Wonen in Brussel: Frans Claus (45), kunstenaar

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
10/01/2008
"Kleinere kunstinitiatieven hebben tegenwoordig enkel bestaansrecht als ze zich organiseren binnen grotere overkoepelende organisaties. Ik ga daar tegenin. Volgens mij is er juist nood aan onafhankelijke kleinschalige initiatieven met een uitgesproken eigen ziel. Vergelijk het gerust met de Brusselse horeca, waar verscheidenheid, eigenzinnigheid juist de rijkdom uitmaakt. Zonder verscheidenheid krijg je eenheidskoek, waar niemand echt voeling mee kan hebben." Frans Claus (45), bezieler van het artistieke lab Les Ateliers Claus.

Opgegroeid is Frans Claus in Aalst: "Daar heb je twee soorten van mensen: verknochte chauvinisten en 'verraders' die iets anders van de wereld willen zien. Ik ben zo'n 'verrader'. Op mijn achttien jaar ben ik gevlucht naar Gent, onder het mom van universitaire studies: politieke en sociale wetenschappen. Veel heb ik daarvan niet terechtgebracht."

"Iets betekenen op het podium sprak me wel aan. Zo heb ik acht jaar voortgeploeterd: van de circusschool tot een workshop van negen maanden waaruit Jan Fabres 'De Macht der Theaterlijke Dwaasheden' is voortgekomen. Om uiteindelijk te moeten vaststellen dat het niet bij mijn persoonlijkheid past. Te introvert, te verlegen voor een publiek. Mijn talent ligt elders: achter het podium, dingen op poten zetten, mensen samenbrengen. Zo ben ik drie jaar muziekprogrammator geweest bij Democrazy, een obscure undergroundclub. We hebben groepen naar Gent gehaald die pas later bekend zijn geworden. Zo hebben we onder meer het eerste concert van Nirvana in België georganiseerd. Daar is amper tweehonderd man op afgekomen, maar achteraf krijgt zoiets legendarische dimensies."

Op vakantie
Vijftien jaar later was het tijd voor de échte stad: Brussel. "Ik zocht anonimiteit, Brussel kon me die geven. Ik kan me nog altijd vreemdeling voelen in de stad. Op plekken komen waarvan ik zeg: 'Tiens, hier ben ik nog nooit geweest.' Ik had wel al uitgebreid kennis gemaakt met de stad. Door mijn nonkel Luc te bezoeken en theatercursussen te volgen. Door vakanties ook, met als uitvalsbasis de woning van een vriend aan de Munthofstraat, die elke zomer in Italië doorbracht. Fantastisch was dat: terwijl iedereen naar zee ging, ging ik op vakantie naar de stad."

"Brussel past perfect bij mijn persoonlijkheid. Ik wil onherkenbaar zijn in de massa maar heb tegelijkertijd die massa nodig. Brussel is ook een stad die een mens dwingt zijn identiteit constant in vraag te stellen, omdat iedereen in een minderheidssituatie zit. Net die confrontatie met andere culturen maakt je eigen cultuur zo sterk. Iets waaraan Vlaamse steden een puntje kunnen zuigen: daar merk je het tegenovergestelde en dat stoort me enorm. Net als het feit trouwens dat velen een uitgesproken negatieve mening over Brussel spuien zonder kennis van zaken. Van gewone mensen tot toppolitici."

Les Ateliers Claus
Frans heeft ook snel zijn stek gevonden in Brussel: een leegstaand meubeldepot in Sint-Gillis, midden in de melting pot rond het Zuidstation. "Toen ik dit pand zag, wist ik dat ik juist zat. De prijs was bovendien heel schappelijk, omdat er geen woonfunctie was", vertelt Frans, terwijl ik met eigen ogen vaststel hoe hij er wonderwel in geslaagd is een zee van privé te combineren met ruimte voor (muziek)cultuur. "Ik ben hier onmiddellijk ingetrokken, heb me een plastic hok gebouwd waar ik mijn bed kon zetten en mijn kleren kon ophangen. Daarna ben ik het zelf beginnen aan te passen naar mijn noden. Met in het achterhoofd meer dan louter atelier en wonen: ik wilde een ruimte creëren waar ik kleine publieke evenementen kon organiseren. Zo heeft 'Les Ateliers Claus' vorm gekregen. Het is een lab, in principe kan hier alles aan bod komen wat kunst is, alles waarin mensen expressie zoeken."

Het concept: simpel. Kelder, gelijkvloers en eerste verdieping zijn ingericht voor kleine evenementen die muziek combineren met andere kunstvormen, filmvoorstellingen of activiteiten voor kinderen uit de buurt. De verdiepingen daarboven fungeren als woonruimte met loftgevoel. "Het is ook allerminst elitair. Hier komen niet alleen muzikanten van de jazzstudio uit Antwerpen repeteren, of van het Lemmensinstituut in Leuven, maar ook jonge muzikanten uit de buurt. Maandelijks hebben we één evenement. Eentje maar, omdat ik de buurt niet met overlast wil opzadelen. Op zo'n avond zijn er een viertal concerten. Op de eerste verdieping hebben we ook een beetje keuken en bar."

Eigen persoonlijkheid
De aanloop was misschien lang, maar met de opening van Les Ateliers Claus is alles in een stroomversnelling gekomen. In zoverre dat nu, anderhalf jaar verder, een volgende stap zich opdringt. "Ik werk met vier vrijwilligers die er een heel groot deel van hun vrije tijd insteken. Professionalisering wordt een must, en subsidiëring, zodat we mensen kunnen betalen voor hun werk. Maar zonder aan de kleinschaligheid te raken. We zijn ook op zoek naar andere locaties — Les Ateliers Claus is een mentale ruimte die zich in principe overal kan installeren — en ook samenwerking staat op ons verlanglijstje. Afscheid nemen van deze ruimte zal jammer zijn, maar het is een stap die we moeten durven te zetten."

Alleen is de timing niet ideaal. "De overheid wil andere krijtlijnen trekken, meer geld pompen in de gemeenschapscentra, in grote projecten met meer uitstraling. De mensen de grootste gemene deler in de strot rammen, je ziet het op alle mogelijke terreinen gebeuren in onze maatschappij. Ik geloof niet in dat behagen van iedereen. De keuze voor passie, voor liefde moet primeren, niet het afronden van scherpe kantjes omdat je vreest iemand pijn te doen. Iedereen moet vrij kunnen kiezen en dat wordt op dit ogenblik flagrant miskend. Daaruit spreekt een ongelooflijke minachting. Ik weet het, dit zeggen is niet populair in deze tijd en vooral de politieke mensen die de subsidies moeten verdelen, hebben er blijkbaar weinig of geen boodschap aan. Maar het is en blijft wel mijn overtuiging. Hoe langer hoe meer maak ik mij sterk dat dit mijn weg is. Het leven is te kort om niet te doen wat je moet doen. Dat ben ik eigenlijk verplicht aan het leven: de talenten die ik heb, echt gebruiken. Ik besef heel goed dat het kleinschalig is, in de marge. Maar ik voel me er zeer gelukkig bij. Nu slaat het misschien niet aan maar binnen een x-aantal jaar misschien wel."

Ideale biotoop
We verhuizen naar de leefruimte. Centraal, een groot kookeiland, met goed gerief. Een stevig uit de kluiten gewassen open haard, zonder franjes. Op de ijskast: magneetjes, met Italiaanse woordjes op. "Dat is iets van mijn levensgezellin, Gaia. De bedoeling is dat ik er zinnetjes mee maak, zodat mijn Italiaans wat beter wordt. Zij heeft ondertussen al tamelijk goed Nederlands geleerd, vooral via mij oudste zoon Marcel, die acht is. Dat werkt wederzijds, Marcel heeft van zijn stiefmama al een hele mondvol Italiaans geleerd. Hij voelt zich ook goed op zijn gemak in Brussel, kan hier spelen op straat met zijn vriendjes: Indiërs, een Marokkaantje, Portugeesjes. Want de sociale controle is hier groot: er is meer dorp in de stad dan op het platteland. Ook met onze jongste, Emile, zal het wel loslopen. Trouwens, de ideale biotoop voor de mens is volgens mij een stedelijke omgeving. Vanuit ecologisch, economisch en organisatorisch standpunt zijn we het bijna aan onszelf verplicht in grote groepen samen te wonen; uitgerekend die liefhebbers van het groen, die naar het platteland zijn getrokken, zijn er de oorzaak van dat we bijna geen platteland meer hebben. De stad is dus het antwoord, al hebben we het slecht, kortzichtig georganiseerd. Onze steden zijn ook te klein, zelfs Brussel. Brussel zou nog twee keer zo groot moeten zijn als nu, de verkeerschaos eveneens: nu kunnen we het ons nog steeds veroorloven dat het niet goed werkt, de auto bolt nog altijd."

"Er zijn trouwens nog zoveel dingen in Brussel die beter kunnen. Van het aanleggen of heraanleggen van pleinen, bijvoorbeeld, hebben ze duidelijk geen kaas gegeten. Er kruipen jaren in, het kost massa's geld, maar het resultaat is bijna steeds ongelukkig, tegen de natuurlijke beweging van de mensen in."

"Die pleinen vormen maar één voorbeeld van de vele dingen die niet op rolletjes lopen in Brussel. Neem nu de multiculturele samenleving. Ik heb een heel goed contact met de mensen in de wijk. Je hebt hier een hele hutsekluts van mensen. Van mijn kapper uit Erpe-Mere en zijn Colombiaanse vriendin, tot de Anglicaans dominee, of de oude Marokkaanse vader met zijn nageslacht. Met elk van die gemeenschappen is er wel iets te doen en is er wel iets op te bouwen. Maar er wordt ook heel veel onzin verteld over de multiculturele samenleving door mensen die er niet in zitten, mensen die er heel veel romantische idealen over koesteren, of net het omgekeerde. Die multiculturele samenleving is er, het is een illusie te denken dat de klok nog teruggedraaid kan worden. Maar het is een al even grote illusie te denken dat het zal gebeuren zonder slag of stoot, zonder miserie."

"Dat multiculturele is ook — zeker op termijn — een verrijking. Daarom stoor ik mij zo aan de Nederlandstalige enclave die aan het ontstaan is in het centrum rond de Dansaertstraat. Een hele generatie van jonge mensen — bewuste Nederlandstaligen — die denkt dat het the place to be is en die daar niet buiten geraakt."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni