Taxiplan Smet kent overgangsperiode van 7 jaar

Het ziet er niet meteen naar uit dat het taxiplan van minister van Mobiliteit Pascal Smet( SP.A) - als het door het Brussels Parlement geraakt - onmiddellijk veel effect zal hebben op de sector. Het speerpunt van het plan kent namelijk een aanzienlijke overgangsperiode: de vergunningen van exploitanten die in 2015, 2016 of 2017 vervallen kunnen nog vernieuwd worden voor een periode van 7 jaar op basis van de huidige regels.

De belangrijkste wijziging van het taxiplan dat minister Smet op tafel legt betreft het systeem van vergunningen. Vandaag bestaat er een lucratieve handel in taxivergunningen en beschikt een exploitant vaak over meerdere vergunningen waarmee hij chauffeurs in dienst kan nemen. Smet wil van dat systeem af en linkt de vergunning voortaan aan de chauffeur zelf.

“De titularis van de vergunning zal in de toekomst de chauffeur zelf zijn”, staat te lezen in de nota die het Taxiplan voorlopig nog is. Het woordje ‘toekomst’ is belangrijk, want meteen wordt er verduidelijkt dat “alle vergunningen voor taxi’s en limousines die vervallen gedurende 2015-2016-2017 zullen kunnen worden vernieuwd voor een periode van 7 jaar op basis van de huidige regels, op aanvraag van de chauffeur of exploitant.”

Tijdens die overgangsperiode werkt de minister de facto met een dubbel systeem: de klassieke vergunningen die gelinkt zijn aan de exploitanten en de nieuwe vergunningen die gelinkt zijn aan de chauffeur. In die 7 jaar worden ook de exploitanten die hun vergunning verliezen daarvoor gecompenseerd. Hoeveel die compensatie zal bedragen, is nog niet duidelijk.

Chauffeurs moeten voertuigen delen
In zijn plan voorziet Smet ook een stijging van de limiet op het aantal taxi’s en limousines van 1.300 naar 1.800. Maar onder die 500 bijkomende wagens zijn ook 150 PBM-voertuigen (voor personen met een beperkte mobiliteit). Zo blijven er nog 350 wagens over die moeten verdeeld worden onder 1.000 à 1.500 chauffeurs, erkent ook Smet. “De chauffeurs dienen zich zodanig te organiseren dat ze een voertuig delen met twee of met drie”, klinkt het als oplossing.

Het plan moet nu nog door de regering en het Brussels parlement geraken. In afwachting daarvan overlegt de minister nog met de traditionele taxifederaties maar ook met platformen zoals Uber. Die hebben nog veel vragen bij enkele onduidelijke maatregelen zoals het verplichte vaste tarief en het minimumtarief.