Vandenbussche (61):'Leven is mensen ontmoeten'

Dirk Volckaerts
© Brussel Deze Week
13/04/2006
Hij was 16 jaar lang Vlaams schepen in Etterbeek. Vlaams en Brussels Parlementslid en VGC-voorzitter. Sociaal-culturele goeroe, mede-oprichter van de Louis-Paul Boonkring, Brussels voorzitter van Contrasten, geëngageerd vechter tegen extreem-rechts. Michiel Vandenbussche heeft ons verlaten op 5 april 2006. Overleden aan de gevolgen van, zoals dat heet, een slepende ziekte. 61 was hij.

Michiel Vandenbussche, Etterbeeks schepen van Nederlandse Cultuur, Welzijn, Huisvesting, Informatica en Internationale Solidariteit, was een politicus zoals ze er niet veel meer maken. Een theoreticus, dossierkenner, vergadertijger, maar tevens een man van de sociale actie en van de goede ouderwetse politieke debatten in achterzaaltjes of aan cafétogen.

In oktober 2003 interviewde Karel van der Auwera hem nog voor de Brussel Deze Week-reeks 'Wonen in Brussel'. "Als we de woning van Michiel Vandenbussche betreden," zo noteerde Karel Van der Auwera toen, "valt me één ding onmiddellijk op. Overal paperassen, paperassen en nog eens paperassen. Tot in de keuken toe. 'Het wordt mij nu toch wel een beetje te veel van het goede. Ik ga het gedeelte waar nu de keuken is veranderen en meer aansluiten op de tuin. Om een plek te hebben waar ik kan leven zonder al die papieren'." Maar hij kon niet leven zonder 'al die papieren.' Zonder zijn politiek engagement, dat hem al tijdens zijn studententijd in 1966 op de Leuvense barricaden bracht naast figuren als een Paul Goossens of een Ludo Martens.

Naar Brussel
Michiel Vandenbussche was - dat zal sommigen verbazen - West-Vlaming. Geboren in Roeselare op 9 januari 1945. Via zijn studies aan de Leuvense universiteit en zijn jeugdig engagement als praeses van Pol & Soc of actief lid van de ABN-kernen (vandaar ook zijn onberispelijk Nederlands!) kon hij zich als het ware ontwortelen, losrukken uit de Vlaamse klei. En daar blijft het niet bij; de grootstad wenkt.

In 1970 wordt de pas afgestudeerde Michiel Vandenbussche door Renaat Roels naar Brussel gehaald en bij de Stichting Lodewijk De Raet aangeworven als verantwoordelijke voor het project Vlaanderen in en rond Brussel. Hij maakt er de begindagen van de Nederlandse Commissie voor de Cultuur (NCC) mee, en die van de Agglomeratieraad voor Plaatselijk Sociaal Cultureel Werk (APSKW), van waaruit later onder meer de Gemeenschapscentra zullen ontkiemen. Als algemeen secretaris van het APSKW organiseert hij in 1975 het eerste Congres van de Brusselse Vlamingen.

Michiel Vandenbussche zal in Brussel zijn engagement verder zetten binnen de socialistische partij. Hij gaat werken voor het kabinet van staatssecretaris Lydia De Pauw-Deveen, later voor de Brabantse vice-gouverneur Aimé Van Lent. In 1982 wordt hij verkozen als gemeenteraadslid in Etterbeek, op de Vlaamse kartellijst van SP, CVP, VU en de PVV van Vic Uyttebroeck, vader van Annemie Neyts. De lijst krijgt 1.634 stemmen (7,1 procent) en twee verkozenen.

Zes jaar later, met de gemeenteraadsverkiezingen van 1988, zorgt Michiel Vandenbussche voor een stunt, door zijn samenwerking met het Kartel op te blazen en (overigens tot verbijstering van de drie andere Vlaamse partijen) in zee te gaan met de tweetalige lijst van burgemeester Léon Defosset, een van de mede-oprichters van het FDF, die uit onvrede bij de PS was terechtgekomen. Met een opmerkelijke campagne (Je vous aime tous, op initiatief van Michiel Vandenbussche georganiseerd door pr-man Wim Schamp) probeert de burgemeester een volstrekte meerderheid te behalen. Het plan mislukt: het FDF bekampt zijn ex-medestander Léon Defosset met alle oor- en onoorbare middelen en de Lijst van de Burgemeester strandt op een teleurstellende derde plaats. Maar via een coalitie met PRL en PSC komt Defosset toch aan de macht. Michiel Vandenbussche wordt Vlaamse schepen, onder meer bevoegd voor Ruimtelijke Ordening. Hij zal het schepenambt tot aan zijn sterfdag uitoefenen.

Principieel
Michiel Vandenbussche was sinds 1989, bij de creatie van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, lid van dit orgaan - en dus ook automatisch van de raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. In 1995 wordt hij herverkozen, en zetelt meteen als een van de zes Brusselse Vlamingen in het Vlaams parlement, waar hij zich verdienstelijk maakt als ondervoorzitter van de commissie Cultuur. In 1999 neemt hij ontslag uit al zijn parlementaire functies, om plaats te maken voor partijgenote Anne Van Asbroeck. Van Asbroeck was toen net Vlaams staatssecretaris af en dus politiek werkloos; de deal met coalitiepartner CVP bestond eruit dat voor het tweede deel van de legislatuur Brigitte Grouwels staatssecretaris voor Brusselse Aangelegenheden en Gelijke Kansen zou worden in de regering Van den Brande. Er werd wat gefronst bij de beslissing van Vandenbussche, toen. Men vermoedde er allerlei politieke maneuvers achter. Maar zelf hield hij vol dat hij "met overtuiging" ontslag heeft genomen. Zoals zijn toenmalige kabinetschef en opvolger in de Etterbeekse gemeentepolitiek Rik Baeten schreef: "Hij deed dit vanuit de overtuiging dat principes als verjonging en vervrouwelijking in de politiek al te vaak enkel met de lippen beleden worden." Het was een onbaatzuchtige stap, want "(...) er [lagen] geen nieuwe mandaten voor Michiel te wachten in de lade van de partijvoorzitter."

De citaten komen uit een merkwaardig werk, het Liber Amicorum voor Michiel Vandenbussche, samengesteld door zijn vrienden en kameraden. Niet het bestaan zelf van dit Liber Amicorum is merkwaardig, wel de aanleiding voor zijn verschijnen: het vrijwillig ontslag van Vandenbussche uit het Brussels parlement. Achteraf zou inderdaad blijken dat dit Vandenbussches afscheid van de 'grote' politiek zou zijn. De bijdragen in het Liber Amicorum zijn erg verscheiden, en niet van de minste. Collega's-politici, partijgenoten en sympathisanten doen er hun verhaal: Rik Baeten, Anne Van Asbroeck, Kathy Lindekens, Mark Michiels, Jef Sleeckx, Herman Suykerbuyk, Jos Chabert, Charles Picqué, Lode Van Outrive, Harry Dierckx, Maurits Coppieters, Norbert De Batselier, Sven Gatz, Vic Anciaux, Lydia De Pauw-Deveen, Paul Pataer en Omer Mommaerts; net als zijn strijdmakkers van mei '68, Paul Goossens en Ludo Martens; Wim Schamp; auteur Guido Frederix en journalist Guido Fonteyn; en dan nog Jozef Deleu, Els Witte, Johan Verminnen, Geert Van Istendael en Benno Barnard. Wie een Liber Amicorum met zulke namen kan vullen, heeft iets om naar om te kijken.

Want belangrijker dan het partijpolitieke spel, de vergaderingen, de oeverloze stroom verslagen, moties, rapporten en nota's, was voor Michiel Vandenbussche de vriendschap, de informele ontmoeting, het goede gesprek bij een goed glas, aan de riante tafel in de Fétisstraat. Of zoals hij het zelf verwoordde aan Karel Van der Auwera: "Dit huis en deze tuin staan om de haverklap open voor gesprekken, muziek, discussies met vrienden. Binnen de progressieve sfeer, maar niet eng partijpolitiek gericht. Dat vind ik essentieel. Ik wil leven. En leven is mensen ontmoeten. Dat is in de ogen kunnen kijken van anderen, vriendinnen, vrienden, hun kinderen."

:: Op zaterdag 15/4 is er om 10u een korte officiële plechtigheid in het gemeentehuis van Etterbeek. Om 11u verzamelt iedereen in het Felix Happark om afscheid te nemen van Michiel Vandenbussche.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni