Regering 'verbrusselt' tewerkstellingsgeld

De Brusselse regering zet vanaf nu 216 miljoen per jaar opzij voor tewerkstellingsmaatregelen. Dat is één van de beslissingen in het akkoord over het gewestelijke tewerkstellingsbeleid van vandaag. Er komt geen nieuw geld, maar de huidige middelen worden geheroriënteerd en 'verbrusseld', waardoor ze bijvoorbeeld minder in handen vallen van pendelende niet-Brusselaars.

Sinds de zesde staatshervorming zijn de gewesten bevoegd voor het doelgroepenbeleid. Van de 509 miljoen euro voor de doelgroepen gaat er in de plannen van de regering 216 miljoen naar tewerkstellingsmaatregelen.

Naast de 207,5 miljoen voor de dienstencheques zijn er nog diverse kleinere maatregelen, gaf minister van Economie en Tewerkstelling Didier Gosuin dinsdag aan bij de voorstelling van de hervorming, in aanwezigheid van minister-president Rudi Vervoort.

Vervoort wees op de paradox dat Brussel voor heel wat Belgische werkgelegenheid zorgt, maar dat het gewest ook met de hoogste werkloosheid kampt.

'Verbrusseling' van de steunmaatregelen
Het oude doelgroepenbeleid was volgens een studie van de KUL niet in het voordeel van de Brusselse inwoners: 38 procent van het Brusselse doelgroepenbeleid ging naar Vlaamse en Waalse pendelaars. 58 procent van de 70 miljoen euro lastenvermindering ten gunste van oudere werknemers ging naar Vlaamse of Waalse werknemers. Bovendien leverde de doelgroep 'laaggeschoolde jongeren' geen resultaat op wegens de moeilijke overgang van de steunmaatregelen voor opleiding naar de steunmaatregelen voor tewerkstelling.

De Brusselse regering besliste daarom een gericht beleid te voeren en de steunmaatregelen te 'verbrusselen' door op te leggen dat de beoogde niet-werkzoekenden in het Brussels gewest moeten wonen en bij Actiris te zijn ingeschreven. Daarbij gaat de aandacht naar drie doelgroepen: de jonge niet-werkenden werkzoekenden onder de 30 jaar (25 procent van de niet-werkende werkzoekenden), de langdurig (meer dan een jaar) niet-werkende werkzoekenden (63 procent) en de oudere werkzoekenden en werknemers van meer dan 55 jaar (13%). Voor de oudere werknemers daalt het budget van 63,4 naar 31,6 miljoen euro.

Duizenden jobs op 3 jaar tijd
Wat de inschakeling betreft, wees Gosuin op de inschakelingscontracten, waarvan de eersten vorige week werden ondertekend. Daarnaast lanceerde hij de ambitie om tegen 2019 4.000 jobs te creëren door toepassing van het het artikel 60 voor het aanwerven van Brusselse OCMW-ingeschrevenen om werkervaring op te doen.

Hiervoor is een budget van 76,3 miljoen euro voorzien. Daarnaast wordt 10 miljoen extra uitgetrokken om 1.000 jobs in de sociale inschakelingseconomie te financieren.

Geen enkele werkzoekende uitgesloten
Het activeringsprincipe wordt herzien. Het vroegere Activa-beleid, dat uitging van een activering van de uitkering, wordt vervangen. Voortaan krijgen Brusselaars die ingeschreven staan bij Actiris via financiële steun rechtstreeks toegang tot een betrekking.

Daardoor komen ook de mensen die uitgesloten zijn van werkloosheidssteun in aanmerking. De regering kiest hiermee voor een "generiek" Activabeleid voor alle werklozen die 12 maanden ingeschreven zijn bij Actiris. Daarvoor wordt 68,2 miljoen euro uitgetrokken.

Meer voor jong, minder voor oud
Voorts is er een jongerenopleidingspremie van 5.000 euro voor laaggeschoolde werklozen onder 30 jaar in het kader van een individueel opleidingsprogramma via opleidingsoperatoren, op voorwaarde dat de onderneming een overeenkomst van onbepaalde duur opstelt.

Voor de oudere werknemers (57-64 jaar) is de scoop verkleind. De leeftijdscategorie wordt beperkt opdat de maatregel meer ten goede komt van de Brusselaars. Het vrijgekomen budget wordt aangewend voor jonge werklozen en werklozen die ver van de arbeidsmarkt staan.