Waar en wat eten de ministers?

Gratis verse soep, elke dag zelfgesmeerde boterhammen of een uitgebreidere warme maaltijd: elk ministerieel kabinet heeft zijn eigen lunchcultuur. BRUZZ schoof mee aan tafel en ontdekte dat de ene minister ‘s middags steevast de deur uitgaat en de andere in zeven haasten pistolets met gehakt naar binnen werkt.

De fijn uitgeruste keuken op het kabinet was de bon ton in een niet zo ver verleden. We hebben het zelf nog meegemaakt. Met een kok die dagelijks een meerkeuze-dagmenu aanbood voor het personeel. En met op vrijdag steevast vis. Daar hoorde ook bij: een aparte salon met acajou ovalen tafel, stijf gesteven servetten, Limoges serviezen en Val-Saint-Lambert of Boheems kristal voor de uitgelezen wijnen. Het soort boudoir waar de minister een ambtswaardig diner kreeg voorgeschoteld. En waar het voorgeschotelde alsmaar exquiser werd à la tête du client: een collega-minister, een buitenlandse gast of een hoofdredacteur van wie de minister iets gedaan wou krijgen.

Die bourgondische praktijken zijn voor de huidige Brusselse excellenties verleden tijd. Het gaat er vandaag veel bescheidener aan toe. De ministeriële kabinetten zijn afgeslankt en moeten het met minder werkingsmiddelen doen. Hoewel, de Brusselse gewestregering mag niet klagen. De kabinetten van haar vijf ministers en drie staatsecretarissen tellen samen zo een 515 cabinettards, het zogenoemde ‘facility’- personeel, met daarbij de keuken- en schoonmaakploeg, niet altijd meegerekend. Wordt er nog gekookt? En waar eten al die medewerkers?

KABINET RUDI VERVOORT (PS): À chacun son truc

Beginnen we doen we bij numero uno. Wie bij minister-president Rudi Vervoort werkt, kan naar een grote refter op de vijfde verdieping in de Regentlaan, maar niet voor een warme maaltijd. “Wel wordt er elke dag verse soep gemaakt, die gratis is voor de kabinetsmedewerkers,” zegt woordvoerder Jo De Witte.
“Ontbijt- en lunchvergaderingen zijn er amper. Is dat toch het geval, dan haalt iemand snel croissants of sandwiches.” De cabinettards hoeven dus niet echt naar buiten ‘s middags. “Ergens moet nog wel een oude magnetron staan om maaltijden op te warmen,” geeft De Witte nog mee. En Vervoort zelf? “De minister-president gaat meestal ‘s middags naar buiten.” Waar precies, komen we niet te weten. Privacy.

KABINET DIDIER GOSUIN (DÉFI): Family man

Op de twaalfde etage van de Botanic Building, bij minister Gosuin, werd een Amerikaanse keuken ingericht: een open refter en uitgeruste keuken in één. Iedere werkdag smeert de keukenploeg sandwiches met beleg voor minister en personeel. Op woensdag wordt ‘huiselijk’ gekookt.

Persattaché Pauline Lorbat onthult: “De warme kost is niets speciaals, maar altijd lekker. Moeders keuken, quoi. Spaghetti, worst, witloofrolletjes of een zomersalade met koude pasta.” En de minister zelf? Lorbat: “Die eet zo goed als altijd mee op het kabinet. Daarom laat hij zelden een vergadering op het middaguur toe. Hij staat erop samen met zijn medewerkers te lunchen en betaalt zijn broodje of woensdagmaaltijd zelf. Net als iedereen.”

KABINET GUY VANHENGEL (OPEN VLD): PISTOLETS

De medewerkers van viceminister-president Guy Vanhengel hebben een grote aparte keuken met kookgelegenheid en een multifunctionele vergaderzaal, die ‘s middags als eetkamer dient. Net als bij Vervoort is er geen permanente kok. “Voor ontbijt- en lunchvergaderingen haalt iemand broodjes of wordt er wat geleverd,” zegt woordvoerster Nadya De Beule. “Vier keer per week wordt er ‘s middags gratis soep gebracht.” De agenda van de minister bepaalt waar hij eet: buitenshuis als er afspraken elders zijn of met bezoekers. “Als de minister op het kabinet eet, laat hij steevast pistolets met gehakt halen bij Slagerij Johan (achter het federaal parlement, red.). Daar is hij verzot op.”

KABINET PASCAL SMET(SP.A): AMBTENARENKOST

Het personeel van Pascal Smet op de twaalfde verdieping van de Zenithtoren kan in het gemeenschappelijke bedrijfsrestaurant van Sodexo lunchen. Toch is er een kleine keuken op het kabinet. “Velen eten beneden in het restaurant, anderen brengen iets van thuis mee,” zegt woordvoerder Mathias Dobbels. Met Gilles Schiettecatte heeft het kabinet een kok in huis. “Die maakt dagelijkse kost: een slaatje, een vers broodje, iets warms voor de occasionele lunchvergadering met de minister. Af en toe eet de minister buitenshuis.”

KABINET CéLINE FREMAULT(CDH): Workaholic

Bij minister Céline Fremault eten de kabinetsleden in een vergaderzaal. Er is plaats voor vijftien. Er staan twee koelkasten, een microgolfoven, een broodrooster, een waterkoker en er is voldoende servies. Iedere dag wordt er soep geserveerd, maar voor broodjes moet het personeel naar buiten. En de minister zelf? Woordvoerder Kathrine Jacobs: “Doorgaans eet ze in haar bureau - een soep, salade of koude of warme schotel - vaak samen met medewerkers tijdens een werkvergadering.”

KABINET FADILA LAANAN (PS): Alleen aan tafel

Onder het kabinet van Rudi Vervoort, huist dat van Fadila Laanan. Woordvoerder Christophe Vancutsem: “Het personeel haalt meestal een broodje. De staatsecretaris zelf gaat soms buiten eten, in een sandwichbar of restaurant of ze heeft een lunchvergadering.” Haar agenda is goed gevuld, al kluistert haar drukke programma haar veeleer aan haar bureau. Vancutsem: “Daar eet ze dan helemaal alleen een soepje of broodje uit een van de sandwichbars in de buurt.”

Kabinet Bianca Debaets (CD&V): Local Food First

Staatssecretaris Bianca Debaets eet zelden op haar kabinet in de Botanic Building. “Meestal eet ze buitenshuis, maar er zijn veel werkvergaderingen met lunch,” vernemen we van persattaché Pierre Migisha. “Dan kookt het polyvalent keuken- en onderhoudspersoneel. Dat kan bij een bezoek van buitenlandse gasten zijn, van burgemeesters, schepenen, secretarissen-generaal van de administratie of een andere minister.”
Woordvoerder Eric Laureys voegt daaraan toe: “Er werken nog oudgedienden van wijlen minister Jos Chabert (CD&V) op ons kabinet en die hebben de goeie ouwe tijd gekend van de middaglunch. Die cultuur is voorbij. Eten gebeurt nu naast de keuken in The Club, een vergaderzaal met hoge tafeltjes en stoelen, die Debaets liet inrichten als een hippe sandwichbar. Onze gediplomeerde kok maakt voor werkvergaderingen weleens soep, een slaatje of iets klassieks: koninginnenhapje, spaghetti of verse vis, en hij bakt vers brood. Als er etensrestjes of soep over zijn na een lunchmeeting, laten we dat aan het personeel weten. Bij laatavondwerk is er sowieso iets te eten. Debaets gaat daarbij voor gezonde kost. En de aankoop van producten moet voor haar bij lokale handelaars gebeuren.“

KABINET CÉCILE JODOGNE (DÉFI): Altijd soep

Een verdieping lager dan Debaets, dertien hoog, huist het kabinet van Cécile Jodogne. “Medewerkers mogen hun eigen eten meebrengen of zelf iets bereiden in de grote keuken,” aldus woordvoerder Jérôme De Mot. “De kokkin maakt elke dag verse soep voor iedereen. Gratis. De minister zelf eet zelden in het kabinet, haar agenda laat dat niet toe.”