Op zoek naar de atoomstijl in het beeldverhaal

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
18/06/2009
Dat ook het Atomium meedoet met het Brusselse stripjaar mag niet verbazen. Het 165 miljard keer uitvergrote ijzerkristal heeft zijn naam geleend aan een van de grote bewegingen in het beeldverhaal. U verneemt er alles over in de tentoonstelling Op zoek naar de Atoomstijl. Een tweede tentoonstelling bestaat uit nieuw werk waarin veertien tekenaars hommage brengen aan Waterkeyns iconische negen bollen.

Ik was vergeten hoe buitenissig het is om door het Atomium te navigeren. Enigszins bedwelmd door de tijdreis naar de toekomst van vroeger belandde ik in de bol met de tentoonstelling over de Atoomstijl. Daar maakte de lichte vorm van euforie meteen plaats voor een lichte vorm van teleurstelling. De tentoonstelling is beperkt tot één ruimte. Gevorderden in de yoga die hun hoofd 360 graden kunnen draaien, zien alles in één oogopslag. Vervelender is dat er geen enkele originele tekening te bewonderen valt. Je moet het stellen met informatiepanelen en negen grote beeldschermen. Daar ben je wel even zoet mee. Je verlaat de bol niet zonder enig inzicht in de Atoomstijl. Maar het blijft doodzonde dat er geen originele werken hangen.

De projectie van elkaar afwisselende tekeningen op de beeldschermen geeft in een mum van tijd een beeld van de grafische kracht, de verleidingskunst van de grafische composities en het esthetische intellect van de Atoomstijl-beoefenaars. Maar de projecties doen het gestileerde en gedetailleerde tekenwerk geen eer aan. De beelden trillen, tekstballonnen zijn niet of nauwelijks leesbaar. "De combinatie met de originele kunstwerken ware ideaal geweest. Maar originelen zijn te zeldzaam en te waardevol om tentoon te stellen in deze te publieke ruimte," bekent Paul Gravett.

Dat de commissaris van de tentoonstelling een Brit is, berust niet op toeval. De Atoomstijl kiemde in België maar groeide uit tot een internationale stroming met uitlopers tot en met vandaag. "De stijl duikt zelfs op in de Amerikaans comics," voert Gravett aan. "Je herkent hem bij de Vlaming Reinhart Croon die de laatste jaren fraai werk publiceerde in de kranten, maar ook bij Laurent Cilluffo, een Fransman die naar New York verhuisde, illustreert voor The New Yorker en indruk maakte met de grafische roman World trade angels." Croon en Cilluffo delen twee schermen met zes andere internationale tekenaars.

"Ik heb streng moeten selecteren. Ik had wel vijftig artiesten kunnen kiezen." De zeven andere schermen zijn telkens gereserveerd voor een van de grote namen: de Nederlander Joost Swarte, de Belg Ever Meulen, de Fransen Yves Chaland, François Avril en Serge Clerc en de Spanjaarden Daniel Torres en Javier Mariscal.

"Het is moeilijk om de Atoomstijl te definiëren," legt Gravett uit. "In tegenstelling tot de fameuze klare lijn van Hergé en Jacobs kun je de Atoomstijl niet reduceren tot één tekenstijl. Kijk maar eens rond, je ziet hier zowel streng minimalisme als een exuberante vrije tekenstijl. Een cruciaal element is dat de tekenaars spelen met design. Ze laten zich in hun werk beïnvloeden door meubelontwerp, architectuur, auto's, grafische kunsten. De term werd in 1977 gelanceerd door Joost Swarte, de Nederlander die eerder ook al de klare lijn bedacht. Hij gebruikte de term voor de door hem bewonderde school van Marcinelle die in de jaren 1950 furore maakte met grootmeesters als Jijé, Franquin, Tillieux of Will."

"Eind jaren 1970 sluiten mensen als Ever Meulen of Yves Chaland daar weer bij aan maar zonder dat het uitsluitend een nostalgische retro-oefening wordt. De teleurstelling dat de hippies, mei '68 en dergelijke niet de verhoopte revolutie hebben ontketend, is doorgespoeld zoals men zich in de jaren 1950 ook over de Tweede Wereldoorlog zette. Ever Meulen tekent met veel plezier auto's uit de jaren 1950. Tot voor kort was het uitgesloten om iets mooi te vinden waar je ouders mee rondreden. Maar het optimisme, het geloof in de toekomst dat 1958 typeert, kan eind jaren 1970, begin jaren 1980 niet meer. Daarom zie je bij deze tekenaars ook telkens een keerzijde. Een vorm van ironie, droefenis, melancholie sluipt in hun werk."

De jonge auteurs zijn de experimenten van de jaren 1960 en 1970 moe en herbronnen zich op vormen uit het verleden om die op een (post)moderne manier opnieuw te gaan gebruiken. Met de lessen van Swarte, Ever Meulen of Mariscal in het hoofd gooien ze zich met brio op illustraties en strips. De leider van deze vernieuwing is Yves Chaland. De te vroeg gestorven Fransman combineerde de kracht van de klare lijn met de levendigheid van de Atoomstijl. Voor de kleine Brusselse uitgeverij Magic Strip tekende hij op jonge leeftijd Bob Fish waarin hij het Brussel van de jaren 1950 prachtig evoceert zonder hier ooit te zijn geweest. "Toen ik de eerste keer in Brussel kwam, was het net of ik droomde. Het leek wel of ik in een strip van Franquin rondwandelde," liet hij ooit optekenen.

Negen bollen inspiratie
Een tweede tentoonstelling bestaat uit veertien groot afgedrukte tekeningen. Veertien tekenaars werden gevraagd naar een illustratie van wat het Atomium voor hen betekent. Dat brengen ze ook telkens onder woorden. Die teksten bevinden zich in de rug van de bezoeker die voor de tekening staat. Ze zijn een aardig hulpmiddel maar niet noodzakelijk om de illustraties te ontcijferen en zeker niet om ze te smaken.

Bij Joost Swarte ziet de toekomst er fraai uit maar er loopt duidelijk nog veel fout met de technologieën. Net als in de jaren 1950 rookt iedereen, zelfs de robots. François Avril situeert het Atomium in een kruising van een openluchtmuseum en een Japanse tuin. Bij Ted Benoît kijken twee meisje in een vreemde, futuristische wereld gehypnotiseerd door het raam. We kunnen alleen maar vermoeden dat ze naar het Atomium kijken of resten ervan. Frank Pé lijkt een tafereel uit de prehistorie te hebben getekend. Maar de holbewoner houdt een souvenir vast van het Atomium en als we goed kijken zien we in de wildernis restanten van de bollen én de Pijl van de Burgerlijke Bouwkunde, een monument dat schitterde op Expo 58 maar achteraf werd vernield. Floc'h beeldt in Belgisch geel, rood en heel veel zwart de dag uit waarop ingenieur André Waterkeyn de maquette van het Atomium voorstelde aan machthebbers in strenge pakken. Ze kijken maar bedenkelijk. Ze hebben er duidelijk geen flauw benul van dat het Atomium miljoenen mensen zal plezieren en vijftig jaar later nog steeds grote tekenaars zal inspireren.

:: Op zoek naar de Atoomstijl / Atomium 58 : 14 Visions
wanneer: > 20.09.2009, van 10.00 > 18.00 uur
waar: ATOMIUM, Atomiumsquare, Laken, 02-475.47.77, info@atomium.be, www.atomium.be , www.brusselscomics.com

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Laken, Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni