Interview

Eric de Kuyper wordt 75: ‘Wij missen de boot’

Michaël Bellon
© BRUZZ
26/09/2017

U kent hem van de autobiografische boeken Aan zee, De hoed van tante Jeannot en Bruxelles, here I come. Of van de films Casta Diva, Naughty Boys en My Life as an Actor. Of van theateressays als Applaus en Theatraliteit, of van … Eric de Kuyper wordt 75 en zit nog altijd niet stil.

Het was in die 75 jaar inderdaad niet altijd makkelijk om de wegen van Eric de Kuyper te volgen. Hij pendelde met regelmaat tussen Brussel, Oostende, Parijs, Nijmegen, Zürich en Kranenburg, tussen televisiestudio en filmmuseum, tussen kunstkritiek en semiotiek, tussen schrijven en filmen, tussen fictie en autobiografie, tussen dans, theater en opera. En het neefje van tante Jeannot dat er al vroeg op uittrok in de Brusselse straten, is nog altijd niet tot stilstand gekomen. Met sigaar en internationale krant in de hand trekt hij nog voortdurend naar film- en andere theaters, ondertussen plannen smedend voor nieuwe projecten.

De Kuyper 12 BRUZZ ACTUA 1585
Dat heen-en-weer dat uw leven en werk kenmerkt, ontstond dat uit nieuwsgierigheid of rusteloosheid?
Eric de Kuyper: Voor een stuk uit nieuwsgierigheid, maar in mijn loopbaan kende ik wel een soort rusteloosheid, dat klopt. Als de routine optrad, wilde ik weg. De keuzes die ik op die manier maakte, zorgden ervoor dat ik dikwijls moest verhuizen.
Ik ben heel jong begonnen bij de BRT. De vacatures voor nieuwe producers werden ingevuld via examens die liepen over twee jaar, waar duizend kandidaten aan deelnamen. Ik ben er al tijdens mijn studies aan het RITCS mee begonnen, en na anderhalf jaar en vele selectierondes werd ik op mijn 25e de jongste producer die ze ooit hadden gehad. Het probleem was dat ze me nauwelijks iets in handen gaven, terwijl ik vol ambities zat om allerlei programma’s te maken. Toen ik dat aan de toenmalige, katholieke directeur-generaal Paul Vandenbussche ging zeggen, antwoordde hij dat Onze Heer er ook maar pas na zijn dertigste aan begonnen was. ‘Maar die heeft het ook niet lang volgehouden,’ repliceerde ik, en na twaalf jaar ben ik ervandoor gegaan, hoewel ik tot mijn 65ste had kunnen blijven.

Toen ben ik opnieuw beginnen te studeren aan de VUB, en door mijn doctoraat (bij de Litouwse semioticus Algirdas-Julien Greimas, red.) belandde ik in Parijs. Daar zou ik gebleven zijn en misschien in het Frans boeken zijn beginnen te schrijven, toen ik dat aanbod van de universiteit in Nijmegen kreeg (waar hij de richting Film- en Opvoeringskunsten oprichtte, red.). Alles samen heb ik toch twintig jaar in Nederland gewerkt (eind jaren tachtig als adjunct-directeur van het Nederlands Filmmuseum, red.) tot ik ook daar weer vond dat het voldoende was geweest.
Goede vrienden als Chantal Akerman of Anne Teresa De Keersmaeker gingen altijd door in hun vak en ik bewonder kunstenaars die dat hebben. Maar mijn temperament is anders. Ik maakte enkele films en ging dan schrijven tot ik twintig jaar later weer eens een film maakte. Sommige mensen weten niet eens dat ik behalve het ene ook nog het andere heb gedaan.

Was de stap naar Frankrijk en Nederland niet ook een vlucht?
Eric de Kuyper: Ik maak inderdaad deel uit van een generatie die vond dat ze weg moest uit België omdat ze er op het vlak van kunst en cultuur geen kansen zagen. Dat had ook te maken met het feit dat de ouderen ons geen toegang gaven tot wat we wilden doen. Pas eind jaren zeventig, begin jaren tachtig, is dat omgeslagen met de Vlaamse Golf in de podiumkunsten. Maar daarvoor trokken mensen als Franz Marijnen, Gerard Mortier, Chantal Akerman, mijn vriend Emile Poppe en ikzelf weg naar om het even welk buitenland. Jan Decorte is eigenlijk de enige die het toen volgehouden heeft. In mijn bijdrage aan het boek dat binnenkort over hem verschijnt (Tis of tisni, red.), beschrijf ik vooral de sfeer van de jaren zestig en zeventig toen ik Decorte goed heb gekend. In die moeilijke context heeft hij toch zijn kunst weten te ontwikkelen.

In uw autobiografie beschrijft u een Brussel dat inmiddels heel veel is veranderd, maar een nostalgicus bent u niet.
Eric de Kuyper: Ik heb goede herinneringen aan het Brussel van mijn kinderjaren in de jaren veertig en vijftig, dat eigenlijk nog het vooroorlogse Brussel was. De jaren zestig en zeventig na de Expo waren al een heel ander tijdperk, en nu is het weer een totaal andere stad geworden door de heterogeniteit en de levendigheid in de straten. Ik zag onlangs ‘s middags aan de metro-uitgang aan de Naamsepoort een aantal koppeltjes een rumba dansen. Geen show, ze waren gewoon aan het oefenen. Dat zou je vroeger in een stad als Brussel natuurlijk nooit gezien hebben. Vlak bij mij thuis, op een nogal saai plantsoen tussen Montgomery en de Sint-Michielskerk zie ik de ene dag een groepje tieners vergaderen en de andere mensen schermlessen nemen. Die levendigheid treft mij, want vroeger kon de stad soms erg doods zijn. Zelfs het Paleis voor Schone Kunsten was in juli en augustus potdicht, terwijl het er nu zoemt van de activiteiten en er met Plaizier en Yves Klein twee bijzondere tentoonstellingen waren. De sfeer en het cultuuraanbod zijn zeker beter dan vroeger. Soms wordt het zelfs een beetje te veel naar mijn zin, met alweer een straatfeest hier en een loopwedstrijd ginder.

Volgens mij heeft u nog wel een puntje van kritiek.
Eric de Kuyper: Natuurlijk blijft het een probleemstad waar nauwelijks iets functioneert. De burgers functioneren eigenlijk nog het beste, behalve dan in de echte probleembuurten. Verder is het een grote bestuurlijke ellende. Kijk naar wat er met Mayeur is gebeurd. Dat staat op het niveau van een Siciliaans dorp.

En dat terwijl de steden de toekomst zijn. Wij missen de boot die andere belangrijke steden wel hebben genomen. Trump is tegen het klimaatakkoord, maar dertig Amerikaanse steden weigeren zijn weg te volgen en steunen het klimaatakkoord toch. Polen is tegen het vluchtelingenbeleid van Europa, maar de grensstad Danzig gaat daartegenin en neemt wel vluchtelingen op. Hetzelfde met Malmö in Zweden, dat zoekt naar een oplossing voor de vluchtelingen die Denemarken afstoot. Zo heb je ook Barcelona, Madrid en zelfs Zuid-Amerikaanse steden die tegen hun nationale regeringen durven in te gaan. Fearless cities noemen ze dat. Waarom kan Brussel er zo geen zijn? Als ik ’s morgens aan het Noordstation tientallen mensen in de kou op de stoep zie zitten, dan voel ik mij schuldig en machteloos.

De Kuyper 5 BRUZZ ACTUA 1585
En hoe beoordeelt u als man van het beeld de visuele aanblik van de stad. Bent u daar positief over?
Eric de Kuyper: Ja en nee. Ik kwam onlangs in het station van Zürich. Niet bepaald een mooi, maar wel een groot negentiende-eeuws gebouw. Om de tien meter staat daar een asbak. Je mag daar dus roken in het station! Maar er ligt dan ook geen enkel peukje op de grond. En een schreeuwerige McDonald’s zal je er ook niet zien. Gewoon degelijke restaurants en cafeetjes, en geen blingbling zoals bij ons. De affiches zijn er allemaal van behoorlijke kwaliteit. Geen topdesign, maar onnadrukkelijke degelijkheid. Dat steekt erg af tegen de chaos en de wansmaak die je in Brussel, maar ook in Parijs of Antwerpen moet verdragen.

Is het aanwijsbaar waarom dat dan precies in Zürich zo is?
Eric de Kuyper: Jawel. De hele sfeer is daar zo. Het draait om burgerzin, om de manier waarop je met elkaar samen wil leven. Natuurlijk speelt ook het geld dat beschikbaar is een rol, maar het ligt niet alleen daaraan. Het ligt ook aan de instelling. Mijn vriendin heeft er een flatje. Op een dag krijgt ze te maken met een lek in de douche en kan ze maar geen loodgieter te pakken krijgen. Hoewel het niet om een sociale woning gaat, maar om een privéwoning, belt ze naar de stadsdienst om haar probleem te melden, en krijgt ze te horen dat ze het probleem de dag nadien voor haar zullen oplossen. Daar vallen wij toch van achterover? Zo kan het dus ook! In veel gevallen zijn de Zwitserse oplossingen goed. We zouden ons er meer op moeten inspireren. Hoe laten zij het openbaar vervoer op tijd rijden? Niet omdat ze een ander systeem hebben, maar omdat men uit een soort eergevoel de zaken wil laten lukken. En als iets niet lukt, dan is dat een ramp en valt bij manier van spreken de regering. De Zwitsers kijken trouwens ook vol ongeloof naar de manier waarop het Brexit-referendum werd georganiseerd. Met hun ervaring hebben zij het referendum zo verfijnd dat er bijvoorbeeld ook altijd marge is om aan de tegenpartij tegemoet te komen.

Zo te horen bent u nog niet van plan om de boeken te sluiten.
Eric de Kuyper: Ik heb nog altijd genoeg drive. Ik blijf mij ook voorstellingen maken van nieuwe dingen die ik zou kunnen realiseren. Ik heb nog een portfolio liggen vol al dan niet uitgewerkte ideeën - zeker voor film en dans. Het probleem is soms dat anderen mij stilaan te oud vinden worden voor bepaalde opdrachten. Behalve voor wat ik schrijf. Bij wijze van verjaardagscadeautje, en om de crowdfunders van My Life as an Actor te bedanken, verschijnt nu een klein boekje met aantekeningen over het acteren, Het samenspel tussen Dr. Jekyll en Mr. Hyde, en ik ben bezig met een ander boek dat wat lijviger zal zijn. Autobiografisch zoals altijd, maar niet meer zo systematisch als in de eerste vijf boeken. Daar ben ik met opzet mee gestopt in de jaren zestig, omdat ik toen te dicht bij de mensen kwam met wie ik nog altijd omga. Tijdens de avond in Passa Porta zal ik samen met Gudrun De Geyter van Klara wel per decennium een overzicht geven van mijn biografie en mijn werk in de context van de tijdsgeest.

Causerie en Boek

> Eric de Kuyper 5, 15,... 75. 28/09, 20.00, Passa Porta, Brussel
> Eric de Kuyper, Het samenspel tussen Dr. Jekyll en Mr. Hyde. Over acteren. Uitgeverij Vantilt, 7,50 euro
> Website: www.ericdekuyper.com

Eric de Kuyper

  • 1942 geboren in Brussel
  • 1966 afgestudeerd aan het HRITCS
  • 1965-1977 producer bij de toenmalige BRT, maker het programma De andere film
  • 1977-1986 doctoraat in Parijs en docent aan de Katolieke Universiteit van Nijmegen
  • 1983 debuut als filmregisseur met Casta Diva en Naughty Boys
  • 1988 literair debuut met het autobiografische Aan zee, een jaar later gevolgd door De hoed van tante Jeannot
  • 1992 adjunct-directeur Nederlands Filmmuseum in Amsterdam
  • 1995 Brusselboek Een passie voor Brussel
  • 2010 writer in residence VUB
  • 2015 filmregie My life as an actor en studie van de geschiedenis van de podiumkunsten Theatraliteit

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving, Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni