Meer dan 50 procent van de Brusselse leerlingen dubbelt

Meer dan 50 procent van de leerlingen van vijftien jaar oud in Brussel heeft minstens één keer gedubbeld. In het Franstalig onderwijs ligt dat cijfer zelfs nog hoger. Volgens Dirk Jacobs, socioloog aan de ULB, heerst er in Brussel en in België een 'zittenblijvencultuur'.

“Beide taalgroepen hebben zo’n zittenblijvencultuur”, zegt Jacobs. “De visie dat er een selectie moet worden gemaakt en dat wie niet mee kan moet dubbelen is echt ingebakken in ons onderwijssysteem.”

Aan Franstalige kant is het probleem volgens Jacobs groter dan aan Nederlandstalige kant: “In het Franstalig onderwijs gaat het om ongeveer 60 procent van de leerlingen, in het Nederlandstalig om 30 procent. Beide taalgroepen behoren wereldwijd tot de slechtste leerlingen van de klas, dat blijkt onder andere uit het Education at a Glance rapport van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling).”

Duur en inefficiënt
De vergelijking met de Scandinavische landen is sprekend. In Finland blijft amper 0,5 procent van de leerlingen zitten. “Dubbelen is vooral een duur en inefficiënt systeem”, zegt Jacobs. “Het houdt leerlingen langer op de schoolbanken en ook pedagogisch houdt het geen steek. Leerlingen op dezelfde manier proberen aanleren waar ze het jaar voordien al moeite mee hadden is niet verstandig”, aldus Jacobs. Ook hebben leerlingen voor verschillende vakken vaak een verschillende achterstand. Een systeem van individuele begeleiding per vak ter vervanging van dubbelen, zoals in de Scandinavische landen, ontbreekt.

Dirk Jacobs is samen met andere onderwijsexperts één van de sprekers op de ‘Stop dubbelen-dag’ van Jeugdhuis Chicago-D'Broej. Die vindt plaats op woensdag 24 februari aan de Nieuwe Graanmarkt.