Eerste editie van Brussels Orgelfestival start vrijdag

Jean-Marie Binst
© BRUZZ
01/02/2017

Op orgel spelen is als dansen met handen en voeten tegelijk. Dat het instrument zich tot meer dan Bach en Buxtehude leent, en een volledig orkest kan vervangen, bewijst het nieuwe orgelfestival in Brussel. Van 3 tot 6 februari opent Ceci nest pas une pipe-Dit is geen pijp alle registers van theater-, koffer- en kerkorgels. Maar het Bozarorgel dat al actief is voor privéconcerten, doet nog niet mee.

"Het is een kruisttocht. Een orgelfestival kan je maar van de grond krijgen met mensen voor wie muziekbeleving tot hun idealen behoort,” begint Cindy Castillo, organist en organisator van het nieuwe orgelfestival. Het moet tien jaar vzw Bruxelles ses Orgues (BSO) vieren. In vier dagen tijd wordt een eclectisch repertoire van zeventiende-eeuwse muziek tot elektronica gespeeld, op een twintigtal orgels in de stad. Samen goed voor zeventien evenementen met dertig organisten en hedendaagse componisten van heinde en ver. Met groot modern werk ook van Benoît Mernier en toporganisten als oud-Muntdirecteur Bernard Foccroulle. “Het patrimonium van 165 orgels in de stad mag wel wat belangstelling krijgen,” zegt Castillo.

Inderdaad, wie orgel zegt, denkt misschien aan het instrument van 38 ton dat 15 meter hoog in de kathedraal hangt. En andere kerkorgels die voor een select publiek van connoisseurs bespeeld worden: in de Zavel-, Rijkeklaren-, Finisterrae- en Dominicanenkerk. Maar de concertorgels in zalen, zoals het holle fronton van het buffetorgel in Studio 4 van Flagey (dat ontmanteld werd en nochtans Brusselaars voor WO II naar de zaal trok) of het imposante orgel in de Henry Le Boeufzaal in volle restauratie staan niet op de festivalaffiche.

Hertogelijk hof
De festivaldagen staan in het teken van de evolutie van de orgelmuziek, tot de hedendaagse composities en improvisaties. Het begint bij de zeventiende-eeuwse muziek, omdat de Brusselse muziek toen een schatkamer aan kwaliteit en originaliteit concentreerde. Het Bourgondische hertogelijk hof, in het kasteel op de Coudenberg, werd als de moederschoot van de Noord-Europese kunst beschouwd. Jean Ferrard uit Elsene - zowat dé archivaris van orgelinformatie over Brussel - doet zijn bronnenverhaal in de publicatie die bij de festivalopening verschijnt.

De hertogelijke kapel stond bekend als een ontmoetingskruispunt voor uitheemse musici of Engelsen die verbannen werden en in Brussel onderdak vonden. Brussel had een enorm internationaal cachet toen, het was een begeerde plek voor kruisbestuiving van orgelervaring voor buitenlandse scholen. De publicatie bladert ook over la petite histoire door de eeuwen heen. Met onder meer aandacht voor een orgel dat voor een Wereldtentoonstelling werd gebouwd, nadien naar het Conservatorium ging om uiteindelijk in een paleis te belanden.

Orgues aangeleverd info ad cathysimonconsulting be BRUZZ 1556 Franois Schuiten
De oorsprong van het instrument gaat terug tot de derde eeuw voor Christus. De verscheping van een keizerlijk Byzantijns orgel naar het Westen, was maar een nieuw startpunt van de continue hertimmering en verbetering van het instrument. De ingenieurs van de ‘muziekmachine’ bleven anoniem. Monniken probeerden het oude instrument te begrijpen, te herstellen, te moderniseren en te kopiëren. Het werd - van straatorgel tot zaalorgel - een deelgenoot van het volksvermaak. Eerst als heidens feestinstrument, later als kathedraalorgel, om de valse stemmen in de kerk wat te ‘overroepen’ en muziektempi bij te leren.

“Meer dan tien eeuwen bestond het orgel al als volksinstrument vooraleer de kerk het zich wou toe-eigenen,” stelt Castillo. “Zodra het geen duivels instrument meer was, werd het een kunstobject in Gods huis. De meubels die zich aan de stijl en de architectuur van het gebouw aanpasten, deden ware dynastieën van orgelbouwers ontstaan. Daar heeft Brussel zijn deel van gehad. Het rijke patrimonium in deze stad moet sowieso in de 21ste eeuw zijn nut blijven bewijzen.” Temeer daar er wel een repertorium van de orgels in het Pajottenland werd uitgegeven, maar “voor Brussel blijft het wachten op een inventaire de qualité”, geeft Castillo mee.

Modern stadsfestival
“De a priori zijn intriest en negatief als het woord orgel wordt uitgesproken. Jonge organisten staan te popelen om de miskende kwaliteiten van het orgel te promoten,“ zegt Castillo. “Vandaar dit festival gedragen door vrijwilligers en met een zeer breed muziekprogramma. “Of het nu in open masterclasses met organist Maurizio Croci (Italiaanse zeventiende-eeuwse muziek) en Bernard Foccroulle (Rijkeklarenkerk) is, met een lezing van Thomas Kientz over de orgels in Brussel, concertpromenades (langs drie kerken), een gidsbeurt in het Muziekinstrumentenmuseum of een concert in samenwerking met de muziekacademie van Sint-Lambrechts-Woluwe, nooit is de link met het erfgoed ver weg.”

De focus om nog meer improvisatiewerk en hedendaagse composities tentoon te spreiden vinden we in het intimistische concertaanbod. Een atypische locatie als café Walvis leent zich voor (her)ontdekking van andere klaviertypes: de Korg Kronos-ms20 en de Fender Rhodes. De nieuwsoortige elektronische muziek die erop gespeeld kan worden, wordt vreemd genoeg regelmatig in combinatie gebracht met een kerkorgel.

Het klassieke orgel inspireert dus de elektroscene, en die evolutie, gestoeld op historische muziek, wil de Brusselse improvisator-componist Martin Daniel hier tonen. Samen met de jazzy tenorsax van Pierre Spataro, die ook het elektronische blaasinstrument EWI inzet. Ofwel ga je de wind voelen, ofwel ga je ze horen vibreren, luidt de boodschap.

Bekijk hier de drie festivaltips die BRUZZ voor jou selecteerde.

> Dit is geen Pijp-Orgelfestival. 03/02 > 06/02, diverse locaties, Brussel

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Muziek, Events & Festivals

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni