Batibouw Liviq

Batibouw: workspace in eigen tuin

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
25/02/2016

Voor het eerst sinds 2007 groeit de bouwsector niet meer. Het antwoord van Batibouw: terugkoppelen naar de consument, die na een zoektocht op internet op de beurs komt voelen, zien, ruiken en proeven. Met die aanpak profileert Batibouw zich als ‘belevenissalon’. Nieuw op Batibouw is de Tuinkamervillage.

Bij de Confederatie Bouw is het alle hens aan dek. Ceo Robert de Mêulenaere stelde op de persconferentie van Batibouw onomwonden: “Met de zwakke conjunctuur en een gemiddelde groei van 0,3 procent mag gesteld worden dat de bouwsector voor het eerst niet meer groeit sinds 2007. In 2007 waren er nog 61.000 bouwaanvragen, voor 2015 was dat 45.000.” Er is weinig dynamiek in de woningbouw. De 18,5 miljard euro aan werken komen vooral van renovatie en voor de nieuwbouw hoofdzakelijk van appartementen. In de stad valt dit het beste op.

Beleving
De prognoses voor 2016 zijn niet denderend. “Er bleek een forse groei aan bouwvergunningen eind 2013 (ten gevolge van interessante overheidsimpulsen, red.), maar dat bleek een anticipatie-effect te zijn op energie-efficiëntie,” luidt het. “In 2014 en 2015 volgde een grote verlaging van bouwvergunningen. De echte weerslag daarvan zal in het volgende bouwjaar, 2016 dus, te voelen zijn,” aldus nog De Mêulenaere.

Toch blijft de sector hameren op woningrenovatie als goede investering. Een jaarbeurs als Batibouw kan daar zeer toe bijdragen, zeker wat betreft informatieverschaffing over producten en diensten. Eerste jaarthema is dan ook: informeren van A tot Z, in veertien sectoren en bij duizend exposanten die samen 12.000 informanten op de beurs zetten. Een voorbeeld: in de nieuwe Vastgoedvillage hebben twintig immobiliënagentschappen zich gegroepeerd om alle mogelijke info aan te reiken.

Jan Jughmans, nieuwe directeur-generaal van Batibouw, voegt daar een tweede thema bij: het belevenissalon. “We hebben sectoriële vergaderingen gehouden om te luisteren naar de noden van de exposant. Vermits mensen hun kennis over een productenaanbod online vergaren, is het meer dan nodig dat ze ook hun vijf zintuigen kunnen gebruiken op de beurs. Hoe krachtig de waterstraal uit een douchekop aanvoelt, wil men gevoeld hebben. Dat is de sterkte van Batibouw, maar ook van de exposant.”

Het sleutelwoord is meer dan ooit informeren inzake innovatie en beleving. De ‘beleving’ staat centraal. Batibouw is er om te verifiëren of je als consument de juiste keuze maakt, vooraleer over te gaan tot aankoop. “De ‘fysieke ervaring’ door de consument is onze focus,” stelt Jughmans.

Ondanks de grote wissel in het managementteam van Batibouw, op verschillende echelons, werden er geen besparingen doorgevoerd. Wel zijn nieuwe accenten gelegd. Een daarvan is de uitbreiding van de beurs met het buitenproject Tuinkamers, een idee van de sectorvergadering Tuinafwerking. Er worden vier grote tuinparcoursen in tenten aangelegd. Ze worden uitgerust met allerhande installaties die bij het tuinkamerthema passen.

De thema’s zijn Luxe (met bijvoorbeeld jacuzzi’s), Lekkere tuinkamer (pluktuinen), Groene kamer (groendak) en Happy (relaxzetels). De tuinkamers worden echte belevenisoases, ‘zonder verkopers’. Die zijn wel te vinden bij de respectievelijke stands in de paleizen. Verder staan de tuinfederaties (met een tuinaannemer en -architect) voor extra bouwadvies en info over regelgeving bij de ingang van Hal 1. Op die manier kan de bezoeker de ideeën die hij buiten in de tuinkamers opdoet, aftoetsen aan een aanleg- of uitrustingsplan, én de regelgeving terzake navragen. Daarvoor werd ook naast het Vastgoeddorp een Adviespaleis voorzien, waar diverse overheden ten dienste staan.

Tuinkantoor
Een van de exposanten die opvalt bij de Tuinenvillage is Liviq. Het bedrijf heeft een modulaire tuinkamer ontworpen die in geen twee dagen gemonteerd wordt. “Nieuw gegeven voor de gebruiker, die dit traditioneel als extra salon, relaxruimte of poolhouse kan gebruiken is het benutten van de structuur als tuinkantoor,” zegt sales manager Dirk De Kock van Liviq. “Daarmee kan een antwoord gegeven worden op de mobiliteitsproblematiek waarmee zowel werkgevers als werknemers te maken hebben.”

Het idee is niet slecht. Wie wil afzien van een bedrijfswagen, of deze in leasing op langere termijn laat afbetalen, kan als werkgever het alternatief voorstellen van thuiswerk. Een dankbaar en ecologisch en economisch interessant alternatief, maar met een prijskaartje.

De werknemer die over onvoldoende private ruimte in huis beschikt kan dus de mobiele ‘container’ van drie op drie, of drie op vijf, meter in de tuin installeren. “De bedrijfskost hiervan kan door de werkgever volledig op vijf jaar afgeschreven worden, waarna het paviljoen eigendom wordt van de gebruiker.”

Een rondvraag bij fiscalisten bevestigt: “Het tuinkantoor kan ook door de werknemer op vijftien tot twintig jaar afgeschreven worden.”

Blijft natuurlijk de bouwvergunning. In Vlaanderen is die niet nodig. Het tuinkantoor kan zelfs op de bouwgrens met de buur geïnstalleerd worden, mits akkoord. In het Brusselse gewest gelden voor tuinconstructies in de negentien gemeenten diverse regels.” Kwestie van te weten waar je thuiswerk makkelijker of niet kan favoriseren.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Economie, Events & Festivals

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni