Rohnny Buyens

Rohnny Buyens over eenzaamheid bij ouderen: 'Niet allemaal kommer en kwel'

Danny Vileyn
© Brussel Deze Week
09/12/2015

Er is veel eenzaamheid bij ouderen in Brussel, maar de informele zorg is er beter uitgebouwd dan in Vlaanderen en Wallonië. Rohnny Buyens ziet de onderzoeksresultaten van VUB-professor Sociale Gerontologie Dominique Verté iedere dag in de praktijk.

P laats van de afspraak: Les Brasseurs, een van de laatste authentieke cafés van het hypercentrum. Uur van afspraak: één uur ‘s middags. Buyens komt net terug van de begrafenis van de heel oude vader van een vriend. Afscheid nemen doet altijd pijn, weet Buyens. Ook als de mensen hoogbejaard zijn. Ook als je zoals Buyens van bejaardenzorg je beroep hebt gemaakt. Dan weet je het misschien nog net iets beter.

De bakker en de postbode
Rohnny Buyens werkt al zijn hele leven in de vrijetijdssector voor ouderen. Eerst bij de Nederlandse Cultuurcommissie (NCC, nu VGC), nu al heel lang bij S-plus, de seniorenvereniging van de Socialistische Mutualiteit Brabant.

De toestand in Brussel is ernstig. Bij de 50-plussers is 52 procent van de vrouwen officieel alleenstaand. Bij de mannen is dat 37 procent. Vrouwen leven langer, dat is al heel lang zo, maar dat is maar één verklaring. Mannen zoeken ook rapper een nieuwe partner, een jongere dan. En hoe ouder, hoe groter de kans dat de partner er niet meer is.

Bij S-plus is 75 procent officieel alleenstaand en volgens de studies van VUB-professor Verté is 50 procent van de senioren eenzaam tot zeer eenzaam. Buyens: “Ze zijn officieel alleenstaand, maar dankzij het verenigingsleven zie ik gelukkig ook alleenstaanden die een nieuwe partner leren kennen. Ook na de relatie houden ze beiden hun adres aan, ook al zijn ze het grootste deel van de week samen. Vaak gaan ze niet samenwonen om geen ambras te hebben met hun kinderen. We merken dat omdat ze vragen om correspondentie naar beide adressen te sturen. Het is niet allemaal kommer en kwel. Ook statistieken zijn een momentopname.”

Maar uiteraard is er veel eenzaamheid, en die treft zowel vermogenden als arme ouderen. Buyens: “Eenzaamheid is even erg in een villa in Ukkel als in een bescheiden flatje in het centrum van Brussel. Er zijn ook villabewoners die twee tot drie dagen geen familie, vrienden of kennissen zien. De bakker om de hoek is vaak de enige met wie ze een paar woorden wisselen, Lang geleden had de postbode nog tijd voor een praatje, maar dat is ook al verleden tijd.”

Hulptelefoon
Alhoewel. De kloof tussen rijk en arm is bij Brusselse senioren nog meer uitgesproken dan bij de rest van de bevolking. En die heel arme senioren worden nog meer bedreigd door de gesel van de eenzaamheid. Buyens: “De arme senioren zijn de vergeten groep armen, de armoede bij senioren speelt zich af achter gesloten deuren. Maar toch zie je er af en toe. Ik zie een madammeke vlakbij mijn werk die bedelt, er is er ook één oudere dame die bedelt in het centraal station. Ze leest er haar krant, ze praat met heel veel mensen. Ook bij S-plus bereiken we nog te weinig arme senioren, die zijn bezig met overleven, aan het proberen om drie maaltijden per dag samen te schrapen. Ook al drink je maar één pintje: het kost wel iets als je aan activiteiten deelneemt.”

Ouderen die naar een vereniging trekken, willen zelf praten. Buyens: “Tegen jonge collega’s die vernieuwing willen zeg ik vaak: niets tegen vernieuwing, maar houd er rekening mee dat alleenstaande senioren in het verenigingsleven een warm nest zoeken. Ze zijn best geïnteresseerd in een lezing, maar die moet niet veel langer dan een half uur duren, dan willen ze zelf hun verhaal kwijt omdat ze straks thuis opnieuw alleen zijn.”

In Brussel zijn de voorzieningen wel goed. Je hebt de dienstencentra, je hebt de sociale restaurants. Buyens: “In de Stad Brussel, de gemeente die ik het best ken, worden seniorenverenigingen ook goed ondersteund, er is een gratis bus en een hulptelefoon, al zou die laatste nog beter uitgebouwd kunnen worden.”

Bachten de Kupe
Maar Brussel heeft ook zijn rauwe kanten. Een van de deviezen voor ouderenzorg is de wijkwerking. Buyens: “Ouderen die in wijken met niet weinig problemen wonen zijn blij om eens een uitstapje naar de Ardennen of de Kust te maken. Of om samen met de bus inkopen te doen. Het is ondertussen vijftien jaar geleden dat ouderen uit laag-Molenbeek zich erover bekloegen dat ze nergens nog een stukje varkensvlees konden kopen, de laatste Belgische beenhouwer was met pensioen gegaan. Dankzij de Nationale Loterij heeft het dienstencentrum Randstad dan een busje kunnen aankopen waarmee de bejaarden hun boodschappen kunnen doen. Nadien komen ze terug naar het dienstencentrum waar ze nog een koffie of een trappist kunnen drinken. Daarna worden ze met boodschappen naar huis gebracht.”

Brussel heeft net zoals iedere grootstad zijn goede en zijn slechte kanten, maar, zegt Buyens: “Uit de studies van professor Verté is ook gebleken dat de informele hulp en de mantelzorg beter werken in Brussel dan in de rest van het land, en dat is maar goed ook. Er zijn niet weinig senioren die destijds uit Bachten de Kupe of Limburg naar Brussel gekomen zijn terwijl hun familie ginder bleef. Vaak zijn ze alleen, soms hebben ze geen kinderen, of hebben de kinderen Brussel alweer verlaten. Die mantelzorg en informele hulp zijn een noodzaak en een zegen.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni