Bonte versus Bonté: de huizenruil van Beursschouwburg en Les Brigittines

Mathias Declercq
© BRUZZ
18/04/2017

Vier dagen lang gaan Beursschouwburg en Les Brigittines op zoek naar ‘de artistieke taalgrens’. ‘Eenmaal we onze eigen identiteit achterlaten, kunnen we de vraag stellen: hoe belangrijk die identiteit is.’

De vraag is of die artistieke taalgrens bestaat, want artistiek directeurs Tom Bonte en Patrick Bonté - what’s in a name? - zijn er alvast van overtuigd op meer gelijkenissen dan verschillen te zullen botsen.

Waar komt dit idee vandaan?
PATRICK BONTÉ
: Eerst en vooral komt het voort uit een wederzijdse interesse die al jaren bestaat. Ik volg Beursschouwburg al lang op de voet en ga veel naar hun voorstellingen kijken. Ik denk dat Tom en ik een zekere onuitgesproken common ground hebben in onze visies voor Beursschouwburg en Les Brigittines. Ondanks het feit dat wij bij Les Brigittines meer gefocust zijn op dans en choreografie, hebben we ook al vaak dezelfde artiesten geprogrammeerd. Danseressen zoals Lisbeth Gruwez of Marlène Monteiros Fretias, theatermaakster Miet Warlop, choreograaf Arco Renz: allemaal kunstenaars die door een van onze twee huizen opgemerkt en voorgesteld werd, om erna op het podium van de andere te belanden.
TOM BONTE: De Beursschouwburg heeft wel al enige ervaring met uitwisselingen. Onder de noemer ‘Friendly Takeover’ hebben we al een cultuurcentrum in het Duitse Essen overgenomen, en onlangs ook korter bij huis CC Westrand in Dilbeek. Maar dat kwam altijd alleen van onze kant. Grappig toch dat we eerst een nationale en een gewestelijke grens zijn overgestoken, en dat nu pas binnen Brussel zelf doen. Ook al gaat het voor mij om een mentale grens tussen wat dan klassiek de Franstalige en de Nederlandstalige gemeenschap wordt genoemd.

Antwoorden jullie eens op je eigen vraag: bestaat die artistieke taalgrens?
BONTÉ
: In de dagelijkse realiteit zijn er natuurlijk verschillen. We vertegenwoordigen in theorie een ander publiek: er zullen meer Franstaligen naar Les Brigittines gaan en Nederlandstaligen naar Beursschouwburg. We worden ook gesubsidieerd door twee verschillende gemeenschappen (Les Brigittines ook nog door de Stad Brussel, red.). Maar ik zie dat taal geen breuklijn vormt in Brussel. Ik zie evenveel vrije en uitdagende producties in de Nederlandstalige als in de Franstalige cultuurhuizen.
BONTE: Het interessantste aan dit experiment is vooral dat we gaan kijken hoe gemakkelijk het is om even in andermans schoenen te staan, om even van identiteit te wisselen. Eenmaal we onze eigen identiteit achterlaten, kunnen we pas de vraag stellen: hoe belangrijk is dat nu eigenlijk, die identiteit?

Geen betere stad dan Brussel om de fluïditeit van identiteit te onderstrepen?
BONTE
: Inderdaad. Je ziet deze stad zodanig snel evolueren en met haar het concept van identiteit. Je kan daar op twee manieren naar kijken. Enerzijds zoals Vlaanderen maar ook Wallonië naar Brussel kijken: met wantrouwen en angst en de reflex om halsstarrig vast te houden aan de eigen identiteit. Maar binnen Brussel zie je de andere beweging: er lopen hier heel veel jonge mensen rond van wie de identiteit volop in de maak is en dus ook gestoeld wordt op veel meer factoren. Wat is trouwens een Brusselaar? Dat is de facto iemand die hier woont. Je hoeft hier niet geboren te zijn. Dat maakt Brussel de interessantste, maar ook de meest geïsoleerde stad in heel België.
BONTÉ: Bovendien hebben Brusselaars een oude geest en een typische vorm van bonhomie, een soort aangeboren goedaardigheid en openheid naar de ander. ‘De ander’, die leer je in Brussel al van kinds af aan kennen. Kijk maar bijvoorbeeld naar de straatnamen, die in twee talen te lezen zijn. Die geven al aan dat er ‘een ander’ is, dat die ook belangrijk is, dat je met anderen moet rekening houden. Ik wil Brussel daarvoor bedanken, voor die aanwezigheid van de ander. Ook al leidt het soms tot schizofrenie (lacht).

Hoe evalueren jullie het kunstenlandschap in Brussel?
BONTÉ
: Er is eenvoudigweg een onwaarschijnlijk groot en divers aanbod. Als je per capita het cultuuraanbod uitrekent, dan kom je aan een heel straf gemiddelde.
BONTE: Maar nog straffer is dat al die zalen ook vol zitten. Je mag dan wel in een straf aanbod voorzien, als er geen afname is, ben je bezig met fictie.
En wat Brussel op het Europese toneel betreft: we waren al in concurrentie met Berlijn voor de titel van hoofdstad van de dans, maar als het op beeldende kunsten aankomt, zijn we al 5 à 10 jaar hét Europese epicentrum. Het gaat gigantisch hard in Brussel, dat zie je ook aan de vele galerijen en internationale kunstbeurzen die naar Brussel trekken.

Tom Bonte, u hebt ook zeven jaar in de Vooruit in Gent gewerkt. Waar ligt voor u het grootste verschil?
BONTE
: Het Brusselse publiek: dat kom je nergens anders tegen. Al hebben andere Vlaamse steden ook een heel groot en divers cultuuraanbod, je werkt er willens nillens toch voor een relatief homogeen, blank en rijk publiek. In Brussel is dat ondenkbaar. Dat was een van de grootste uitdagingen toen ik naar Brussel kwam: mijn identitaire begrenzingen achter mij laten.
Dat is een werk van lange adem, want ook Beursschouwburg komt uit een traditie van blanke, hoogopgeleide mensen. Maar dat wordt hoe langer hoe minder houdbaar, zeker in Brussel. Je botst tegen zoveel verschillende culturen aan die deel uitmaken van deze stad. Er zijn ook geen minderheden meer. En dus ook geen meerderheid. Voor mij is dat toch wel dé uitdaging van de toekomst, om een gepast antwoord te verzinnen op die maatschappelijke evoluties. De cultuur- en mediawereld zal daar nog tientallen jaren mee zoet zijn.

Welke rol moet kunst daarin spelen, in het verzoenen van al die culturen en identiteiten?
BONTE
: Dat klinkt een beetje als de vraag: ‘Kan kunst de wereld redden?’ Mijn antwoord daarop is redelijk radicaal: neen. We hebben al gezien dat politiek of economie de wereld niet kan veranderen, het is misplaatst te denken dat kunst dat wel zou kunnen. Wat kunst wél kan doen, is je blik op de wereld veranderen, waardoor mensen zelf kunnen veranderen. In het allerbeste geval is kunst een eyeopener, een manier om dingen te relativeren. Kunst moet doen twijfelen aan het eigen Grote Gelijk: meer mogen we niet ambiëren.
BONTÉ: Daar ben ik het helemaal mee eens. Dingen structureel veranderen moet op een ander niveau gebeuren, maar daarvoor moet de politiek wel uit haar stellingen kruipen. In de tussentijd slaan wij in haar plaats wel bruggen, met bescheiden projecten zoals deze. Ze mogen ons dankbaar zijn (lacht).

B-SWAP: An Artistic Identity Swap (19-22/4)

Op 19 en 21 april verhuist het hele Beursschouwburgteam, keuken- en schoonmaakpersoneel inbegrepen, naar het kunstencentrum Les Brigittines aan Kapellekerk. Les Brigittines neemt dan weer op 20 en 22 april de telefoon op in het gebouw in de Ortsstraat in het centrum van de stad.

Beide cultuurhuizen trekken met een staalkaart van hun eigen programmatie, maar ook met gezamenlijke voorstellingen even de artistieke taalgrens over om zo elkaars publiek beter te leren kennen.

Maar de handen worden ook in elkaar geslagen voor een grote gezamenlijke productie, waarbij choreograaf Jan Martens met veertig onbekende Brusselaars aan de slag gaat om er een dansvoorstelling uit te puren.

Op de slotdag van het festival worden de prijzen uitgereikt voor de Brusselaars die via het stadsspel BXL-SWAP op de één of andere manier zelf van identiteit ruilden en culmineert het festival ook in een groot gemaskerd bal.

Meer informatie op www.beursschouwburg.be of www.brigittines.be

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni