1537 Fuocoammare
Interview

Gianfranco Rosi: op zoek naar Lampedusa

Luc Joris
© BRUZZ
19/09/2016

De docu Fuocoammare, in Berlijn goed voor de Gouden Beer, speelt zich af op Lampedusa. Dat rotseiland van twintig vierkante kilometer staat tegenwoordig symbool voor de tragedie van de vluchtelingencrisis. En toch puurt regisseur Gianfranco Rosi er een ander beeld uit dan dat wat we er ons door de media over hebben gevormd.

Gianfranco Rossi was nog nooit op Lampedusa geweest toen hij er voet aan wal zette om er anderhalf jaar Fuocoammare te gaan draaien. “Ik doe net het tegenovergestelde van wat Michael Moore doet,” zegt de regisseur die in 2013 nog de Gouden Leeuw won in Venetië voor Sacro GRA, een poëtisch bevreemdend portret van mensen die wonen langs de grote ring om Rome. “Als hij naar een plaats gaat, heeft hij zijn thesis al klaar en wil hij demonstreren. Ik sta open voor de flow van wat er gebeurt. Ik laat de realiteit tot me komen. Dat ik dat op mijn eentje doe, zonder crew, maakt het ook makkelijker om tot een zekere intimiteit te komen. Wat me opviel, is dat er helemaal geen connectie is tussen de eilandbewoners en de immigranten. Het zijn twee parallelle werelden. Daar wilde ik ook een reflectie over maken. Alles is veranderd door Operatie Mare Nostrum. De grens is verlegd tot in de zee en ligt niet langer op het eiland. De vluchtelingen worden op zee onderschept, waardoor ze niet meer willekeurig aanspoelen. De migranten blijven nu ook slechts enkele dagen in het opvangcentrum en vervolgens worden ze overgeplaatst. Dat maakt het niet makkelijk om een persoonlijke relatie met hen op te bouwen. Maar wanneer de bootvluchtelingen over de tragiek van hun odyssee zingen… dat is voor mij een van de sterkste momenten van de film.”

De gids, de echte ziel van de film is Samuele, een druk gesticulerend baasje van twaalf.
Gianfranco Rosi:
Ik wilde een kind als protagonist. Met een volwassene had ik alles moeten rationaliseren omtrent de kwestie van migratie. Met een kind zat ik onmiddellijk op een emotionele golflengte, werd het minder dialectisch. Samuele is ook een grappige jongen. Ik houd van zijn gevatheid. Hij is ook een jager. Hij jaagt op vogels, wat niemand tegenwoordig nog doet. De meeste kinderen zitten achter hun pc of PlayStation. Die primitieve natuur of dat instinct van hem vond ik heel fascinerend. Het was ook interessant om te zien hoe hij veranderde. En hoe de film mee veranderde. Hoe alles een metafoor werd voor iets anders. Zijn luie oog en opgroeiproblemen zijn een reflectie van ons onvermogen om het ongekende te veranderen en te aanvaarden. Samuele aanvaardt uiteindelijk het onbekende. Maar schrijf die verhaallijn omtrent dat luie oog van hem in een scenario en het zou een heel slecht scenario zijn. Het leven is altijd sterker dan de fictie.

Heb je ook mensen gevolgd die de film uiteindelijk niet gehaald hebben?
Rosi:
Dat doe ik nooit. Als ik begin te filmen, wil dat zeggen dat ik mijn personages gevonden heb. Soms moet ik een manier vinden om hen te filmen. De oudere man die je in de film onder water ziet duiken, was niet makkelijk om mee samen te werken, omdat hij niet spraakzaam was. Er was geen wederzijdse communicatie. Maar ik kon hem niet in de steek laten. Het is als een reis die we samen beginnen. Dus zijn verhaal moest ook deel uitmaken van de film. Pas toen ik het idee kreeg om hem onder water te filmen, kwam ik tot zijn essentie. Ik hou er ook van om de realiteit in iets anders te transformeren.

De beelden hebben inderdaad soms een abstracte, surreële realiteit.
Rosi:
Ik denk altijd in cinematografische termen, aan de filmtaal, ook al vertrek ik van de realiteit. Dat geldt ook voor de montage. De structuur van de film moet me ergens anders heen brengen. Ik had 80 uur filmmateriaal. Het was moeilijk om de sfeer op te bouwen. De metaforen zijn ook heel belangrijk. Kijk naar dat vrouwtje dat haar bed opmaakt. Dat is geen gewoon bed. Het is een doodsbed.
Wat heeft je eigenlijk gemotiveerd om deze film te maken?
Rosi:
In het begin wilde ik gewoon een eiland tonen. Ik wilde op zoek gaan naar de identiteit van de plek, een soort karakterstudie met het accent op de mensen. Fuocoammare is geen politiek statement, laat staan dat ik eraan begonnen ben met de idee om een politieke film te maken. Maar beetje bij beetje, tegen mijn intenties in, werd het politieke aspect almaar sterker. Elk beeld is politiek geworden, omdat de problematiek rond de vluchtelingen zo prangend is geworden. Het is alsof je naar een concentratiekamp gaat en er voorwerpen filmt die er zijn achtergelaten. Die voorwerpen worden onvermijdelijk politiek.

Ben je ooit in een concentratiekamp geweest?
Rosi:
Nee, nooit. Er zit een scène in de film die me doet denken aan de gaskamers, die waarin de Italiaanse marine lijken uit een boot haalt. De bootvluchtelingen zijn op dezelfde manier gestorven, verstikt door de motorwalmen. Ik had die beelden nooit getoond als de figuur van de dokter, die de vluchtelingen medisch onderzoekt, niet in de film had gezeten. Hij is de stem van de waarheid, de stem die je bij de hand neemt zodat je die beelden kan zien. Na die scène was ik er emotioneel niet meer toe in staat om nog verder te filmen en werd het voor mij een urgentie om de film af te maken. Bij de montage moest ik er alleen nog voor zorgen dat die scène niet pornografisch zou overkomen. Heel de film is een opbouw naar die scène.



De kwestie van bootvluchtelingen en immigratie is een complex probleem. Hoe kijk jij daarnaar?
Rosi:
Europa speelt met zijn eigen toekomst. De Europese Unie zet zichzelf al dan niet op het spel door de keuzes die ze omtrent migratie zal maken. De inzet is enorm. Het is iets wat de Europese Unie samen moet oplossen, want de urgentie van de verkiezingen in sommige landen kan gevaarlijk zijn. Tegelijk mogen we het niet alleen aan de politiek overlaten. Deze tragedie, een van de grootste sinds de Tweede Wereldoorlog, kan alleen worden opgelost als heel de wereld er zich van bewust wordt. Maar het is alsof men de geschiedenis niet kan aanvaarden. Mensen bewegen en migreren nu eenmaal. Het goede nieuws is dat niemand deze mensen zal kunnen tegenhouden, zelfs muren niet. We moeten rond deze kwestie gewoon een degelijk beleid uitstippelen. Ik haat trouwens het woord ‘integratie’. Ik hoor liever het woord ‘transcultureel’. Integreren wil zeggen dat je je eigen cultuur opgeeft en dat is een slechte manier om iets te beginnen.

Wat hoop je te bereiken met de film?
Rosi:
Ik hoop dat ik het publiek bewust kan maken van wat er gebeurt. Van de Holocaust wist zogezegd niemand dat die plaatsvond. Nu weten we perfect dat de Middellandse Zee een graf is geworden. Alleen doen we er niets aan.

FUOCOAMMARE
IT, FR, 2016, dir.: Gianfranco Rosi, 114 min.
Release: 21/9

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni