Minder geld voor taalcheques van Actiris

De vraag naar tweetalige werknemers op de Brusselse arbeidsmarkt blijft groot. Toch zijn in de afgelopen drie jaar de uitgaven voor de taalcheques van Actiris met een derde afgenomen, van 5,7 miljoen naar 3,8 miljoen euro per jaar.

Mensen die zijn ingeschreven als werkzoekende bij Actiris kunnen een cheque aanvragen om gratis een taalcursus te volgen. Dit systeem van taalcheques is onlangs grondig hervormd. Sinds de hervorming volgen meer cursisten een opleiding in groep, en dat kost minder dan de individuele opleiding van vroeger. Bovendien stagneert het aantal cursisten rond 8.000 per jaar, zegt Brussels parlementslid Hannelore Goeman (SP.A). Dus ook daar is geen extra kost.

Goeman vraagt zich dan ook af waarom het het vrijgekomen budget niet geïnvesteerd wordt in meer taalopleidingen. “Een derde van het budget laat men onaangeroerd, terwijl de noden allesbehalve afnemen", zegt ze. "Dat slaat toch nergens op? Voor elke werkzoekende die we kennis van de tweede landstaal aanleren, verhogen we zijn kansen op de arbeidsmarkt.”

'Duidelijke scheefgroei'
De nood naar taalcursussen is groot, blijkt uit cijfers van de arbeidsbemiddelingsdienst zelf. Amper iets meer dan een vijfde van de werkzoekenden geeft aan over een gemiddelde kennis van de tweede landstaal te beschikken. Voor een goede kennis is dat zelfs maar zeven procent. Daartegenover staat dat in 42 procent van alle vacatures die Actiris ontvangt, de kennis van Nederlands en Frans noodzakelijk is.

Het parlementslid vraagt dus meer investeringen, niet minder. “Er is dus een duidelijke scheefgroei tussen wat werkgevers verwachten en wat de meeste werkzoekende Brusselaars kunnen aanbieden", aldus Goeman. "Werkgevers gaan dan al sneller een tweetalige pendelaar aannemen. We moeten dus een tandje bijsteken.”