Bregje BRUZZ 1546
Interview

Schrijfster Bregje Hofstede ontstresst door nergens heen te gaan

Thomas Verbeke
© BRUZZ
13/11/2016

Lukraak zwerven langs onbekende plekken is de eerste stap om je stad te veranderen, betoogt de Amsterdamse schrijfster Bregje Hofstede. In haar nieuwe essaybundel ‘De herontdekking van het lichaam’ tekent ze een hartstochtelijke ode aan de slenterwandeling op. Kuieren als rustbrenger voor de vermoeide stadsmens.

De belangrijkste beslissingen in mijn leven nam ik ongetwijfeld terwijl ik door de stad dwaalde, schrijft Bregje Hofstede in ‘De herontdekking van het lichaam’. Ze vertelt in dat boek openhartig over haar burn-out. Herstellen deed ze onder meer door veel te wandelen door Amsterdam, om lichaam en geest weer met elkaar te verzoenen. Sindsdien zijn lopen, rennen en slenteren een belangrijk deel van haar denk- en schrijfproces geworden. Voor de Nederlandse is dat hét verweer tegen de burn-out. “Slenteren helpt je om niet te bezwijken, zodat je weer mee kan in de ratrace,” schrijft ze. “Het helpt om creatiever te denken, om deurtjes te openen waardoor je ook even weg kunt glippen uit de kooi in je hoofd, die kooi opgetrokken uit plichtsgevoel en prestatiedrang.”

Hofstede legt uit waarom ze dat zo belangrijk acht. “Om af en toe stilte te hebben, of een moment waarop je niet wordt bestookt met berichtjes, e-mails, to-do’s en allerlei verplichtingen, moet je af en toe niets kunnen doen. Dat is erg moeilijk in onze samenleving nu. Er zijn enorm veel prikkels aanwezig. Je hebt altijd die smartphone, en continu beschikbare informatie. Thuis achter je bureau even helemaal nietsdoen, is bijzonder moeilijk. Als je slentert, lijkt het alsof je bezig bent, maar eigenlijk is het een manier om je te kunnen ontspannen. Nietsdoen vermomd als iets doen.”

Dwalen BRUZZ 1546
Waar ziet u het verband met creatief denken?
BREGJE HOFSTEDE:
Bij experts in het denken, schrijvers en filosofen, is het al millennialang een goede truc om te gaan lopen. De filosofische school rond Aristoteles, de peripatetische school, is er zelfs naar genoemd, omdat ze – zo gaat de legende toch - in de zuilengang van de school, de peripatos, altijd rondjes liepen terwijl ze discussieerden en nadachten. Er zijn talloze denkers en schrijvers die hebben gezegd: “Alleen als ik loop kan ik echt denken.” Charles Darwin, Charles Dickens, en Jean-Jacques Rousseau bijvoorbeeld. Volgens mij werkt het omdat je uit je normale vaststaande omgeving wegloopt. In de stad is alles wat je ziet erg vluchtig. Je kunt niet echt focussen op één bepaald ding, en dat geeft de hele tijd nieuwe gedachten. Je gedachten zwerven net als jij. Dat levert vaak ongewone vondsten en nieuwe ideeën op.

In een essay voor De Correspondent schrijft u dat we onze vaste routes in de stad bewust moeten doorbreken, omdat het een stap kan zijn naar een fijnere wereld. Hoezo?
HOFSTEDE:
Neem er gerust een stadsplan van Brussel bij, en je zal merken dat je heel veel dagen van het jaar precies hetzelfde rondje doet, en nooit eens de straat ernaast. De Londense forensen moesten bij een metrostaking in 2014 twee dagen lang improviseren en andere routes naar hun werk zoeken. Onderzoekers van Cambridge en Oxford ontdekten dat één op de twintig nadien die andere route is blijven volgen. Kennelijk beviel het hen zo goed, maar dat prettigere alternatief ontdekten ze pas toen ze gedwongen werden iets nieuws te zoeken. Bovendien is slenteren een manier om over je sociale grenzen te stappen. In elke stad heb je arme en heel chique buurten, en er vindt best weinig contact plaats tussen de inwoners van beide. Tegenwoordig gaan wij ook allemaal met een smartphone voor onze neus door de stad. De hele tijd kijk je maar naar dat schermpje en luister je naar je eigen Spotify-playlist en zie je je eigen newsfeed, helemaal aan jouw persoonlijke smaak aangepast. Je hoeft geen contact meer te hebben met de andere mensen, behalve met diegenen voor wie jij kiest om ze te zien. Dat is een heel slechte ontwikkeling. Je bent nu eenmaal deel van deze wereld, en die is niet helemaal van jou. Het is juist goed en gezond om je daar bewust van te zijn, en te zien wie er allemaal om je heen is, ook zij die buiten je directe bubbeltje vallen. Dwalen door buurten die je niet zo goed kent, en wat je daar aan toevallige ontmoetingen kunt hebben, is een goed tegengif.

Is elke slenterwandeling vruchtbaar?
HOFSTEDE:
Juist omdat je niet op voorhand kan weten wat het zal opleveren, moet je het doen. Daarom is het net zo waardevol. Je weet niet wat het je brengt, misschien wel helemaal niets. Het kan je een goed idee opleveren, of een toevallig idee waar je helemaal niet op zat te wachten. Het kan je een soort van afstand geven tot je dagelijkse leven, en daarmee een stuk perspectief. Ik voel me altijd een stuk onafhankelijker als ik wandel. Het is geen truc om zo snel mogelijk bij het juiste idee te komen. Dat toelaten, die onbekende factor, is heel erg belangrijk. We proberen alles zo te controleren, en alles moet direct nuttig zijn. Het is bijna een vorm van maatschappijkritiek om totaal nutteloos te slenteren door een stad, op plekken waar je niets te zoeken hebt.

DWALEN IN BRUSSEL BRUZZ 1546

Hoe verandert de straatloperij de stad?
HOFSTEDE:
Moderne stadsplanners gaan ervan uit dat het de bewoners en gebruikers van de stad zijn die die stad vormgeven. Vlak bij het station waar ik vaak kom, Amsterdam-Amstel, ligt een fietspad dat een scherpe hoek maakt. Daar was ooit een grasperkje, maar alle fietsers sneden dat hoekje af zodat er een kaal gesleten spoor ontstond. Op een bepaald moment heeft men dat dwaalspoor gewoon deel gemaakt van het fietspad. Op die manier heeft het gebruik van de stad, die stad een heel klein beetje veranderd. Het gaat om kleine tijdelijke ingrepen die je kan doen, zoals mensen die een barbecue organiseren of een tuintje aanleggen op plekken waar het niet mag. Zij willen laten zien wat een beter idee zou zijn, en hopen dat het mag blijven. Voor mij is zwerven door de stad een manier om een andere versie van die stad waar te nemen. Als iedereen dat zou doen, dan stel ik me voor dat de sfeer in de stad een heel klein beetje zou veranderen, dat we meer zouden openstaan voor de ander. Heel idealistisch, maar dat is geen reden om het niet te proberen.

Uw boek draait om vervreemd raken van je lichaam. Moeten stadsmensen daar extra voor uitkijken?
HOFSTEDE:
Ja. ’t Is best wel makkelijk om als stedeling geen idee te hebben wat voor weer het buiten is, en welk seizoen. Zeker als je continu onder tl-licht achter je scherm zit. Schermwerken en mobiel communiceren zijn machines die tijd en ruimte van elkaar loskoppelen. Je zit vaak niet op hetzelfde moment en niet in dezelfde stad toch met elkaar te praten. Dus wordt het irrelevant dat je lichaam achter een bureau zit. Dat zou echt overal kunnen zijn. Een vreemde situatie waardoor je alleen maar een hoofd bent, en een stem en ogen. De rest van je lijf is niet meer belangrijk. Je weet niet eens meer waar het is. Als je veel van dat soort werk doet, mentaal en digitaal, raakt het fysieke sneller op de achtergrond dan wanneer je op het platteland in de natuur zou zijn.

Om te herstellen van stress, zijn de welzijnstrends geen oplossing, schrijft u. Waarom gelooft u daar niet in?
HOFSTEDE:
Toen ik een burn-out had, had ik heel wat lichamelijke klachten. Ik kon niet meer bewegen omdat ik gewoon te moe was. Dat ik beter fysiek voor mezelf moest zorgen, had ik wel door, maar ik pakte het precies verkeerd om aan. Ik ging heel erg gezond eten en letten op mijn slaapritme, op hoeveel stappen ik zette op een dag, zulke dingen. Allemaal van die welzijnstrends, om je eigen gezondheid zo nauwkeurig mogelijk in de gaten te houden, waarvoor je allerlei apps kan installeren. Toch leidde dat niet tot ontspanning, laat staan tot welzijn. Het resultaat was dat ik mezelf oplapte om harder te kunnen werken, in plaats van dat ik mezelf oplapte om beter in mijn vel te zitten en me minder uitgeput te voelen. Je behandelt jezelf als je eigen werknemer. Het blijft gaan over nog meer kunnen presteren. Je ziet het ook bij werkgevers die hun werknemers standaard laten overwerken. Ze merken dat hun werknemers uitvallen met te veel stress, en laten daarom masseurs aanrukken en bieden cursussen in mindfulness aan op de werkvloer. Dat is geen oplossing, maar een lapmiddeltje om op dezelfde slechte weg te blijven doorgaan. Ik vind dat kwalijk.

‘De herontdekking
van het lichaam’
Uitgeverij Cossee,
115 blz., 14,99 euro

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving, Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni