De eigen wagen laten staan voor een deelauto. Brusselaars die autodelen, doen het vaker. Nu ook onder hen: jonge, goedverdienende hogeropgeleiden uit de hippere wijken.
Ook wagenbezitters doen almaar vaker aan autodelen
Vrijdag en zaterdag zie je ze het vaakst rondrijden, de auto’s met opschrift: Cambio, Ubeeqo of Zen Car. Op die dagen zijn autodeelplatformen met vaste standplaats het meest in trek bij Brusselaars.
Sinds anderhalf jaar horen daar nu ook de freefloaters bij, gebruikers van free floating-autodeelplatformen waarbij je de wagen niet op een vaste plaats moet terugbrengen. Het systeem wint aan gebruikers, en trekt zo een nieuw type stedelingen naar het autodelen. Dat blijkt uit een bevraging van 3.808 respondenten uit het voorjaar van 2017, die vandaag wordt voorgesteld op het ‘Back to the Future!’-congres van MOBI, de VUB-onderzoeksgroep die mobiliteit bestudeert.
Free floatend naar het werk
“Het gaat om jonge hogeropgeleiden met een hoger dan gemiddeld inkomen, die mogelijk zelf een wagen bezitten”, zegt MOBI-directeur Cathy Macharis. Het populairst is free floating in Elsene, Brussel-stad, Schaarbeek, Sint-Gillis en Etterbeek.
Uit de bevraging blijkt dat een ruime meerderheid van de freefloaters over een eigen wagen beschikt, met name 62,6 procent. Maar dat is volgens Macharis mogelijk te wijten aan het moment dat de enquête werd afgenomen, kort na de lancering van free floating in Brussel, in de zomer van 2016. Afgelopen zomer bleek dat één op acht freefloaters zijn wagen sinds de lancering had verkocht.
Alleszins gebruikt dit nieuw type gebruikers free floating-autodelen voor andere verplaatsingsbehoeften. “Daar waar het klassieke autodelen (met vaste standplaats, nvdr.) nog vooral wordt gebruikt om boodschappen te doen en vrijetijdsactiviteiten, worden de free floating-systemen ook gebruikt om naar het werk te rijden”, aldus Macharis.
Of dat woon-werkverkeer per autodelen ten koste kan gaan van metro, tram en bus, valt echter niet op te maken uit deze cijfers. Daarvoor is verder onderzoek nodig, stelt Macharis. 28,6 procent van de bevraagde freefloaters geeft aan dagelijks het openbaar vervoer te gebruiken. Een op de vier zegt minder een beroep op de eigen wagen te doen.
Geen kannibalisering
Bij autodelen met vaste standplaats liggen de zaken anders. Uit een gelijkaardige enquête met 2.275 respondenten in het voorjaar van 2016 blijkt dat maar zo’n 15 procent van de ‘stationbased’ autodelers ook een eigen wagen heeft. Bijna één op de drie gebruikers zegt hun eigen wagen te hebben weggedaan. Eén op de twee zegt zeker of wellicht de aanschaf van een nieuwe auto te hebben overwogen, mocht het systeem niet bestaan.
Opmerkelijk: volgens de bevraging die vandaag wordt voorgesteld ‘kannibaliseert’ stationbased-autodelen geen andere vervoersmanieren. Waar de helft van de bevraagden aangeeft de eigen wagen vaker opzij te zetten, is de impact op het gebruik van fiets, metro, tram of bus nihil.
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.