Elke week scant Michaël Bellon met zijn laptop een plek in Brussel die tot de verbeelding spreekt, en geeft hij aan wat er eventueel nog aan kan verbeteren. Deze week: de Brusselse tunnels.

MAANDAG 20 FEBRUARI, 21.30 UUR

Als de leeggelopen wildwaterbaan van een verwaarloosd indoorpretpark. Zo liggen de Brusselse tunnels er ongeveer bij. Dus waarom dan klagen? Een enthousiaste Nederlandse schrijver die hier jaren geleden woonde - maar het uiteindelijk toch ook opgaf - vergeleek de bewegingen die je maakt als je met de auto ondergronds de vijfhoek rondtrekt, met de subversieve duikjes en speelse sprongetjes van een dolfijn. Als je even abstractie maakt van de ongerepte oceaan die je bij die metafoor voor ogen komt, lukt het je nog wel om je daar iets bij voorstellen.

Het is in ieder geval te gemakkelijk om het uitgeklede en zwartgeblakerde binnenwerk van onze tunnels een middeleeuwse bouwval noemen. Je kan er evengoed een uit imitatierots van polyester geërodeerd grottencomplex in zien. Wie weleens de immersieve autorit tussen Terkamerenbos en Basiliek onderneemt, zal ook moeten toegeven dat het voortdurende op-en-neer een licht euforisch gevoel kan veroorzaken. Jezelf bommetjesgewijs naar beneden storten in een ondergelopen tunnel, om dan een beetje verder weer even naar adem happend boven te komen, is inderdaad onze versie van het Nederlandse luctor et emergo. Dat had die schrijver goed gezien.

Het is ook die hoge amusementswaarde van het Brusselse tunnelcomplex die aanleiding geeft tot de overdreven snelheid waarop het gros van de gebruikers van de tunnels zich laat betrappen. Snelheidsbeperkingen mogen over het algemeen worden toegejuicht. Maar die alweer erg strenge Brusselse norm van vijftig kilometer per uur overschrijd je meestal al wanneer je je gewoon laat meedeinen op het grillige reliëf. En moeten remmen op de roetsjbaan is voor niemand leuk. Zeker wanneer je voor een keer eens niet met verkeerslichten, voorrangsregels of voetgangers wordt geconfronteerd, en kan bukken voor bovengrondse ongelukken. Als er geen file staat in de tunnels - en dat gebeurt ook al eens - dan herbeleeft de automobilist even dat verloren gewaande gevoel tijdswinst te boeken.

Toegegeven - onder het filmische neon van dit eeuwige Brussels by night zie je ook wel wat schoonheidsfoutjes. Plassen en kalkaanslag van de alomtegenwoordige lekken, blootliggende kabels, verroeste ventilators als de schroeven van een lang geleden gezonken schip, en hele rijen tegels, opgewipt en uit de hengsels gelicht als de toetsen van een mismeesterde piano in een oude Disneyfilm. Op de pechstrook staan bouwmachines klaar om wegversperringen veroorzaakt door nieuwe lawines weer te verwijderen. Plakkaten met icoontjes van ouderwetse telefoons en in paniek naar de nooduitgang wegrennende mannetjes lijken te suggereren dat je hier zo snel mogelijk weg moet zien te komen. Dat ondermijnt natuurlijk elke al te optimistische tunnelvisie.

In de jaren tachtig werd het viaduct op de Leopold II-laan door de gelijknamige tunnel vervangen en weggeschonken aan het Thaise Bangkok. Misschien moeten we nu opnieuw een schenking overwegen. In een wereld waar in sneltempo muren worden gebouwd, zal immers ook de vraag naar tunnels om onder die muren door te geraken stijgen. Het zou toch mooi zijn als pakweg uitrit Munthof de Mexicanen alsnog toegang tot Trumpland zou kunnen verschaffen, of Sainctelette de codenaam wordt voor een druk gebezigde Palestijnse smokkelroute.

Laptopia

Elke week scant Michaël Bellon met zijn laptop een plek in Brussel die tot de verbeelding spreekt, en geeft hij aan wat er eventueel nog aan kan verbeteren. 

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Column, Laptopia

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni