Gemeenschapsonderwijs wint marktaandeel in secundair

Godfried Roelant
© BRUZZ
23/10/2017

In Brussel blijft het katholiek onderwijs net als in Vlaanderen de grootste onderwijsinstelling, maar opvallend is wel dat het gemeenschapsonderwijs (GO!) in het secundair onderwijs een marktaandeel heeft van 40 procent. Topman van het katholieke onderwijs Lieven Boeve wijst daarvoor naar de betere financiering, maar Jacky Goris van het GO! weerlegt die kritiek.

Op negen jaar tijd moest het katholiek onderwijs in Vlaanderen twee procent inleveren ten opzichte van het Gemeenschapsonderwijs (GO!), zo staat vandaag te lezen in Het Nieuwsblad. Ook in Brussel blijft het GO! aan terrein winnen. Dat blijkt uit een telling die de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) in februari liet uitvoeren.

Naast het GO! bestaan er nog twee andere koepels. Het vrij gesubsidieerd onderwijs (VGO), met daarin het katholiek onderwijs en enkele methodescholen als Steiner en Freinet, en het officieel gesubsidieerd onderwijs (OGO). Tot die laatste behoren de scholen die georganiseerd worden door de lokale besturen.

GO! kent stijging van zeven procent
Als we naar de cijfers voor het secundair onderwijs kijken (zie grafiek onderaan) stellen we vast dat het marktaandeel van het GO! op tien jaar tijd met ongeveer zeven procent is gestegen. In absolute getallen betekent dat tussen 2008 en 2017 het aantal leerlingen klom van 4.198 naar 5.472.

Het VGO blijft evenwel de grootste koepel met een vertegenwoordiging van zo'n 55 procent. Ook in 2008 was dit al zo, toen met een marktaandeel van om en bij de zestig procent. In totaal moest het katholiek onderwijs op een decennium iets meer dan vier procent prijsgeven op de andere netten.

Ook het OGO telt minder scholieren dan in 2008. Toen kozen nog 792 jongeren voor een opleiding binnen deze koepel. Vandaag zijn er dat nog slechts 597, waardoor het OGO nu nog maar een kleine vier procent van de studentenpopulatie onder zijn hoede heeft.

Organisatie en pedagogisch project geven doorslag
Als oorzaak voor het succes haalt het hoofd van het Brusselse gemeenschapsonderwijs Jacky Goris verschillende redenen aan.

Jacky Goris BRUZZ ACTUA 1571

“Eerst en vooral moet je kijken naar de historische achtergrond. Het Rijk, de toenmalige Vlaamse Gemeenschap, heeft altijd meer geïnvesteerd in het Nederlandstalig onderwijs dan dat de Brusselse gemeenten dat hebben gedaan. Er zijn zelfs gemeenten die helemaal geen Nederlandstalig onderwijs aanbieden.”

Daarnaast verwijst hij ook met enige trots naar het pedagogisch project van de koepel en ziet hij ook een logistiek verschil met andere netten. “We zijn ons op zo’n een manier gaan organiseren dat onze directeurs zich louter kunnen bezighouden met pedagogische taken. Het opvoedkundige aspect van hun taak is primordiaal en dat maakt toch wel een verschil.”

Kritiek van Boeve is ongegrond
Topman van het katholieke onderwijs Lieven Boeve gaf in Het Nieuwsblad aan dat de achteruitgang van het VGO te wijten is aan de mindere financiering voor zijn net.

Lieven Boeve

Die kritiek wuift Goris weg. “In Brussel geldt dat verhaal niet. Minister van Financiën Guy Vanhengel (Open VLD) zorgt voor een gelijke geldstroom naar de drie netten.

“Bovendien is er ook een reden waarom er in Vlaanderen een verschil zit op de bedragen. De gebouwen die tot het GO! behoren zullen ook altijd een onderwijsfunctie hebben, terwijl een katholieke school na een bepaalde termijn kan worden omgebouwd tot iets anders.”

Tot slot benadrukt Goris dat ook het GO! kampt met plaatsgebrek. “Vorig jaar hebben we nog 1.500 leerlingen moeten weigeren. Het is dus niet zo dat wij op het vlak van infrastructuur door een betere financiering een voorsprong hebben op het katholiek onderwijs zoals meneer Boeve beweert."

Bekijk hieronder de evolutie van het marktaandeel van de onderwijsnetten in Brussel:

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni