Amira Daoudi

Posterlady Amira Daoudi: 'In een postkaart-stad wil je toch niet wonen?'

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
17/06/2015

U kent het werk van Amira Daoudi zeer goed. U weet het alleen niet. De jonge grafisch ontwerpster maakte de erg gesmaakte en prominent in het stadsbeeld opgedoken posters van films als 'Rundskop', 'A prendre la raison' of 'Kid'. In de gewelfde kelder van de Koninginnegalerij onder bioscoop Galeries opent vrijdag een tentoonstelling van haar werk. Haar voornaamste inspiratiebron is de stad. Posterlady Daoudi is een kind van Brussel.

V oor de foto twijfelen we. In haar kantoor, hartje Dansaertwijk, voor de muur met enkele van haar bekendste en mooiste filmposters? Of op het dakterras met hypnotiserend 360 graden zicht op de stad waarvan ze een personificatie is? Het wordt dat laatste. “Brussel heeft een enorme invloed op wie ik ben en dus ook op mijn werk,” glimlacht Amira Daoudi. “Brussel – de stad, de mensen, de architectuur, de sfeer – is mijn input. Dit is een erg eclectische stad. De coherentie is zoek. Maar in een postkaart-stad wil je toch niet wonen? Ik zou niet willen dat elke straat er perfect bij lag. In de mishmash schuilt de schoonheid. Je moet Brussel straat per straat bekijken. De sfeer kan zeer snel omslaan. Het veiligheidsgevoel helaas ook.”

“Ik reis graag. Ik ben weg zodra ik budget heb en een opening zie. Maar ik ben altijd gelukkig om weer thuis in Brussel te zijn. Vernissage hier, première daar: je kan je hier niet vervelen. Ik heb vaak last van fear of missing out. Geografisch zitten we ook goed. Je bent zo in Parijs, Amsterdam, Londen. Dat is erg handig. Het betekent ook dat dit altijd een stad met veel passage zal zijn.”

Daoudi zelf is het omgekeerde van een passant. “Ik ben tweetalig. Dat zal er wel toe bijdragen dat ik Brussel als een steunpilaar zie en me op en top Brussels voel. Ik ben in 1987 geboren en enig kind. Ik weet niet wat het is om een broer of zus te hebben. Hecht ik daarom zoveel belang aan mijn vrienden? Tot mijn zestiende woonde ik in de Marollen. Mijn vader was kok en mijn moeder bediende. Dan volgende twee jaar Laken. Sinds een jaar of tien woon en werk ik in de Dansaertwijk.”

La Marollienne
“Vijftien jaar geleden waren de Marollen lang niet zo toeristisch en aangenaam als nu. Waar ik woonde, was het niet om te lachen. Toch bewaar ik goede herinnering aan die tijd en was het een verrijking om daar op te groeien. Daar kon ik van uptown én downtown proeven. Ook Vorst en Sint-Gillis waren nabij. Ukkel kende ik ook want daar woonde mijn grootmoeder.” “Ik vind dat de mensen in het centrum te veel in het centrum blijven hangen en de mensen van de bovenstad of Flagey te veel in hun wijken. Dat is niet goed. Maar ik betrap er mezelf ook op, hoor. Ik zie mijn vrienden uit de Chatelain-wijk te weinig omdat ik tegen de reis op zie terwijl ik in New York zonder aarzelen drie metro’s neem om met iemand een koffie te drinken. Het is ambetant dat we keihard in onze minidorpjes wonen. Tegelijk is het ook gezellig als iedereen elkaar kent. Om yoghurt gaan, iemand tegenkomen en op terras eindigen in je lelijkste T-shirt: het heeft zijn charme.”

Maar we hadden het over de Marollen. “Die zijn énorm veranderd. De Zavel is afgezakt op de Marollen. Het is meer een postkaart geworden. Ik ben wel blij dat de Brusselse cafés stand houden. Ik hoor er ook nog altijd Brussels praten. Dat doet deugd. Als ancien Marolienne ben ik blij dat de buurt ondanks het toegenomen toerisme haar ziel behouden heeft. Ik breng er graag de hele zondag door. Dat is best ironisch want vroeger trokken we op zondag net weg uit de Marollen.”

Nieuwe zee bevaren
“Ik kon te voet naar school. Lager onderwijs volgde ik op Sint-Joris in de Cellebroersstraat. Daar werd je dagelijks met je neus op de geschiedenis gedrukt. Een van de muren is een overblijfsel van de eerste stadsomwalling van Brussel. Na het lager trok ik naar Maria-Boodschap in de Moutstraat, een topschool. Ik studeerde Latijn-Wiskunde. De helft van de klas kwam ondanks die academische opleiding terecht in film, illustratie, muziek, toneel, dans. Olivia Rochette en Gerard-Jan Claes draaiden Rain, de bekroonde documentaire over Anne Teresa De Keersmaeker. Billy Bultheel maakt hedendaagse dans- en muziekperformances in Frankfurt en New York. Nathan Van den Bulcke is pianist. Een jaar hoger zat Liesa Van der Aa. DJ Phonetics ken ik als Felix Aerts. Een aantal van ons verenigden zich in het collectief 54Kolaktiv. Die naam verwijst naar het Sint-Katelijneplein waar we vaak samenkwamen.”

