Elke week scant Michaël Bellon met zijn laptop een plek in Brussel die tot de verbeelding spreekt, en geeft hij aan wat er eventueel nog aan kan verbeteren. Deze week: Le Coq.

DINSDAG 5 SEPTEMBER, 13.30 UUR

Le Coq verwijst naar de grote haan in het middelpunt van de aarde, die met zijn snavel voortdurend zit te snokken aan het wormgat waar onze tijd in verdwijnt. Het klinkt misschien ongeloofwaardig dat het andere uiteinde van dat wormgat uitgerekend aan de August Ortsstraat 14 te 1000 Brussel zit, maar het is niet anders. U had vast ook al wel gemerkt dat er een vreemde aantrekkingskracht uitgaat van het gammele glazen erkertje dat ter plekke compleet over de rooilijn gaat, waardoor voorbijgangers niet anders kunnen dan voetstoots van deze curieuze glijbaan naar de geschiedenis kennis te nemen.

Wie al eens via dat erkertje naar binnen gestapt is - naar schatting ongeveer iedereen, terwijl de rest onvermijdelijk zal volgen - weet hoe in het lange smalle café om en bij de oneindig veel tafels op een nonchalante lange rij achter elkaar staan. De eerste vijf daarvan, de tafels van deze namiddag, zijn nog zichtbaar in het daglicht. De volgende vijf, die dateren van deze ochtend, zijn al verschoven naar de schemer onder de immer schijnende lampen en lusters. Nog eens drie tafels later wordt het al donker, maar komt er nog altijd geen einde aan de rij. Wie het erop zou wagen almaar verder het café in te lopen, komt zo uiteindelijk weleens bij de laatste dagen van de vroegere uitbaters Bruna en Jean-Pierre terecht, herbeleeft de commotie ten tijde van de dreigende sluiting eind jaren negentig, kan in de jaren tachtig zwaaien naar de heren Didden, De Pauw, Deruddere, Decorte, en Hintjens. Dieper in de aarde, dieper in het gat van onze memorie. De filmstudent die hier vandaag zijn boterham met zelf geplette avocado zit op te eten, zou ten langen leste wel een RITCS-collega uit 1975 tegenkomen die net als hij nu zit te wachten tot zijn kortfilmproject eindelijk tot ontwikkeling komt.

Ondertussen wordt er vanop straat voortdurend en onherroepelijk nieuw heden het café ingezogen. Een drempel is er alleen maar letterlijk. Het vensterglas is na al die jaren zo goed als weggewassen. Het café laat zich op elk moment en door iedereen die de behoefte voelt uitwonen.

In de steunpilaar die enigszins ongelukkig vlak achter het deurgat staat, zit een verontrustende knik, maar voor de rest weerstaat het interieur wonderbaarlijk goed aan de trek in dit tochtgat van de tijd. Niemand weet bijvoorbeeld hoe komt dat de neonreclame van Stella Artois ondertussen langer brandt dan de spaarzaamste spaarlamp. De glasraampjes dateren uit de periode dat de kleuren groen, rood en geel nog maar net bekend waren, en door hun toenmalig gebrek aan helderheid slechts op weinig enthousiasme werden onthaald. Samen met de rest van het wel erg bruine interieur zondigen ze voluit tegen de regels van goede smaak die pas later werden uitgevaardigd. Om al dat houtwerk te verdragen moet je een genetische aanleg hebben voor Vlaamse neostijlen die inspelen op onze instinctieve hang naar middeleeuwse herbergen. Zuiver of exemplarisch is hier niets. Le Coq is als een lelijke kindertekening waarover iedereen uit consideratie loog dat ze mooi was, waardoor ze nooit verscheurd is geraakt. En van tekeningen gesproken: velen denken dat het schilderij van Bruegel een kopie is van een navolger. Maar het dateert uit 1462 toen de Oude niet eens was geboren, laat staan nagevolgd kon worden.

Door het verraderlijk verglijden van de tijd is ook de precieze opeenvolging van dag en nacht in Le Coq een ingewikkelde affaire. Het daglicht komt zoals gezegd maar van één kant, en wordt verderop niet meer bevestigd. Qua cliënteel en bedrijvigheid ziet de dag in het café er wel compleet anders uit dan de nacht, maar niemand zegt ooit wanneer het ene dagdeel eindigt en het andere begint, niemand doet ooit een licht aan of uit, zelden sluit iemand voor langere tijd de deur. Dat er omstreeks lunchtijd al vrijbuiters aan tafel zitten die zich een Rochefort kunnen permitteren - al is het dan een 8 en geen 10 - verduidelijkt de zaak niet. Uit de bron achter de toog blijft met een constante stroom alcohol en cafeïne vloeien. De lange slinger droge worst groeit weer aan zodra je er één peen afsnijdt. ‘Stella33’ is zodanig lang codetaal geweest voor de meest courante bestelling dat het nu voorwaar de code van de wifi geworden is.

Laptopia

Elke week scant Michaël Bellon met zijn laptop een plek in Brussel die tot de verbeelding spreekt, en geeft hij aan wat er eventueel nog aan kan verbeteren. 

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Column, Laptopia

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni