik veel mensen kennen. We hangen dan wel op straat, maar halen geen stommiteiten uit.”

“We hebben allemaal een andere achtergrond, maar we schieten heel goed met elkaar op,” voegt Cassaert eraan toe.

“Ik ben geboren in Casablanca, daar is zo’n koeriersysteem op de grote boulevards ondenkbaar,” zegt Jabri. “Fietsen zit niet in de Arabische cultuur. Mijn mama probeerde me dit werk af te raden, omdat ze fietsen in de stad heel gevaarlijk vindt. Maar het tij keert: voor de oude Marokkaanse generatie is fietsen iets onbekends, maar mijn vrienden fietsen wel. Dat heeft ook te maken met de structuur van de stad. Als er meer voetgangerszones zouden zijn, dan zouden de jongeren veel meer fietsen.”

Als zelfstandige vraagt het werk wel om investeringen, want de verzekering, de gsm-rekening, de uitrusting en de fiets zelf natuurlijk, betaalt hij of zij zelf.

“Als je gepassioneerd bent zoals ik, dan zie je dat als een investering,” zegt De Roeck. “Voor mijn werk als koerier heb ik geïnvesteerd in een elektrische fiets, ook om te voorkomen dat ik helemaal bezweet aankom bij mijn klanten. De pittige heuvels in Brussel vragen om een inspanning. Ik rij per shift soms tussen 60 en 120 km. Deze job is een aanrader voor wie gewicht wil verliezen,” lacht Cassaert.

Regenweer
Toch is het niet allemaal rozengeur en maneschijn. “Het weer is onze grootste vijand,” zegt De Roeck. “Bij regen krijg je het koud én loop je het gevaar om uit te schuiven. Ik heb al veel ongevallen zien gebeuren. Zelf heb al vier keer een ongeval gehad door auto’s die mij de weg afsneden. Gelukkig had ik mijn helm aan en viel de schade mee, want wie out is, kan niet meer werken voor een tijdje. Vooral het centrum is catastrofaal. In Elsene is het een tikje beter. Maar als zelfs de politie op de fietspaden parkeert, is het toch ver gekomen. We hebben nog een lange weg af te leggen in Brussel.”

“Maandag is de rustigste dag. Dan zijn de klanten nog gemotiveerd om zelf naar buiten te komen,” legt De Roeck uit. “Vanaf donderdag, en zeker bij slecht weer, lopen er meer bestellingen binnen. Mensen zijn moe en willen niet zelf koken. Op een topdag zijn dat twaalf tot veertien bestellingen per uur. Dan verdienen we goed.”

En de klanten, die leren ze op den duur wel kennen. “De goede en de minder goede,” zegt De Roeck. “In de Wetstraat hebben we een grote klant die nooit een fooi geeft en amper goeiedag zegt. Een fooi is niet het allerbelangrijkste, maar een glimlach bij een levering maakt de job aangenamer. In openlucht werken en fietsen, daar is het mij het meeste om te doen,” besluit De Roeck.”

“Of de klanten zijn lui. Ooit moest ik pizza’s leveren en merkte ik op mijn gps dat het adres zich aan de overkant van het restaurant bevond. Ik heb mijn fiets laten staan en ben te voet de straat overgestoken met de dozen,” zegt Cassaert.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: actua

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni