Klaus Van Isacker BRUZZ 1566

Brussel, je zit in mijn binnenzak

Klaus Van Isacker
© BRUZZ
18/04/2017

Het was augustus 1983 in Lokeren. Ik had als piepjong journalist een interview met Johan Verminnen die er speelde op de Lokerse Feesten. Johan deed al heel vlug wat Johan nog altijd doet: de ruimte vullen met liefde voor zijn stad Brussel: ‘Mijn Brussel, ‘k zit in je binnenzak, een warme jas, je binnenstad’. Ik woonde toen in Gent, schreef een ongetwijfeld scherpzinnig stuk over de muzikànt Verminnen, Brussel kon mij gestolen worden.

Maar het was wel met die klassieker van Johan in mijn hoofd dat ik mij niet zo lang daarna aanbood op de nationale redactie van de krant waarvoor ik toen werkte. In Brussel, op de Jacqmainlaan. Fleetstreet van België toen nog, met de redacties van Le Soir, La Dernière Heure en Het Laatste Nieuws netjes naast elkaar.

De eerste weken waren een schok. Ik kwam terecht in een stad waar je in het verkeer, toen al, geen kant uit kon. Over de Leopold II-laan stond een vuig viaduct, waaronder het stadsweefsel veretterde. Waar Charly De Pauw en zijn politieke vrienden van de Noordwijk hun eigen betonnen achtertuin hadden gemaakt. Waar de gangsterbendes van Haemers en Kaplan openlijk feestten met de Brusselse beau monde waaronder een Brusselse ex-premier die werd veroordeeld voor corruptie. Een stad, bovendien, die bestuurd werd door een burgemeester die niet meer aanspreekbaar was na 11 uur en een eerste schepen die openlijk uitpakte met zijn professionele carrière als… buitenwipper. Warme binnenstad? Mmmm, neen.

Maar gaandeweg begon de kracht van de stad mij te vatten. Die bruisende erfenis van Brel, Magritte en Horta. Kuifje! En Toots en Anne Teresa De Keersmaeker die de hoofdstad uitdroegen tot aan het einde van de wereld. De Hoogstraat en het Vossenplein, Nand Buyl en Chris Lomme onder het lekkende dak van de KVS. Marc Didden, Dominique Deruddere, Josse De Pauw en mijn stadgenoot Arno die aan de bar van de Archiduc de schoonste madammen binnendeed. Als Oostendenaar besefte ik plots dat Brussel niet het doorslagje-zonder-zee van mijn fiere badstad bleek, maar dat het net andersom was. Warme jas? Mmmm, ja! Mijn haat-liefdeverhouding met de stad was geboren.

En nu ben ik dus, na twintig jaar journalistieke omzwervingen, sinds kort terug. Ik moet vaststellen dat er nog niet veel veranderd is. In het verkeer kan je nog altijd geen kant op, het viaduct is dan wel weg, maar de tunnels zijn decennialang verwaarloosd. Politieke zetbazen hebben nog altijd zonder schroom grote delen van de stad in eigen wingebieden verdeeld, en zitten verstrikt in een wirwar van vzw’s en intercommunales. Er is een burgemeester die nog steeds op zijn minst diffuus en arrogant bestuurt, zonder blijk te geven van enige visie op stadsontwikkeling en integratiebeleid. En er is een Brusselse regering die qua bestuurlijke transparantie ver achter de bezemwagen van het Europese peloton aan fietst.

Maar terzelfder tijd is het ook nu weer de stad van Roméo Elvis en Stromae, van Bonom, van de KVS en Bozar en het Kaaitheater. De AB! Het is ook de stad waar hardwerkende politici aan de basis, in de gemeenten, heel goed bezig zijn, met wél een visie op samen leven en werken in een kosmopolitische stad. Maar die de slechte communicatie en dus perceptie van de stad Brussel en het gewest als een molensteen rond hun nek hebben hangen.

‘Het fluisteren van de tijd, wordt de adem van de geschiedenis.’ Het is een prachtige zin uit de jongste roman van Julian Barnes, Het tumult van de tijd. Het gaat over de Russische componist Dmitri Sjostakovitsj. Sjostakovitsj heeft zijn hele leven, noodgedwongen, mee geheuld met het terreurregime van Stalin en nadien Chroetsjov, maar ging er altijd van uit dat zijn persoonlijke reputatie als stalinist uiteindelijk de waan van de dag zou overleven. Quod non. Als je blijft volharden in de boosheid, komt het nooit goed.

Dit mag niet gebeuren met Brussel, hoofdstad van België en Europa, zetel van de NAVO. De stad moet denken aan zijn plaats in de geschiedenis. Het is er trouwens het moment voor. Een stad en haar bewoners hebben de bestuurders die ze verdienen. Welaan, in 2018 en 2019 komen er 2 verkiezingsjaren aan. Bruzz zal meekijken. Brussel, je zit in mijn binnenzak.

PS: Sjostakovitsj stierf, uitgeteerd van spijt, aan longkanker.

— Klaus Van Isacker, hoofdredacteur bruzz

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Elsene, Opinie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni