Eerste Joods-Arabisch festival in Het Huis der Culturen

Steven Van Garsse
© BRUZZ
22/03/2017

Misschien een beetje in de luwte, maar desalniettemin met een krachtige boodschap, vond zopas het eerste Joods-Arabisch festival plaats in hartje Molenbeek. BRUZZ was erbij en zag dat het goed was.

Joden en Arabieren met getrokken messen tegenover elkaar, niet zo in het Huis der Culturen, waar de gemeente Molenbeek haar eerste Joods-Arabisch festival presenteerde, een initiatief van schepen van Sociale Cohesie Sarah Turrine (Ecolo).

Een tentoonstelling met boeiende zwart-witfoto’s van de Joden toen ze nog in groten getale in Marokko leefden, een gezamenlijke les Arabisch-Hebreeuws, en een groot broodfestijn waar deeg voor Marokkaans, Iraans, Joods, Iraaks en Belgisch brood gekneed werd door handen van een even divers publiek.

Is de wat naïeve multiculturele boodschap van de jaren tachtig terug van nooit weggeweest? Dat zou zo kunnen lijken, maar dat is het niet. Het broodkneedevenement komt uit de koker van het Collectif D’Accord de ne pas être d’accord. Zes Brusselaars van Joodse, Marokkaanse en Belgische origine, die vinden dat men moet kunnen redetwisten zonder elkaar in de haren te vliegen. Danielle Perez en Michel Gheude van het Collectif lichten het initiatief toe.

DANIELLE PEREZ: “Toen in 2014 het Israëlisch-Palestijns conflict losbarstte, hebben we gemerkt hoe de spanningen ook in ons land hoog opliepen. Tussen de gemeenschappen, maar ook onder vrienden, zelfs bij ons die elkaar al kennen sinds jaar en dag. Voor je het wist was je of pro-Palestijns, of pro-Israël, zelfs al ben je Palestijns noch Joods.”

“We wilden daar een pacifistische boodschap tegenover stellen: laten we eerst de andere leren kennen, laten we uit onze kleine gemeenschap stappen waarin we ons in veilig voelen, om iets samen te doen.”

MICHEL GHEUDE: “We hebben gemerkt dat er, als het over Israël en Palestina gaat, geen plaats is voor nuance of voor een kritisch geluid. Wie vragen stelt, is meteen een verrader. Wij zeggen: het is niet omdat we het oneens zijn, dat we elkaar op de bek moeten slaan.”

“We stellen de dialoog in de plaats. We willen dat niet doen via de geschiedschrijving, via het argumentarium, via het internationaal recht. Dat haalt allemaal niets uit. We gaan via het menselijke: via cultuur, via fictie. Dat zijn de plekken bij uitstek waar een ontmoeting mogelijk is.”

PEREZ: “De sociale media hebben veel voordelen, maar er is ook een keerzijde. Er is geen fysieke ontmoeting. Het onlinedebat kan zonder probleem ontaarden in een scheldpartij. Je weet zelfs niet zeker of de foto die je ziet, die is van de spreker. Of men blijft in het eigen veilige cirkeltje, waar iedereen dezelfde mening heeft. Wie elkaar in de ogen kijkt, of elkaar de hand geeft, zal sneller op wederzijds begrip kunnen rekenen. In zulke gesprekken hebben slogans geen plaats.”

Voor het Collectif D’Accord de ne pas être d’accord is het woord erg belangrijk. Niet alleen het praten met elkaar, ook het luisteren. Ze nodigden twee schrijvers uit naar het broodfestijn in het Huis der Culturen: Ronny Someck en Salah Al Hamdani. Een Jood en een Arabier. Allebei in Bagdad geboren, in hetzelfde jaar. Het verhaal is bijna te mooi om waar te zijn. In 2010 ontmoetten ze elkaar in het Franse Sète op een mediterraans poëziefestival. Toen ze van elkaar ontdekten dat ze allebei banneling zijn uit dezelfde stad, vielen ze in elkaars armen. Hun vriendschap resulteerde in 2014 in een gezamenlijke poëziebundel in Arabisch, Hebreeuws en Frans (zie hieronder).

PEREZ: “Ronny Someck, intussen 66, ging op jonge leeftijd naar Israël wonen, waar hij in een kleine, maar hechte Iraaks-Joodse gemeenschap terechtkwam. Hij spreekt nog altijd Arabisch. Kwam Someck meer uit een bourgeois milieu, dan was Salah Al Hamdani afkomstig uit een volkse buurt in Bagdad. Hij was arm, een straatvechter die in het leger belandde, bij de commando’s.”

“Hij zag als soldaat hoe zijn Koerdische buren vervolgd werden. Hij hielp hen, werd betrapt en belandde in de gevangenis. Hij werd ter dood veroordeeld en gemarteld. In de gevangenis begon hij te schrijven. Gedichten. Eerst moeizaam. Zijn celmakkers wezen hem op de schrijffouten. Hij is niet gestopt met schrijven. Hij heeft er ook zijn eerste literaire held ontdekt: Albert Camus. Later vluchtte hij naar Frankrijk en werden zijn gedichten gepubliceerd. Someck en Al Hamdani hebben elk intussen tientallen boeken uitgegeven.”

“Het straffe is: je kan Someck en Al Hamdani moeilijk uit elkaar houden. Wie is de Arabier, wie is de Jood? Het valt haast onmogelijk te zeggen.”

Gedichten uit de bundel 'Bagdad - Jérusalem, à la lisière de l'incendie:



Spijt

Die dagen
Opgegroeid aan de rand van onze ochtenden
Heb ik ze geplukt voor jou
Dag na dag

En ik weet niet meer wat doen
Wanneer d'ochtend nadert
In het licht van de wassende maan
Verloren in de zonsopgang
Die zich werpt boven de muren van de stad

Bij de vernieuwing van het Iraaks paspoort

Tussen de lippen van de klerenmaker
Die mijn pak van de terugkeer naait
Zal de naald trillen
Wanneer hij zijn mond opent
Zal ze hem prikken
Ik zal een nostalgie bedenken
Door het meetlint gevangen
Het geheugen
Van Bagdad, de ontrouwe
Zal zijn hals omzwachtelen
Als het touw van de gehangene

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek, Events & Festivals

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni