Sporters met een baan: ‘Ik moet twee bazen tevreden houden’

Filip Van Der Elst
© BRUZZ
23/05/2017

Topsporters zijn overbetaalde luiwammesen die na één training in de sofa ploffen: zo luidt het cliché. BRUZZ selecteerde er vier andere: publiekslievelingen op het veld, maar noeste werkers ernaast.

VINCENT VANDIEPENBEECK

> °14/12/1985 > verdediger bij Union St.Gilloise > vertegenwoordiger bij Comes Security Center in Jette (verkoopt beveiligde deuren op maat)

Sport vincent-BRUZZ ACTUA 1571
Ik ben bijna de enige van de ploeg die ook werkt. We trainen vaak twee keer per dag. Eén keer is dat ’s ochtends, en dat combineren met een job is niet gemakkelijk. Gelukkig heb ik een goede baas. Hij weet dat ik voetballer ben en dat ik de tijd die ik mis door het voetbal inhaal in rustigere periodes. Ik zie het zo: ik heb een baas op het werk én op het voetbalveld, en die moet ik allebei tevreden proberen te houden, maar ik zal altijd voldoen aan mijn verplichtingen. Op de ochtendtraining moet ik vroeger vertrekken, zodat ik op tijd op het werk ben. Ik vraag aan de hulptrainer constant hoe laat het is, want ik wil niet te laat komen op een afspraak voor het werk omdat ik nog op training stond.”

“Mijn ploegmaats lachen er weleens mee: ‘Ha Vince, gij traint vandaag maar één keer en wij twee!’ maar ze beseffen dat ik tegelijkertijd ga werken. Zij zijn prof, ze staan op hun gemak op, ze gaan trainen, en dat is het. Als er maar één training is, hebben ze op de middag al gedaan, terwijl mijn tweede dag dan begint.”

“Ik wou niet voltijds prof zijn. Wat doe je als je 35 bent en niet meer kan spelen? Dan staat er alleen maar ‘voetballer’ op je cv. Lang niet alle spelers zijn daar zoveel mee bezig als ik. Maar ik weet wat ik doe. Op ons niveau zijn er een paar spelers die misschien ooit in eerste klasse zullen spelen en goed hun boterham zullen verdienen. Van anderen zal je nooit meer wat horen in het voetbal. Misschien hebben zij er op een dag spijt van dat ze er nooit voor gekozen hebben om te gaan werken.”

“Mijn kinderen mogen niet denken dat hun papa een vedette is en dat hij zijn geld verdient door alleen maar tegen een bal te trappen. Zo is het leven niet. Ze zien mij bijna nooit en ze weten hoe dat komt. Het heeft natuurlijk ook mindere kanten. Ik heb nauwelijks tijd over, op vakantie gaan met mijn kinderen zit er niet in en ik ben altijd gehaast. Op het voetbalveld kom ik niet tot rust en op het werk rinkelt mijn telefoon soms tweehonderd keer per dag. En thuis moet ik de kinderen helpen met hun huiswerk en hen in bed stoppen. De momenten dat ik op mijn gemak in de zetel kan zitten zijn zeldzaam, maar die koester ik wel.”

NICOLAS VANDERHAEGEN

> °10/11/1986 > verdediger bij RWDM > vuilnisophaler bij Net Brussel

Sport nicolas-BRUZZ ACTUA 1571
Ik doe dit al elf jaar. Vooral de uren bevallen me wel: ik start om 6.30u ’s morgens en werk tot ‘s middags. Zo kan ik in de namiddag mijn kinderen van school afhalen en heb ik ’s avonds tijd voor de trainingen. Veel tijd om uit te rusten heb ik niet. Na mijn shift kan ik hoogstens wat boodschappen doen. Bovendien zijn de trainingen altijd ’s avonds en duren ze twee tot drie uur. Voor halftien in bed kruipen zit er dus niet in. Het is geen gemakkelijke combinatie, maar het is een routine geworden. En met de adrenaline van het voetbal voel je de vermoeidheid niet zo.”

“Met het werk wéét ik hoeveel ik per maand op mijn bankrekening krijg. Bij het voetbal ligt dat wel anders: ik ken genoeg spelers die een profcontract hadden, tot hun ploeg in financiële moeilijkheden raakte. Ze werden niet meer betaald en hadden uiteindelijk zelfs moeite om hun eten te kunnen betalen. Ik heb elke maand mijn loon, en wat ik met het voetbal verdien, is een bonus.”

“Het is een erg fysieke job, maar ik doe het graag. We zijn één grote familie. Er zijn mensen die dit werk al dertig of veertig jaar doen. We zien elkaar elke dag, elke ochtend. Het zijn meer vrienden dan collega’s.”

“Voetbal laat me toe om een beetje stoom af te blazen en om de druk van de werkweek wat te vergeten, maar het is niet altijd gemakkelijk om de werelden helemaal te scheiden. Heel wat collega’s zijn al jarenlang supporter van RWDM. Het is een bizarre situatie. Ze worden bijna gek als ze met mij in een vrachtwagen gezet worden: stel je voor, samen met een voetballer van hun favoriete ploeg aan het werk. Soms zijn ze al dertig jaar supporter. Op dat moment zijn ze zo blij als een kind. Op maandagochtend beginnen ze soms zelfs supportersliedjes naar me te zingen. Dat is wel iets waar ik trots op ben.”

“Mijn collega’s volgen mijn voetbalcarrière al van voor ik bij Net Brussel begon te werken. Mijn papa werkte er al voor mij, en toen ik nog klein was en in de jeugdreeksen voetbalde, nam hij krantenknipsels over zijn zoon mee naar het werk. Dan waren ze net zo trots als hij.”

MAXIME DEPUYDT

> °30/12/1992 > basketballer bij Basic-Fit Brussels > Student Education Physique aan Haute Ecole Leonardo Da Vinci

Sport maxime-BRUZZ ACTUA 1571
Het is in België moeilijk om topsport met studies te combineren. Er zijn te weinig investeringen in sport en er wordt weinig gedaan om die combinatie leefbaar te maken. Dat heeft een beetje met de Belgische mentaliteit te maken, vrees ik. Sport wordt hier niet erg hoog ingeschat, behalve voetbal dan. Mijn Amerikaanse ploeggenoten verbazen zich daarover: in de VS staan sport en studies op dezelfde hoogte en beloftevolle sporters kunnen hun studies en hun sportcarrière perfect op elkaar afstemmen.”

“Ik heb een profcontract bij Brussels, dat is mijn werk. Mijn studies zou je mijn hobby kunnen noemen. Bij de meeste studenten is het omgekeerd. Op uitzonderingen van de club moet ik niet rekenen: ik moet er altijd en overal bij zijn en krijg geen vrijgeleide om eens een training te missen. Dat is normaal, maar het betekent wel dat ik niet alle lessen kan bijwonen. Ook voor mij telt een dag maar 24 uur.”

“Gelukkig is de school flexibel. Het is een voordeel om mij in hun school te hebben, want ze noemen me zelf regelmatig als een voorbeeld. Wel mag ik mijn lesrooster wat herschikken en de examens kan ik verplaatsen.”

“Een geluk, want die vallen midden in de play-offs. Sommige sportvakken moet ik niet volgen: het risico op een domme blessure, bijvoorbeeld tijdens het lopen, is te groot.”

“Nu verdien ik goed mijn boterham, maar een sportcarrière gaat enorm snel. Je moet je toekomst veiligstellen. Daar begin je maar beter op tijd mee, want ik denk dat het niet gemakkelijk is om op je 35ste volledig vanaf nul te herbeginnen. Mijn ouders hebben me daarom een beetje gepusht om te blijven studeren. Dit jaar hoop ik mijn studies af te ronden. Daarna droom ik van een basketcarrière in het buitenland. Mijn diploma kan ik dan nuttig gebruiken.”

“Mijn leven is helemaal anders dan dat van de andere spelers. Ik ben de enige die nog iets erbuiten doet, maar dat is normaal. Ik ben immers nog jong, zowat de jongste speler van de club. Mijn klasgenoten stellen regelmatig vragen over mijn leven als basketballer. Als ze me eens zien, want met al die trainingen en wedstrijden is het al een verrassing als ik er ben (lacht). Ze komen regelmatig kijken naar mijn wedstrijden. Ik denk dat ze wel trots zijn op wat ik doe.”

ANTHONY CABEKE

> °05/11/1988 > voetballer bij RWDM > leerkracht Lichamelijke Opvoeding in de basisscholen Zavelput (Sint-Agatha-Berchem- en Theodoortje (Jette)

Sport cabeke-BRUZZ ACTUA 1571

Ik heb nooit gedroomd van een profcarrière, laat staan van een internationale loopbaan in het buitenland. Ik wist dat ik geen toptalent was. Ooit heb ik van eerste klasse mogen proeven, bij Dender, maar dat was vooral op karakter. Ook daarom wou ik zeker een diploma halen. Dat was niet altijd gemakkelijk. Zo ging ik midden in de examens met Dender op stage naar Turkije. Terwijl de rest aan het kaarten was, zat ik met mijn neus in de boeken. Als mijn ploeggenoten een feestje bouwden in een Turkse discotheek, dan zat ik alleen op mijn kamer.”

“Vorig jaar, toen ik nog bij Union speelde, hebben we om het behoud te vieren de hele nacht doorgefeest. Toen stond ik hier met kleine oogjes voor mijn leerlingen. Maar thuisgebleven ben ik nooit: ik geef me altijd honderd procent voor mijn werk. Ik geniet er oprecht van. Die kinderen zijn altijd gemotiveerd, of je nu dansen, turnen of voetbal geeft.”

“Het is een heel ander leven dan dat van veel ploeggenoten. Als zij na een training op een zonnige dag een terrasje willen doen, dan moet ik weigeren: ik moet immers nog naar school. Soms zie ik teammaats zonder goesting aankomen op training. Dan durf ik te zeggen: ‘Ho maar, jij hebt drie uur op je PlayStation gespeeld en ik heb al een hele dag gewerkt. Toon eens wat meer energie.’”

“Heel wat spelers hadden meer talent dan ik, maar die jongens of hun ouders bleven niet altijd met beide voeten op de grond. Velen van hen spelen nu zelfs niet meer. Het zijn niet altijd de voetbaltechnische kwaliteiten die van belang zijn. Als je bij Anderlecht of Club Brugge speelt, kan je daar wel van leven, maar iemand die bij Kortrijk of Eupen speelt? Die zal misschien wel wat geld kunnen sparen, maar niet genoeg om daar de rest van zijn leven van te kunnen genieten.”

“Ik vind het niet belangrijk dat mijn leerlingen mijn voetbal-carrière volgen, ik heb liever dat ze tevreden zijn met hun turnleraar. Ik hou die twee werelden graag gescheiden. Soms is dat moeilijk. In de week voor de titelwedstrijd van RWDM kon ik, ook tijdens mijn lessen, maar aan één ding denken: die titelwedstrijd op zondag. Ik ben blij dat die week voorbij is. Sommige ouders zijn supporter van RWDM, dan word ik er sneller mee geconfronteerd. En één van mijn leerlingen is jeugdspeler bij RWDM. Ik neem hem na een overwinning weleens mee op het veld: hij vindt het geweldig om voor de ogen van vier à vijfduizend mensen mee te mogen feesten.”

> DE BEROEPSSPORTER. Op 5 juni start op BRUZZ-televisie de mini-reeks 'De Beroepssporter'

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni