Paul De Knop: 'Er woedt een stedenoorlog'

Christophe Degreef, Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
10/07/2013
11 juli is het Feest van de Vlaamse Gemeenschap. Maar wat betekent die Vlaamse Gemeenschap in het Brussel van de 21ste eeuw? Wij vroegen het aan VUB-rector Paul De Knop. "Is de VUB nog Vlaanderen?," zo vraagt de rector zich af. Een gesprek over steden, onderzoekswaarden en internationalisering.

H et denken mag zich nooit onderwerpen, noch aan een dogma, noch aan een partij, noch aan een hartstocht, noch aan een belang, noch aan een vooroordeel, noch aan om 't even wat,
maar uitsluitend aan de feiten zelf,
want zich onderwerpen betekent het einde van alle denken.

Een stenen tafel met dit bekende gebod van de Franse wiskundige Henri Poincaré hangt naast de deur van het kantoor van Paul De Knop. "Het lag in de kelder, en ik vond het belangrijk genoeg om van onder het stof te halen," zegt de rector. Een voorbode van een identitair réveil?

Om met de deur in huis te vallen: is de VUB een Vlaamse of een Nederlandstalige universiteit?
Paul De Knop: Beide: wij worden gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, en dus wordt van ons verwacht dat wij Nederlandstalige opleidingen voorzien. Terecht, maar bekijk het niet te eng. Kijk naar de internationale universiteiten die hier een afdeling hebben: Kobe, Boston, Kent, Maastricht. De Vlerick Business School Leuven-Gent zit ook al in Brussel. Brussel is immers internationaal bekender dan België. Het is logisch om de stad te gebruiken om onderwijs en onderzoek te promoten."

"Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) heeft een 'academische diplomatie' opgezet, wat een zeer goed idee is. Maar ik had wel enkele bemerkingen. Wij zijn meer dan buitenlandse universiteiten gebonden aan een taalregeling. Zelfs onze Franstalige collega's mogen meer in het Engels doceren. Bij ons mag dat ook, maar alleen op voorwaarde dat elders in Vlaanderen dezelfde opleiding ook in het Nederlands wordt aangeboden. De taalregeling staat dus nog steeds een beetje in de weg van onze concurrentiekracht."

"Kijk naar de ingenieursopleidingen. Er zijn 8.000 ingenieurs te weinig in Vlaanderen. Waar moet ik ze gaan halen als de Vlaamse studenten niet geïnteresseerd zijn in ingenieursstudies? In het buitenland staan er mensen te springen om hier te komen studeren. Maar ze zouden dan wel in het Nederlands moeten studeren. Idem wat Geneeskunde betreft, waar de studenten eerst een Nederlandstalig toelatingsexamen moeten afleggen."

"Een bedenking - de meest pertinente eigenlijk - is echter: gaat de VUB in de toekomst nog wel tot Vlaanderen behoren? Als Vlaanderen Brussel loslaat, wat dan met ons?"

De N-VA neemt u uw standpunten niet in dank af. Vlaams parlementslid Kris Van Dijck dreigde met een stopzetting van de financiering.
De Knop: "Waar de N-VA niet op wil toegeven, is de taalregeling. Ik begrijp dat. Maar niet iedereen die hier studeert, gaat in Vlaanderen werken."

Maar het komt u niet goed uit dat de N-VA sterk staat in Vlaanderen én in Brussel.
De Knop: "Ik heb een brief naar Siegfried Bracke geschreven. Waarom Gentenaar Bracke? Omdat hij de opdracht heeft gekregen van de N-VA om een Brusselnota voor te bereiden. Ze geraken er niet uit bij de N-VA, hé. Ze weten niet waar naartoe met Brussel. Kijk naar de recente taalbarometer van Rudi Janssens: Brussel internationaliseert, je kan hier dus geen strikte taalregeling meer verantwoorden. Geef de VUB een uitzonderingspositie, denk ik dan."

Hoe ver wil u in die internationalisering gaan? Waar trekt u de grens?
De Knop: "Ik ben voor de democratisering van het hoger onderwijs. De bacheloropleidingen moeten in het Nederlands. Maar de masters, die zijn er als specialisering. In de masters moet men daarom soepeler zijn. De universiteiten zullen wel zelf bepalen hoe soepel. Hasselt zal bijvoorbeeld niet zoveel Engelstalige studenten aantrekken als wij. In Brussel zit je echter met een bevolking die in het Engels wil studeren. We hebben in onze associatie al het Engelstalige Vesalius College, maar daar betaal je veel voor een opleiding. De overige Engelstalige studenten worden weggekaapt door plaatselijke filialen van buitenlandse universiteiten."

Bent u niet van twee walletjes aan het eten? Enerzijds wil u tezamen met Brussel internationaliseren, maar de band met Vlaanderen moet wel behouden blijven.
De Knop: "Brussel is toch Vlaanderen?"

Maar u ziet Brussel toch meer als een internationale gemeenschap.
De Knop: "Is het dat dan niet?"

Ja, maar nog niet in de structuren.
De Knop: "Juist. Maar kijk naar de samenstelling van de bevolking. De wereld evolueert. Er is niet alleen globalisering, maar ook lokalisering. De universiteit heeft de stad nodig. Want de toekomst is aan de steden."

Mark Waer, de aftredende rector van de Katholieke Universiteit Leuven, zei wel dat uit onderzoek gebleken is dat universiteiten ofwel gedijen in kleine steden, ofwel in miljoenensteden. Brussel is geen van beide.
De Knop: "Waarom voert de KU Leuven dan reclame in het buitenland als 'op vijftien minuten van Brussel gelegen'?"
"Vergis u niet. De verstandhouding met Leuven is nog nooit zo goed geweest. Er is concurrentie, maar ik wil niet groter of beter worden dan de KU Leuven. Neen, ik wil de concurrentie met het buitenland aangaan. In Leuven hebben ze wel het voordeel dat ze de burgemeester mee hebben, natuurlijk. Als ik met een burgemeester moet onderhandelen, dan heb ik er direct drie voor me zitten: die van Etterbeek, Elsene en Oudergem."

Krijgt u gehoor bij die drie burgemeesters?
De Knop: "Als ik een burgemeester moet zien, dan doe ik dat altijd samen met mijn Franstalige collega van de ULB. Dat gaat gemakkelijker."
"We hebben wel al een samenwerkingsakkoord afgesloten met de drie omliggende gemeenten. En we zitten vaak met verschillende gemeentediensten samen om de praktische organisatie van de universiteit in goede banen te leiden. Maar er zijn nog wel af en toe spanningen. Neem het voorbeeld van de kazernes. De gemeente Elsene is het niet volledig met onze toekomstplannen eens. (De VUB wil nieuwe studentenkoten bouwen, red.)."

Weet men soms niet goed wat men met de VUB aanmoet, als Nederlandstalige instelling?
De Knop: "Ik zal u een anekdote vertellen. Toen ik pas aangesteld was als rector, was er net een richtschema opgesteld met voorstellen over wat men op deze campus allemaal kon doen, bouwen en renoveren. Op de plannen stond een nieuwe weg dwars over onze campus getekend! Men had de plannen wel laten goedkeuren, maar alleen door de rector van de ULB. Ons waren ze vergeten."

Wat betekent ideologie nog voor universiteiten? Er was in het verleden een plan van de KUB om met de VUB samen te gaan, maar dat is toen niet gelukt.
De Knop: "Identiteit is belangrijk. Er woedt een stedenoorlog tussen universiteiten. Men gaat prat op de stad in de naam, of op de regio. Want studenten hebben geen boodschap meer aan ideologie, zegt men. Maar ideologie komt wel nog tussen de regionalisering fietsen. Laat me uitleggen hoe dat komt."

"Marleen Vanderpoorten (Open VLD) heeft als minister van Onderwijs de associaties mogelijk gemaakt. Zij dacht dat er regionaal kon samengewerkt worden. De KU Leuven heeft dat echter niet toegelaten, want daar dacht men door die regionalisering gereduceerd te worden tot 'universiteit van het Hageland.' Dus heeft Leuven alle katholieke hogescholen opgeroepen om zich te associëren met haar. Met als gevolg dat de KU Leuven elk jaar groeit met 13.000 studenten. Dat is het totale aantal studenten van de VUB."

"De VUB heeft daar lange tijd geen antwoord op gehad. Wij zijn te weinig een Brusselse universiteit, en we benadrukken onze waarden te weinig. Daar moet verandering in komen. De VUB wordt bepaald door het vrije onderzoek. Wij staan voor de scheiding tussen kerk en staat. Waarom moet je je identiteit verloochenen? Er komt dus een commissie die zich over die zaken zal buigen. En ik ben bezig een keuzevak te ontwerpen waarin studenten geleerd wordt wat de waarden zijn die eigen zijn aan vrij onderzoek. Het vak luistert naar de naam Eigenzinnige reflectie."

"Heel de discussie wordt natuurlijk bemoeilijkt door de studentennormen die we moeten halen. Zodoende kunnen we ons ook niet te sterk ideologisch profileren. Ik zou niet graag hebben dat Wijsbegeerte straks alleen in Leuven gegeven wordt omdat er voor onze universiteit niet genoeg studenten zouden zijn die die richting volgen."


Hebben de VUB-principes nog met de vrijmetselarij te maken?
De Knop: "De georganiseerde vrijmetselarij is slechts een gedeelte van wat ik vrijzinnig noem. De vrijzinnigheid is breder. Dit is geen universiteit van de loge, maar een vrije universiteit, vrijzinnig en open."

In hoeverre bent u onafhankelijk van bedrijven die onderzoeksprojecten financieren?
De Knop: "We moeten er over waken dat het aandeel van bedrijven niet te belangrijk wordt. Soms kan het wel niet anders. Neem nu het hotel dat ik op onze campus wil laten bouwen. Ik heb geen geld om het zelf te bouwen, dus moet dat ofwel volledig aan de privésector uitbesteed worden, ofwel moeten we op zoek naar een gemengde formule. Laat me vooral stellen dat de privésector niet mag bepalen wat we doen."

"Een kanttekening: de overheid dwingt ons om competitief te zijn. En men verwijt ons ook wel eens niet in de top-100 van beste universiteiten ter de wereld te staan. Ik daag u uit: waarop is dat eigenlijk gebaseerd? Niemand weet dat."

"Een denkfout die men ook durft te maken is: 'Omdat het met de privésector is, bepaalt die privésector ook wat er onderzocht moet worden.' Ik wijs u erop dat de overheid soms meer druk uitoefent dan bedrijven. Het komt vaak voor dat een bevoegd minister eerst zes maanden de resultaten van een onderzoek wil doornemen alvorens openbaarmaking. Is dat dan vrij?"

"De overheid geeft geld, maar stelt daar wel voorwaarden aan zoals 'er moeten vrouwen tewerkgesteld worden door dit project. Is dat vrij? Gent en Antwerpen hebben een genderdecreet opgelegd gekregen. Maximum twee derde van de raad van bestuur mag van hetzelfde geslacht zijn. Wij hebben dat niet, want wij zijn een vrije instelling. Men kan ons dat niet opleggen. En dat wil ik ook zo houden."

"In Amerika bestaat er een heel ander model, waarbij er fondsen worden voorzien door rijke mensen of bedrijven, maar waarbij de invloed ook navenant is. Wij proberen ook een beetje aan fondsenwerving te doen, maar we zitten lang niet in die Amerikaanse en Britse cultuur. En ik wil dat ook niet."

Engelstalige opleidingen willen instellen is toch wel meegaan in de Angelsaksische logica?
De Knop: "Als men terug naar het Latijn wil, mij goed, maar ik weet niet of de jeugd dat graag zou hebben."

In Frankrijk woedt het debat ook of men Engels moet toelaten. Daar zegt men ook dat de landstaal een barrière is voor buitenlandse studenten. Maar wat blijkt? Er zijn meer buitenlandse studenten aan Franse universiteiten dan aan Amerikaanse.
De Knop: "Wij volgen de globalisering. De meest gepubliceerde wetenschappelijke artikelen zijn in het Engels geschreven,dat wordt het criterium."
"Daardoor wordt de focus verlegd. Terwijl maatschappelijke relevantie toch ook belangrijk is. Kijk naar Rudi Janssens. Internationaal gezien is zijn onderzoek over taalgebruik in Brussel misschien een klein artikeltje in het Engels waard, terwijl het voor ons toch veel opzienbarender is wat hij onderzocht heeft en hij dus meer aandacht verdient dan een klein wetenschappelijk artikeltje in het Engels. Die aandacht heeft hij ook gekregen."

Ziet u uw universiteit als een bedrijf? Want dat is soms een beetje de kritiek van studenten...
De Knop: "Daarover kan je redetwisten. Ik mag ook niet zeggen dat een universiteit een bedrijf is. Maar ook al zijn we het niet, wij worden door de overheid wel beoordeeld als een bedrijf. We moeten 'goed besturen', en die term is zo overgewaaid uit het bedrijfsleven. Men kijkt of dit 'bedrijf' goed gerund wordt. Dat moet voor onze accreditatie. En ik kan niet anders, ik moet uitvoeren wat de overheid beslist heeft."

"U begrijpt: de overheid bespaart, en wij besparen ook. Ik mag mijn geld niet bij de studenten halen. Wie blijft er over? De bedrijven. Als ik het geld zou hebben, dan zou ik dat niet doen. Maar ik heb het geld niet."

---------------------------------------------------------------------------------------------------------
Wie is Paul De Knop?

Paul De Knop (1954) is doctor in de Lichamelijke opvoeding en licentiaat in de Vrijetijdsagogiek aan de VUB. Daarnaast behaalde hij ook nog een diploma Sportsociologie aan de Universiteit van Leicester (in het Verenigd Koninkrijk).

Naast een carrière aan de VUB en aan de universiteit van Tilburg werd hij in 2008 rector. Daarvoor was hij decaan van de faculteit Lichamelijke opvoeding en Kinesitherapie. Hij zat ook in de raad van bestuur van Bloso en was adjunct-kabinetschef van Vlaams minister van Sport Bert Anciaux (SP.A).

Zijn hobby's zijn zwemmen, lopen, fietsen, skiën, triatlon, fitness, rafting en valschermspringen.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Elsene, Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni