Tentoonstelling over schietpartij Verlaine-Rimbaud: Van schermutseling tot meesterwerk

An Devroe
© Brussel Deze Week
23/11/2012
De expositie Verlaine in de gevangenis in het Museum der Letteren en Manuscripten vertrekt van twee geweerschoten. Ze galmen na in de hartstochtelijkste gedichten die de Franse dichter Paul Verlaine ooit schreef. En dat deed hij in de gevangenissen van Brussel en Bergen.

E en expo over Paul Verlaine (1844-1896) in het jonge Museum der Letteren en Manuscripten was onvermijdelijk. De revolver waarmee Verlaine op 10 juli 1873 twee keer op zijn minnaar Arthur Rimbaud schoot, had hij die dag gekocht bij wapenhandel Montigny, Koninginnegalerij 11, op enkele stappen van het museum. De commissaris van de expositie, de Franse historicus Jean-Pierre Guéno, vond het niet meer dan normaal dat de expositie eerst het Brusselse museum en pas daarna zijn grote broer in Parijs aandeed.

Niet het schietincident zelf - Rimbaud hield aan de ene kogel die hem raakte, uiteindelijk slechts een kleine armwonde over -, maar de toen nog wettelijk verboden homoseksuele relatie met Rimbaud bepaalde de strafmaat.

Na de Amigo (destijds in de Vruntstraat achter het stadhuis) en de Karmelietengevangenis (Petits Carmes, bij de Naamsepoort) belandde Verlaine na zijn veroordeling in de gevangenis van Bergen. De Belgische gevangenissen betekenden voor hem een lijdensweg (hij huilt er des pleurs de plomb, loden tranen), maar evenzeer een ontwenningskuur en een verzoening van alle tegenstrijdigheden in zichzelf. Guéno vat het samen als 'verscheurd tussen God en Rimbaud', een tweeslachtige ziel, zoals zovelen van zijn generatiegenoten-poètes maudits.

Bij gebrek aan absint, 'de groene fee', vlucht Verlaine in de gevangenis in het schrijven. Eerst met in koffie gedoopte lucifers op kaasverpakkingen, later met wat uit een inktpot gespaarde inkt bedoeld voor brieven, die hij bewaart in een spleet tussen de vloertegels.

Na zestien maanden cel vond Verlaine geen enkele uitgever voor zijn bundel Cellulairement (Celsgewijs). Het schandaal rond de jonge vader en echtgenoot en de minderjarige Rimbaud was nog niet vergeten. Verlaine liet de gedichten dan maar verspreid opnemen in bundels zoals Sagesse, Jadis et Naguère en Parallèllement, waar ze tot de allermooiste behoren. Beladen woorden als Brussel en Bergen liet hij veiligheidshalve schrappen. Maar België had een van de grootste Franse dichters bevrijd.

O Belgique qui m'as valu ce dur loisir,
Merci ! J'ai pu du moins réfléchir, et saisir,
Dans le silence doux et blanc de tes cellules,
Les raisons, qui fuyaient, comme des libellules,
À travers les roseaux bavards d'un monde vain,
Les raisons de mon être immortel et divin,
Et les étiqueter, comme en un beau musée,
Dans les cases en fin cristal de ma pensée.

('O België dat me deze moeilijke vrije tijd bezorgde. / Bedankt! Ik kon in elk geval nadenken, en begrijpen, / In de zachte en witte stilte van jouw cellen, / Over de redenen, die ontglippen, als libellen, / Doorheen het praatzieke riet van een ijdele wereld, / Over de redenen van mijn eeuwig en goddelijk zijn, / En ze een etiket opkleven, als in een prachtig museum, / In de fijne kristallen hokjes van mijn gedachten.')

Het handgeschreven manuscript Cellulairement is in Frankrijk 'trésor national', op de expo opengeslagen op het velletje met het gedicht 'Au lecteur', getekend 'Bruxelles, de la prison des Petits-Carmes, Juillet 1873'.
Aan de hand van kopieën van de overige gedichten kun je op de expo het leven van Verlaine reconstrueren. Een heftig leven, noemt historica Stéphanie Becco van het museum het. "De kleine Paul groeide oog in oog op met de gruwelbeelden van foetussen van drie miskramen die zijn moeder in bokalen bewaarde. Hij vond dat hij erop leek en dat het door zijn lelijkheid kwam dat hij geen vrienden had, en later geen meisjes kon krijgen. In het gevangenisgedicht 'Un pouacre' ('Een lelijkerd') ziet hij zijn hele verleden, zijn hele zelfverwijt, door zijn dakraampje grijnzen."

Zijn getekende zelfportretten krijgen de ene keer aapachtige trekken, de andere keer kubistische, norse vormen. "Alleen met zijn acht jaar oudere nicht Elise Moncoble, die door zijn ouders was geadopteerd, had hij een liefdevolle band. Maar zij wordt uitgehuwelijkt en sterft in het kraambed. 'Mon rêve familiale' ('Mijn vertrouwde droom'), misschien wel Verlaines bekendste gedicht, is een ode aan die verboden liefde," zegt Becco.
"Verlaine huwde Mathilde Mauté, verleid door zijn dichtkunst, die al snel ondervond dat ze met een dronkaard was getrouwd. Ze wist nooit of ze gestreeld of geslagen zou worden. Hij leerde bovendien de zeventienjarige getalenteerde dichter Arthur Rimbaud kennen. Een relatie van aantrekken en afstoten tussen zielsverwanten en minnaars."

'Le sonnet du trou du cul' ('Sonnet van het aarsgat'), geschreven door Verlaine en Rimbaud samen, laat niets aan de verbeelding over. Als vagebonden zwerven ze rond in Brussel (bewonen er een hotel aan het Rogierplein, de huidige Brasserie Le Saint Germain) en in Londen.

Terug in Brussel, in een hotelkamer in de Brouwersstraat 1, loopt het mis. Rimbaud wilde eerst geen klacht indienen, maar klampt aan het Rouppeplein toch een agent aan. Hij voelde zich bedreigd door Verlaine, die hem zou vergezellen naar de trein, maar hem belette te vertrekken. Na hun verklaringen op het stadhuis wordt Verlaine meteen naar de Amigo gestuurd. Op de expo kunt u het medisch rapport nalezen van het onderzoek naar 'sporen van pederastische gewoonten'.

Verlaine in ons
Wij hebben Verlaine nooit uit het hoofd moeten leren, maar toch moeten bepaalde melodieën in ons DNA geslopen zijn: 'Il pleure dans mon cœur / Comme il pleut sur la ville / Quelle est cette langueur / Qui penètre mon cœur?'

Rimbaud staat erom bekend, maar het was zijn meester Verlaine die voor het eerst, in de gevangenis, met onpare metrums dichtte en zoveel muzikaliteit in de Franse poë­zie bracht. In 'L'art poétique' klinkt het vanuit de gevangenis: 'De la musique avant toute chose !'

"We moeten weer de brug maken naar het leven van Verlaine," zegt Guéno, die hoopt dat daardoor de interesse in zijn poëzie zal terugkeren. "Dan gaan de gedichten pas vibreren, van lief en leed dat het onze zou kunnen zijn."

Verlaine in de gevangenis, nog tot en met 13 januari: www.mlmb.be


Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni