MR: 'De Decker heeft persoonlijke deontologische fout begaan'

De arbitragecommissie binnen de MR heeft maandagmiddag bevestigd dat Armand De Decker een "persoonlijke deontologische fout" begaan heeft in het dossier "Chodiev". Tegelijk wordt benadrukt dat het gerecht en de onderzoekscommissie hun werk moeten doen. Voorzitter François-Xavier de Donnea gaf op de vergadering meer toelichting over het onderhoud dat hij met De Decker heeft gehad.

Binnen de MR wordt overigens met een "zeker ongenoegen" gereageerd op de "niet opportune verklaringen" van gewezen Senaatsvoorzitter Armand De Decker. Die had vorige week na een onderhoud met François-Xavier de Donnea, de voorzitter van de arbitragecommissie van de partij, zijn interne mandaten neergelegd. De Decker mocht ook niet in naam van de partij verklaringen afleggen. Maar woensdag nam hij het woord op de gemeenteraad van Ukkel, waar hij burgemeester blijft, en zaterdag gaf hij een interview aan L'Echo, waarin hij onder meer de beslissingen van de MR tegenover hem betreurde, en verklaarde dat hij geen enkele rol gespeeld heeft in Kazachgate.

François-Xavier de Donnea had Armand De Decker ook gevraagd een advies te vragen bij de Federale Deontologiecommissie over het deontologisch karakter van zijn tussenkomsten in het dossier Chodiev. Dat is nog altijd niet gebeurd. De MR dringt er "zwaar" op aan dat dat advies alsnog gevraagd wordt.

De arbitragecommissie van de MR schoot in actie nadat in de Franse pers alsmaar meer details uitlekten uit het Franse gerechtelijke dossier over het aankoopdossier van helikopters door Kazachstan. Daarbij dook de naam van De Decker op, die zijn invloed zou hebben aangewend om in ons land de afkoopwet versneld goedgekeurd te krijgen.

Bij de MR vindt men dat het feit dat Armand De Decker zich geen rekenschap geeft van zijn deontologisch probleem bevestigt dat de beslissing van de arbitragecommissie "noodzakelijk" was.