Bozar eert Pol Bury met grote tentoonstelling

Jean-Marie Binst
© BRUZZ
22/02/2017

Met het grote plafondkunstwerk in metrohalte Beurs valt het artistieke opzet van Pol Bury maar half te begrijpen. De installatie hangt stil in plaats van wind te laten horen. De pionier van de kinetische kunst heeft nochtans veel te vertellen aan de drukdoende, gsm-gestuurde passant. In Bozar opent donderdag een overzichtstentoonstelling van de Belgische kunstenaar.

Een les in tijdsbeheer, geduld en humor, dat is wat Pol Bury (Haine-Saint-Pierre 1922 - Parijs 2005) ons anno 2017 nog zeer tijdloos kan voorhouden. Want het leven is niet afhankelijk van de tijd, die verveling lijkt op te wekken als die niet is ingevuld. Tijd is veeleer een gegeven dat bewust wordt, als je ernaar kijkt, zo leert de kinetische en tegelijk abstracte en humoristisch-surrealistische kunst van le petit Belge die in Parijs en de States groot werd.

Het is sinds 1996 en Oostende geleden dat Pol Bury een overzichtstentoonstelling kreeg. Hij was toen nog ver van het eind van zijn aldoor evoluerende zoektocht. Voor Brussel bleef het tot 2007 wachten toen de Brussels-New Yorkse galerij Patrick Derom met een solo-expositie uitpakte. En tot 2009, toen de galerie na het afstoffen van het oud atelier van de artiest in Parijs de tuinen van het Museum Van Buuren in Ukkel vulde met monumentale tuinfonteinen en -sculpturen. Te gek en zen tegelijk.

Nog blijft de schilder, beeldhouwer, graficus, juweelontwerper, auteur en cineast ‘geen sant in eigen land’, zoals hijzelf wrang en gefrustreerd poneerde. Als een buitenbeentje onder de surrealisten, is hij nochtans van Amerika tot Japan een gelauwerd pionier. Zeg maar diegene die de humorvolle ‘knipoogkunst’ toegepast heeft op de abstracte kunst, In het bijzonder zijn autodidactisch verworven insteek van de kinetische kunst is frappant. Waarbij kinese staat voor omgaan met tijdsduur en vooral traagheid.

Rode draad
Bury bleek nochtans niet voorbestemd tot groot artiest. Als tiener hield hij het maar een jaartje vol aan de Académie Royale des Beaux-Arts de Mons. Op zeventien was zijn cv ‘fabrieksarbeider’ in La Louvière. Toch sloot hij zich in 1939 aan bij de surrealistische groep Rupture, zeer beïnvloed door René Magritte en Yves Tanguy.

Pol Bury 3 BRUZZ 1559
© Pol Bury
“Het surrealistische zou zijn hele leven een rode draad blijven in de zoektocht naar iets ruimtelijks als kunst,” stelt Gilles Marquenie, curator van de overzichtstentoonstelling in Bozar en auteur van de nieuwe catalogue raisonné (de vorige dateert van 1994). Marquenies becommentarieerde inventaris zit eraan te komen en zal online gratis toegankelijk zijn. “Dat komt omdat weduwe Velma Bury, Bury’s tweede vrouw uit Amerika, alle reproductierechten afstond, en al bij de overzichtstentoonstelling in de Fondation EDF in Parijs, anderhalf jaar terug, enorm meewerkte om een juiste teneur te kunnen weergeven van het verspreide historische werk van Bury.”

De erfenis van Bury’s eerste vrouw, Claudine Strebelle, ging in 2002 onder de veilinghamer ten voordele van Unicef. En sinds het overlijden van de kunstenaar zelf, in 2005, zijn ook minder bekende en zelfs onbekende werken opgedoken.

In 1947 participeerde Bury voor het eerst in het Paleis voor Schone Kunsten aan de expositie van de Jeune Peinture Belge. Maar deze ‘Bozar-erfenis’ is een vergulde referentie. Destijds konden de tentoonstellingen van het jonge geweld maar door mecenaat in het leven gehouden worden: het ging om opgedirkt maar niet publiek gedeeld talent dus. De huidige retrospectieve brengt daar vandaag verandering in. Bury is een door Amerika en Parijs gedragen naam.

“Weliswaar kon Bozar een en ander realiseren ondanks zware financiële beperkingen, waardoor geen groot overzees werk of geen gaanderij aan fonteinen aanwezig is,” geeft Marquenie mee. De grote kunstgalerieën en verzamelaars in de wereld bepalen nu eenmaal vandaag wat en wanneer het grote publiek iets te zien krijgt in grote expositiezalen. Voor de expo Pol Bury, Time in Motion kon wel een evenwichtige aperçu gebracht worden van het historische werk. Al komen Bury’s realisaties van pakweg de laatste tien jaar amper aan bod.

Belevenistentoonstelling
De eerste van de negen zalen begint met het allervroegste, vooroorlogse surrealistische werk, dat meteen de toon zet van herkenbaarheid in het gros van zijn latere oeuvre. “Qua vorm zal Bury’s werk wel veranderen, maar niet naar inhoud,” vindt Marquenie. “Het gaat om Bury’s zin voor het mysterieuze, het ongewone en bizarre. En later in zijn abstract werk, blijft dat verrassingselement alom aanwezig.”

De expositie vergelijkt zijn werk echter niet met tijdgenoten, en maakt het hiermee minder toegankelijk voor een groot publiek dat niet vertrouwd is met tijdsprongen in de kunstgeschiedenis. Tegelijk en gelukkig maar, maakt het deze ‘belevenistentoonstelling’ minder schools en belerend. Al herkent de Belg wel snel waar Magritte om het hoekje meespeelt in dit werk.

In een volgende zaal volgt de overgangsstijl van de jaren vijftig, waar Bury Cobra trouw wordt. En zich in 1952 aansluit bij de groep Art abstrait (Jo Delahaut, Jean Milo) en volledig in de ban raakt van de mobielen van de Amerikaanse modernist Alexander Calder. Mooi is dat Carders Whirling Ear (mobielsculptuur uit 1957-1958) naast Bozar, op de Kunstberg, staat. Bury maakt dan zijn eerste niet-gemotoriseerde werken, die naar esthetiek bij zijn sculpturen van de jaren vijftig aansluiten. Verder ontdek je ook zijn ‘grillige humor’, die hij in illustraties en schrijfwerk (en als boekhandelaar) tot expressie liet komen met zijn vriend André Balthazar, met wie hij de Académie Montbliart creëert.

Hij schrijft dan amusante boekjes, zoals over “de gigantische uitvinding van het warm water. En mocht het niet waar zijn dat de Belgen het warm water hebben uitgevonden, dan mag men wel beweren dat ze het tenminste hebben geprobeerd.” Illustraties en verwijzingen naar absurde negentiende-eeuwse prenten zetten de grappige teneur, iets wat Bury en Balthazar de filosofie van Daily-Bül noemden.

Abstracte kunst
Na een zaal met de Plans mobiles, eerst zonder dan met motor, komt Bury’s Ponctuation-periode (vanaf 1959). In één zin samen te vatten met zijn woorden “un point, c’est tout”. Het is abstracte kunst met dat tikkeltje meer: het bewegend bolletje of wit puntje aan het eind van een staaf of nylondraad, wat maakt dat er beweging, leven en een tijdsgevoel komt in het abstracte werk en de multiplans met metaalstaven. Een motortje is daar het technisch vernuft, dat het robotje als hulp van de mens en het tijdsgevoel stimuleert.

Ook de jaren zestig zijn interessant, als Bury door de Parijse galerie Demaeght uit New York wordt teruggehaald (in 1968), want Paris vaut bien un Bury. Demaeght betaalt hem zelfs twee jaar een leefloon om te experimenteren en creëren.

Paul Bury BRUZZ 1559
© Paul Bury
Marquenie: “Een hele rits werken komt uit Europese private collecties en van Belgische verzamelaars voor de surrealistische periode, uit Europese musea ook. Bij de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België werd werk uit de reserves gekozen, een viertal van de vijftien in bezit. Daar hoort de prachtige Zigzag, 19 kogels op 12 vlakken bij, in cortenstaal. En omdat het gemotoriseerde werk moeilijk en fragiel transporteerbaar is, hebben we voor één enkele, maar dan wel een monumentale fontein gekozen, die de voorlaatste zaal vult.”

Dat werk staat voor alle fonteinen, sinds eind jaren zeventig, dé obsessie van Bury. Wie Bury’s megafontein als de bollen aan het begin van de Koning Albert II-laan (hoek Boudewijn- en Kruidtuinlaan) kent, heeft toch het summum aan spielereien en rust-aansturing mee waar Bury voor staat.

Op campussen in Amerika en Japan, voor de Olympische Spelen van Seoul (Zuid-Korea) en bij het Provinciehuis van Antwerpen heeft hij dergelijke hydraulisch gestuurde mobielen neergepoot. De spiegelende fonteinen tonen een andere leefomgeving, zetten ook abrupt de tijd stil en herstarten plots. Het geeft het perfecte gevoel aan dat niets grijpbaar is, en alle ruimte in rustmomenten te vatten valt.

In New York, waar hij werd geïntroduceerd door Alechinsky, werd Bury een instantsucces in 1964 - in België vergde het wat tijd, hoe surrealistisch ook. Vermits de kern van zijn arbeid zich in de jaren zestig en zeventig in Parijs en Amerika heeft afgespeeld, is hij te land een miskende artiest gebleven. Zijn deelname aan de Biënnale van Venetië in 1964 namens België, kwam maar omdat men voor het evenwicht ook een Waal uitzocht, die ‘actueel’ bezig was.

“De opstelling is chronologisch, en we willen afsluiten met vuurwerk en niet in mineur,” geeft Marquenie toe. “Vandaar een laatste zaal met frappante, prachtige stukken uit diverse periodes, behalve zijn laatste.” Het grote kamerscherm van zeven meter van het Centre Pompidou, met allemaal cilindertjes die onvoorspelbaar bewegen, 4087 cylindres érectiles, is een van die betoveringen. Een werk om ons eigen tijdsbesef in te herkennen. Wat ons bezighoudt, en rust geeft. En hoe klein en minuscuul ons tijdsbolletje op de wereld is.

> Pol Bury, Time in motion. 23/02 > 04/06, Bozar, Brussel

> In de BRUZZ-reeks De Meesterwerken neemt Gilles Marquenie ons mee naar de fonteinsculptuur van Pol Bury die voor hem een topstuk is. Bekijk hier deze aflevering over Pol Bury.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: BRUZZ 24, Brussel-Stad

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni