Elke week scant Michaël Bellon met zijn laptop een plek in Brussel die tot de verbeelding spreekt, en geeft hij aan wat er eventueel nog aan kan verbeteren. Deze week: Brussel Bad.

ZATERDAG 8 JULI, 14 UUR

Ik had het werkjaar graag afgesloten op een positieve noot, maar voor ik er erg in had, stond ik op Brussel Bad. ‘Aloha!’ riep een uitnodigend uithangbord nabij de ingang van deze belediging der badsteden me toe, daarmee nog meer verwarring zaaiend omtrent mijn whereabouts. Bevond ik mij nu op de Akenkaai of op Hawaï!? Gelukkig volgden na de nadars een eerder vertrouwd aandoend kunstgrastapijt en een onbespeelde petanquebaan in plaats van een hagelwit strand en huizenhoge golven. Sluimerende summertime sadness in plaats van creoolse kids en coconuts.

Veel deining hoef je op Brussel Bad niet te vrezen, want in onze stad zonder stroom wordt het badwater doorgaans al meteen met het kind weggegooid. Openluchtzwembaden blijken altijd weer een luchtspiegeling te zijn. Of een waterspiegel, zoals uit de onlangs naar onderen bijgestelde plannen van Neo mocht blijken. Nattigheid voelen we sowieso genoeg. Als we daarna onze kop ook nog even in de zandbak kunnen steken, dan kan dat qua vakantiegevoel volstaan.

Een evenement als Brussel Bad is één van die nieuwstedelijke pogingen om de stadsmens van twee walletjes te laten eten. Om de geneugten van de zee, het platteland of de wintervakantie op kunstmatige wijze binnen de muren te brengen. Maar van de manier waarop Brussel de zaken aanpakt, wordt de gemiddelde Niels de Stadsbader niet enthousiast. Er wordt geen nieuw terrein voor verkend, geen geschikt stadsdeel voor uitgezocht en geen aangepaste infrastructuur voor bedacht. De wensdroom moet maar worden verwezenlijkt op het onwillige stratenplan dat voorligt, en de lage kosten moeten zich meteen terugbetalen door de verhuur van een onevenwichtig lange straat hokjes voor de horeca. Bric-à-brac à Broekzele, waardoor Brussel Bad zich ongeveer verhoudt tot Waikiki Beach zoals de ijspiste op het Muntplein tot het Baikalmeer.

Het is een beproefde strategie om ter compensatie voor alles wat niet deugt dan maar alles aan te slepen dat ook maar iets met zee en zand te maken heeft. Is de kanaalkade niet meteen met zon overgoten, dan toch met daiquiri, sangria en corona. De strandbarretjes in de Punica-oase zijn tot de nok gevuld met pizza en paella, Cornetto en Calippo. Mixity tot je er misselijk van wordt. Dat de strooien dakjes, rieten muurtjes, bamboebosjes en palmbomen even weinig natuurlijke verwantschap vertonen als de pinguïn en de ijsbeer doet er niet toe. Dat er nooit genoeg zand kan worden aangevoerd om de zwaarte van de kasseien te doen vergeten ook niet. Rond de vuilnisbak zitten breezervlekken, waar vroeger nog gebeachvolleyd werd, een bouwput.

Het goede nieuws is dat dit jaar voor het eerst de verbinding wordt gelegd met linkeroever, door een tijdelijke wandelbrug die oost en west weer met elkaar verenigt. Bij nader inzien gaat het om een spectaculair lelijke stelling, een brug der zuchten waar je niet eens af wil springen om aan je einde te komen. Aan de overkant zie je nog beter wat voor rommeltje Brussel Bad eigenlijk is, en dringt zich de vraag op of de herbestemming van de Citroëngarage dan wél een structureel succesverhaal met lokaal draagvlak zou kunnen worden, of weer zo’n misser waarvan we na een tijdje moeten zeggen: ‘Zand erover.’

Laptopia

Elke week scant Michaël Bellon met zijn laptop een plek in Brussel die tot de verbeelding spreekt, en geeft hij aan wat er eventueel nog aan kan verbeteren. 

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Column, Laptopia

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni