1542 Warhaus

Balthazar was zo'n geoliede machine geworden, dat die even moest worden ontmanteld. Maarten Devoldere voegt de daad bij het woord met zijn solovaart genaamd Warhaus. "Met deze plaat kom ik in het reine met mezelf."

Vijf kilometer per uur. Het was een oude sleepboot, hè. Weegt dertien ton." Maarten Devoldere geeft in de Gentse Vooruit de kruissnelheid aan van het vaartuig waarop hij zich terugtrok voor de opnames van We fucked a flame into being, zijn debuut met Warhaus. De 29-jarige muzikant, samen met Jinte Deprez het frontmannenduo van Balthazar, ging er twee maanden op ronddobberen op de Gentse binnenwateren. En daarbuiten! "Niet te ver, want ik moest op tijd terug raken voor de festivaloptredens met Balthazar. Ik ben één keer naar Kortrijk vertrokken, maar ik ben halfweg moeten terugkeren. Nu, het ging niet om de bestemming, ik moest gewoon weg zijn. Ik heb zelf gevaren, ja. Dat was héél zen. Geen betere manier om na te denken."

De boot, van een vriend, was de ideale afzondering voor Devoldere. "Met Balthazar zat ik de hele tijd te feesten, en wanneer ik thuiskwam in Gent ging ik weer op stap. Op den duur moest ik op de rem gaan staan, ik had focus nodig. Die sleepboot was dé manier om afleiding te weren." Devoldere propte het gevaarte vol met opnameapparatuur en instrumenten. Wie wil zien hoe het er toeging, moet zeker de korte docu I'm not him bekijken. "Het was heel bohemien en onluxueus, alle clichés bij elkaar. Douchen met een zak water en zo. (Lacht) En 's avonds langoustines en kaviaar bestellen bij de traiteur. Ach, die tweestrijd..."

Die tweekamp duikt ook op in 'Against the rich': "I've got one hand on a champagne drinking cunt / I've got the other up the ass of the establishment." "Dat is een schuldbekentenis aan mijn jongere zelf. Zonder gefrustreerd te zijn, ik heb die showbizz uiteindelijk omarmd. Eigenlijk is het toch grappig? Hoe iets vertrekt bij de muze, heel puur, waarna het een product wordt. Ik leef als een scumbag, maar ik ben wel CEO van een bvba. (Lacht) 'We snap our finger for an unemployment cheque / But it takes a single malt to get us up and do our trick,' zing ik. Bij Balthazar hadden we op een bepaald moment een artiestenstatuut én stonden we op de dop. En dan maar de beste whisky op onze rider zetten. Hypocriet, maar ook hilarisch."



Devoldere begon zes jaar geleden met Warhaus, net na de release van Applause, het debuut van Balthazar. Gorillaz en LCD Soundsystem verleidden toen hun jonge jongensoren, maar Devoldere lonkte ook naar iets klassiekers. Dylan, Cohen, songschrijvers die in het fileren van de maatschappij ook een groot stuk van zichzelf legden. "In een band cijfer je je ego weg, je wilt de groep dienen. In Warhaus ga ik net op zoek naar wat mij mij maakt. En dat vergroot ik uit." Dylan zou Blood on the tracks ook nooit met iemand anders hebben kunnen schrijven, oppert hij. "Mijn songs zijn snapshots van de afgelopen jaren, deze plaat is een reis. Pretentieus gezegd: het testament van mijn twintigerjaren. Ik zie alle huizen waar ik hebgewoond, en alle liefjes die ik heb gehad."


Vandaag heet zijn lief Sylvie Kreusch, de excentrieke frontvrouw van de elektropopband Soldier's Heart. Bij Warhaus blust ze met haar dromerige, kinderlijke stem Devolderes steeds dieper zakkende croon. "Dat lolitagegeven kom je wel vaker tegen in de popcultuur," knikt hij. "Eigenlijk gaat het over controle, de man die denkt de macht te hebben, maar eigenlijk bespeelt het meisje hem. Vandaag wil iedereen alles weten, controle verliezen wordt gezien als dommige instinctiviteit of oppervlakkigheid. Maar in het niet onder controle hebben, zoals in de roes, zit net iets moois. Vroeger wilde ik ook alles controleren, nu besef ik dat ik niet alles hoef te begrijpen, zeker niet aan mezelf. Met deze plaat kom ik daar in het reine mee. Met dingen die niet zo fraai zijn, maar die door ze in een song te gieten wel een bepaalde schoonheid krijgen."

In Devolderes blik valt vandaag de directheid op. Hij wilde minder omfloerst schrijven, knikt hij. "Ten tijde van Rats zong ik ook over de 'corners' van mijn ziel, dat wil ik niet meer. Lou Reed was daar een meester in, toch toen hij jong was. 'Standin' on a corner, suitcase in my hand', dat is toch geweldig? Goed, ik heb hem ooit The raven van Edgar Allan Poe horen debiteren op Dranouter en dat vond ik maar niks. Cohen heeft de omgekeerde beweging gemaakt, kijk hoe direct hij bij I'm your man was. Wat ik zo fantastisch vind aan hem, is de paradox: hij zingt over de sterren, maar ook over de stront aan de beddenlakens."

Dat verklankt ook de titel van de plaat: We fucked a flame into being, het poëtische tegenover het brutale. Devoldere haalde het zinnetje uit Lady Chatterley's lover van de Britse schrijver D.H. Lawrence. "Vroeger las ik nooit boeken. Toen ik twintig was, heb ik me, uit een soort snobisme, voorgenomen om al de classics te lezen. Op drie jaar tijd heb ik er tweehonderd verslonden. Die zin had ik meteen met rood omcirkeld. Wat ik eigenlijk vooral geweldig vond, is dat al die slimme jongens, Philip Roth en Kundera en zo, ook zo achter hun piet konden lopen. Terwijl ik opgroeide met het idee dat ik me moest schamen voor die dierlijke, oppervlakkige driften. Dat lezen van die hoogstaande literatuur was een heel troostend proces."

Devoldere lacht. "In het laatste middelbaar in Kortrijk heb ik de vijftigdagenfuif geskipt. Iedereen ging daar grieten binnendoen. Ik vond dat verwerpelijk. Samen met mijn maat Julien Libeer ben ik naar een of andere saaie film gaan kijken. Daarna is de slinger wel de andere kant uitgezwaaid. Onder impuls van nieuwe vrienden, waarmee ik ging samenwonen. 's Avonds aan tafel praatten ze over seks in geuren en kleuren. Voor ons gereserveerde West-Vlamingen was dat zo'n eyeopener. Fuck!"

Warhaus druipt van de seks. De songs zijn klassiek, met rijke arrangementen. Maar onderhuids sluipt heel veel groove. Opgepikt bij James Brown, en bij de jazz. Met Devoldere op zijn vreemdsoortige gitaarbas, en trompet. "Waar ik maar drie noten op speel. (Lacht) Jasper (Maekelberg) wil graag die jazzfeel, terwijl we geen jazz kunnen. Ken je 'Faking jazz together' van Connan Mockasin? Dát idee."



Om zijn sixtiesachtige Phil Spector-sound te vertalen naar het podium, jongleert Devoldere live met samples. "Zonder een elektronische band te willen zijn, we willen net warm en vintage klinken." Op Pukkelpop eiste Kreusch met haar sexy gekronkel ook veel aandacht op. "Dat is onze versie van star quality. Sommigen vinden dat verschrikkelijk, dat wij als integere, alternatieve rockact onze ziel verkopen door naar de popcultuur van Beyoncé te lonken. Ach, zulke ouwezakkenmeningen vind ik vooral geestig. Als ik er ooit in slaag een song te schrijven die verklankt wat Sylvie uitdrukt als ze op café staat te dansen, dan voel ik mij geslaagd. Veel van de grooves zijn Sylvie op het lijf geschreven. Letterlijk. Zíj heeft me gepusht om meer groove in de arrangementen te leggen. Zelf ben ik helemaal niet zo'n danser. Het is ook fijner om meisjes vooraan te zien dansen dan muzieknerds die je pedalenboard komen checken. Nu, het zijn er nog niet zoveel als bij Oscar and the Wolf. En we mikken ook iets hoger qua leeftijd." (Lacht)
Voor ik weer naar Brussel spoor, wil ik nog één ding weten. Vanwaar dat nummer 'Bruxelles'? "Dat gaat over een relatie die stukliep. Zij hield het appartement, ik keerde terug naar Gent. Tijdelijk, maar door het gemak ben ik hier gebleven. Ik heb hier een huis met studio, en al de muzikanten die ik ken, wonen hier. Maar die vibe van Brussel heeft me nooit losgelaten. Gent is tenslotte een Disneyland voor linkse creatievelingen. Brussel is veel completer."

WARHAUS
15/10 & 31/3, 20.00, Ancienne Belgique,
www.abconcerts.be

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni