Hervorming van dotatie aan gemeenten en OCMW's goedgekeurd

Het Brussels Parlement heeft donderdag het parlementaire jaar afgesloten met de goedkeuring van een hervorming van de verdeling van de algemene dotatie aan de gemeenten en OCMW's. De hervorming van de ADG, de algemene dotatie aan de gemeenten, betekent voor die gemeenten een herfinanciering van 30 miljoen, stelt minister-president Rudi Vervoort (PS). N-VA stelt zich vragen bij de gebruikte methode: "thuisgemeenten van regeringsleden worden bevoordeeld", stelt N-VA.

De goedkeuring gebeurde met 46 stemmen voor van de meerderheid, bij 3 stemmen tegen van N-VA en 27 onthoudingen van de rest van de oppositie.

De algemene dotatie zal voortaan verdeeld worden op basis van de nieuwe criteria die zijn vastgelegd in de ordonnantie. Het budget daarvoor wordt jaarlijks met 2 procent geïndexeerd. Voor 2017 wordt 366,1 miljoen euro uitgetrokken voor de algemene dotatie aan de gemeenten en het bijzonder fonds voor maatschappelijk welzijn. Dat bedrag omvat de vroegere dotaties, die versterkt en vermeerderd zijn door middel van een herfinanciering van 30 miljoen euro.

Het nieuwe totaalbedrag is gespreid over twee enveloppes: de 'algemene dotatie aan de gemeenten' (ADG) en het 'bijzonder fonds voor maatschappelijk welzijn' (BFMW). Voor de jaren 2017-2018 geldt een overgangsperiode, daarna wordt de verdeelsleutel telkens voor een periode van drie jaar toegepast.

De nieuwe regeling zorgt ervoor dat alle gemeenten kunnen rekenen op een stabiele financiering. Op basis van een bijzonder mechanisme wordt een solidariteitsenveloppe samengesteld. Die biedt de waarborg dat geen enkele gemeente haar dotatie ooit nog zal zien verlagen.

Objectiviteit
N-VA stelt zich grote vragen bij de objectiviteit van de hervorming. "Thuisgemeenten van regeringsleden worden bij de nieuwe Brusselse dotatieregeling bevoordeeld. Deze oude politiek moet worden gestopt en daarom vraagt de N-VA een doorlichting door onafhankelijke specialisten", zegt fractievoorzitter Johan Van den Driessche.

Positief voor N-VA is dat de gemeenten financiële continuïteit krijgen, maar negatief is dat de verdeling gesteund is op een inventaris van open ruimtes die dateert uit de jaren '70 en dat de gemeenten niet gestimuleerd worden open ruimtes te behouden of bij te creëren. Uit berekeningen van de partij blijkt bovendien dat de dotatie van de gemeenten die geen minister of staatssecretaris hebben in de Brusselse regering gemiddeld stijgt met 12,95 procent, tegenover een gemiddelde toename van 21,38 procent voor gemeenten die wél een regeringslid hebben.

Minister-President Vervoort stelde in de commissie dat 'de verdelingscriteria objectief bepaald zijn', wat betekent dat het voordeel voor thuisgemeenten van regeringsleden op toeval berust. "Omdat toeval zeldzaam is in de politiek heeft een wiskundige voor mij de kans berekend dat zulk onderscheid ontstaat door toeval. Daaruit blijkt dat die kans 0,000097% is", licht Van den Driessche toe.

'Copernicaanse omwenteling'
René Coppens (Open Vld) sprak dan weer van een "ware Copernicaanse omwenteling". Belangrijk voor hem is dat er bij deze hervorming geen verliezers zijn: geen enkele gemeente zal er financieel onder lijden. De algemene dotatie zal vanaf 2019 bovendien om de drie jaar opnieuw worden berekend, zodat de dotatie onmiddellijk kan inspelen op lokale veranderingen en ontwikkelingen.