“In mijn vrije tijd deed ik aan atletiek. Ik liep de 400 meter: ik had net genoeg conditie om de toer van de piste te doen. Drie keer per week trainde ik in het Koning Boudewijnstadion. In het weekend waren er wedstrijden. Dat was mijn keuze. Ik heb altijd gedaan wat ik wou.”

Voor iemand die alleen nog maar fietst en aan Pilates doet, heb ik nog altijd veel kracht in de benen. Ik mis wel een goede looppiste in Brussel. Ik zie er tegenop om naar het Warandepark te klimmen. Een maand geleden was ik nog in Brooklyn. Daar bestaat heel veel van de publieke ruimte uit atletiek- en sportvelden. Hier is dat ondenkbaar. Het kanaal is nu wel heraangelegd maar daar durf ik ’s avonds toch niet op m’n eentje gaan lopen. Een goed zwembad kan Brussel ook goed gebruiken. Je ziet dat ik de stad niet op een piëdestal plaats. Sommige zaken moeten beter.”

“Mabo gaf me goesting om iets in de kunstrichting te doen. Mijn moeder had gezien dat ik vaak focuste op reclame. Als kind stond ik al vaak stil bij het visueel landschap. Ik koos voor een studie grafische vormgeving aan Sint-Lukas. Ik wist op mijn achttiende al dat mijn leven projectmatig moet zijn. Ik ben bang van routine. Ik wil om de zoveel maand een nieuwe zee bevaren. Ik ben nu al vijf jaar zelfstandig. Dat is spannend. Je leeft van moment tot moment. Soms heb je veel werk, soms minder. Dat is niet erg comfortabel. Toch zou ik niet anders willen.”

Poster lady
“Ik werkte voor een reclamebureau toen een vriend, Gust Van de Berghe, me vroeg of ik geen poster wou ontwerpen voor zijn ‘schoolproject’. Wist ik veel dat Little Baby Jesus of Flanders geselecteerd zou worden voor Cannes. Flanders Image had een gigantische reclameruimte aan de ingang van de filmmarkt net naast de Rode Loper. Op wel tien vierkante meter hing mijn beeld. Dat viel op. Ik werd gevraagd voor de posters voor What’s in a name van Eva Küpper en Pulsar van Alex Stockman.” “Een tweede enorme boost kwam er dankzij Rundskop. Zelfs Michaël Roskam had niet gedacht dat Rundskop zo’n immense impact zou hebben. Niet dat ik daar om treur.”

“Zo lang ik gevraagd word, blijf ik posters maken. Ik kan ook niets anders. Ik kan wel koken en trek mijn plan in sport en dans. Maar voor de rest kan ik niets anders dan ontwerpen. Dat wil ik blijven doen. Ondertussen heb ik al 77 filmposters ontworpen. Voor de expo in Galeries kon ik de kwantiteit laten zien of aan de hand van een selectie vertellen hoe je van een film tot een poster komt. Ik ga voor dat laatste.” “Je ziet het misschien niet maar een filmaffiche is altijd een compromis. Ik moet er artistiek achter kunnen staan. Er moet rekening gehouden worden met wat de regisseur in zijn hoofd heeft. Het blijft ten slotte zijn film. En je moet rekening houden met de markt. Voor arthousefilms krijg ik makkelijker carte blanche dan voor de films voor het grote publiek. Dan moet de poster in een oogopslag het genre verduidelijken, aangeven wat de mensen kunnen verwachten, welke acteurs meespelen. Het is en blijft toegepaste kunst. Maar dat spanningsveld maakt het net zo boeiend.”

Extra vette runderen

In de stad wordt Amira Daoudi vaak met haar eigen werk geconfronteerd. Filmaffiches blijven een beproefd promotiemiddel. “Een gigantische poster van ‘A perdre la raison’ sierde wekenlang het gebouw van Wallimage, net voorbij de Sainctelettebrug. Rundskop hing in het groot boven de UGC de Brouckère. Natuurlijk imponeert dat. Maar het is moeilijk om afstand te nemen van iets dat je zelf gemaakt hebt. Ik zie altijd dingen die nog beter hadden gekund.” “Op de poster van ‘Rundskop’ probeer ik het tragisch gevoel van het hoofdpersonage te weerspiegelen in één beeld. Ik wou werken met de scène waarin Matthias Schoenaerts zichzelf inspuit in de badkamer en op zijn eentje begint te boksen. Het was wel een heel werk om dat beeld te bekomen. Omdat Matthias in die scène nooit stilstaat was er geen enkel scherp beeld. Op de poster zie je een montage van vier beelden. De runderen onderaan de affiche zijn er bijgekomen om de setting te verduidelijken: de hormonenmaffia. De runderen zijn dikker dan in werkelijkheid. (lacht) We hebben ze voor de poster nog eens extra opgeblazen.”

Amira Daoudi, From Film To Poster

data: 19/06 > 28/07

waar: tentoonstellingsruimte van Galeries

BDW in gesprek met ...

Brussel Deze Week ontmoet iedere week een interessante Brusselaar voor een boeiend gesprek.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving, Expo, BDW in gesprek met ...

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni