Taxi's naar luchthaven Charleroi veroordeeld voor oneerlijke concurrentie

Het Brusselse hof van beroep heeft afgelopen zomer taxibestuurders veroordeeld wegens oneerlijke concurrentie omdat ze aan het Brusselse Zuidstation reizigers ronselden voor een rit naar de luchthaven van Charleroi. Dat schrijven L'Echo en De Tijd dinsdag en bevestigt een van de advocaten.

De burgerlijke afdeling van het hof draaide het vonnis van de rechter in eerste aanleg om. De indieners van de klacht, de busbedrijven Flibtravel en Léonard die tegen een dertigtal bestuurders naar de rechtbank getrokken waren, kregen gelijk. Het hof legde de taxilui een dwangsom van 1.000 euro per dag per vastgestelde inbreuk op.

Flibtravel en Léonard voerden aan dat zij met de directie van de luchthaven een akkoord hebben voor de verbinding met het internationale treinstation. Al snel kregen ze concurrentie van de taxibestuurders die dezelfde rit aanboden aan lagere prijs. Volgens de busbedrijven waren ze ook in overtreding omdat ze het vervoer per stoel aanboden. De busjes vertrokken pas eens volledig.

De zaak was na een prejudiciële vraag van het hof van beroep in maart reeds voor het Hof van Justitie van de Europese Unie gekomen. De Brusselse raadsheren vroegen het Europees Hof of de ordonnanties van 2015 - verbod voor taxibedrijven om individuele plaatsen in plaats van het volledige voertuig aan te bieden en de bestemming vooraf vast te leggen - en 2007 - verbod op ronselen door taxibestuurders - het Europees recht volgen. De Europese rechters bevestigden het Brusselse verbod op die praktijken.