Aanslag Odekerken Rijksarchief BRUZZ ACTUA 1586
Interview

Historica Jan Julia Zurné dook in de archieven van het Brussels parket

Jean-Marie Binst
© BRUZZ
03/10/2017

Historica Jan Julia Zurné dook in de archieven van het Brusselse parket en zocht uit hoe justitie meteen na WO II omging met (vermeende) collaborateurs die slachtoffer werden van strafbare praktijken gepleegd door verzetsmensen.

Gevelbekladding, huisraaddiefstal, brandstichting en moord door burgerinitiatieven: (vermeende) collaborateurs ontsnapten er in de hoofdstad in de naweeën van de Tweede Wereldoorlog niet aan. Vanuit het Justitiepaleis wordt met die strafbare feiten correct, maar tegelijk ‘omzichtig-belgicistisch’ omgesprongen. Hoe dat kon, onderzocht de Nederlandse historica Jan Julia Zurné - die in Etterbeek woont en werkt voor het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (CegeSoma). Ze groef daarvoor in de archieven van het Brusselse parket. In haar boek Tussen twee vuren. Gerecht en verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog en haar aanvullend onderzoek Bevrijdingsmoorden en de Belgische Justitie: de Brusselse casus geeft ze een verhelderend inzicht in de houding van justitie tijdens en net na WO II.

Wakkert u een vuurtje aan over collaborateurs die slachtoffer zijn geweest van burgerfrustraties na de oorlog?
Jan Julia Zurné: Ja. Ik weet niet of de families van collaborateurs blij zullen zijn met mijn boek. Als dat verleden vandaag nog gebruikt wordt om de eigen politieke ideeën te onderstrepen, dan ligt dat gevoelig bij Vlamingen. Dan is anders dan wanneer mensen dat verleden goed willen verbergen.

Het gaat wel om represailles tegen burgers, direct na de oorlog.
Jan Julia Zurné: Meteen in september 1944 bleek het geweld het meest extreem. Ik analyseerde hoe de rechterlijke macht daarmee is omgegaan, in de wetenschap dat recht moet geschieden, maar ook dat schoon schip mocht worden gemaakt met wat gebeurd was. Onmiddellijk na de bevrijding in Brussel worden enkele tientallen mensen vermoord. Er worden huizen van vermeende collaborateurs beklad, geplunderd, soms in brand gestoken. Ook het kaalscheren van vrouwen, hoort daarbij. Het is een soort van directe afrekening met de collaboratie.

Welke psychologie gaat er schuil achter die directe reactie? En wat is er mis mee?
Jan Julia Zurné: Het is niet de taak van de historicus om daar een oordeel over te vellen. Wel is het zinnig om uit te leggen hoe de rechterlijke macht daarmee is omgegaan. Je ziet dat er na september-oktober 1944 ook in mei-juni 1945 een - minder heftige - opleving is geweest, toen er gevangenen en gevluchte collaborateurs uit Duitsland terugkeerden naar Brussel. De opleving van burgergeweld heeft alles te maken met de bevinding dat de bestraffing van collaboratie niet snel genoeg gaat en te weinig resultaten boekt. De wrevel op buurtniveau blijft leven: mensen wijzen aan wie opgepakt is geweest wegens collaboratie en weer vrij is. Nu worden huizen beklad om te tonen dat die ‘buren’ niet geduld worden in de Brusselse gemeenschap.

Hoe gaan de vermeende collaborateurs daar in de stad mee om?
Jan Julia Zurné: Voor die mensen is het heftig. Ze voelen zich uitgespuwd door de samenleving. Een normale reactie is een klacht indienen bij de politie. Als je weet wie het gedaan heeft, weet je dat die kan bestraft worden, maar dat ligt moeilijk in deze context. Niet iedereen durft dat. Soms signaleert de politie het zelf en start het parket ambtshalve een onderzoek. Het gerecht doet dus wel iets, maar het blijft moeilijk om dit te vervolgen als ware het een ‘gewoon’ misdrijf. Je ziet dat de samenleving die slachtoffers van die bekladdingen of van fysiek geweld, als slechteriken beschouwt, terwijl ze in de eerste plaats slachtoffer zijn. Dat maakt het voor politie en gerecht moeilijker. De rechterlijke macht is onafhankelijk en neutraal, in wezen, maar uiteraard is zij nooit volledig neutraal, want ze kan de gevoelens in de samenleving niet negeren. Als ze dat zou doen, kunnen nieuwe maatschappelijke onlusten uitgelokt worden. Dat wil het gerechtsapparaat voorkomen.

Hoe trad de onderzoeksrechter op?
Jan Julia Zurné: Het is niet dat die er niets aan doet, omdat het over collaborateurs gaat. In het geval van executies door verzetsmensen en burgers in september 1944, doet het Brusselse parket een nauwgezet onderzoek, maar zodra er verdachten worden gevonden, blijkt het moeilijk om die te vervolgen en te bestraffen, omdat verzetsmensen als de helden worden beschouwd, en ook omdat de wetgeving ‘in de maak’ wordt afgewacht. Dat is een wet die een jaar na de bevrijding amnestie verleent aan verzetsdaden. Het soort geweld, gepleegd door mensen die erkend zijn als weerstander, valt dan daaronder, zonder vervolging. In afwachting klasseert justitie de zaak.

Hoeveel gevallen kwam u tegen in de archieven van justitie?
Jan Julia Zurné: Ik heb in de gerechtelijke bronnen van het Brusselse parket (hele gerechtelijk arrondissement, toen nog Brussel-Halle-Vilvoorde, red.) ongeveer veertig zaken onderzocht. Daarvan is de helft ernstig: van standrechtelijke executies tot aanhoudingen van collaborateurs die zich verzetten en worden doodgeschoten. De rest gaat over andere geweldvormen als brandstichting of aanhoudingen van mensen die niets hebben gedaan.

Uw doctoraat ging over de werking van het gerecht tijdens de bezetting. Heeft Brussel toen correct gehandeld?
Jan Julia Zurné: In vergelijking met Nederland en Frankrijk heel zeker. Wel heeft het gerecht in Brussel met vallen en opstaan moeten leren om te gaan met de bezetter. Justitie heeft ‘de politiek van het minste kwaad’ gevoerd en is niet op de glijdende schaal beland van steeds meer toegevingen te doen aan de Duitsers, zoals de buurlanden. Bij die houding waren veel dossiers gebaat. Ook waren er pragmatische overwegingen, want eind 1942 weet iedereen dat de Duitsers niet zullen winnen. Er wordt al in termen van het post-oorlogstijdperk gedacht: dan zal de vooroorlogse positie weer ingenomen worden door justitie.

Ook belangrijk is het patriottisme in die kringen: de magistraten zijn doorgaans belgicisten uit de elite, opgevoed met het anti-Duitse gevoel van na WO I. Zij vinden geen aansluiting in het nationaalsocialisme. Vlaams-nationalisten raken zelfs amper in de magistratuur, al willen de Duitsers dat graag. De magistraten willen helemaal geen verzetsmensen uitleveren aan de bezetter, ongeacht hun strafbare daden. Gevolg: de magistraten van voor en na de oorlog blijven ongeveer dezelfde.

Kan er überhaupt van een rechtvaardige justitie gesproken worden in oorlogsperiode?
Jan Julia Zurné: De magistraten zijn er niet op uit om te collaboreren, maar ze willen wel ‘zo normaal mogelijk’ de procedure volgen, ook al gaat het om een ingewikkelde bezettingsperiode. De Brusselse procureur des konings is principiëler, en stelt al snel dat justitie moet uitkijken voor het doorspelen van informatie aan de Duitsers. Hij vraagt aan de gerechtelijke politie om geen ‘instrument’ van de Duitsers te worden. In het geheim worden instructies gegeven aan de gerechtelijke politie: in die zin van ‘Als je stuit op verzetsdaden, doe alsof je het niet hebt gezien’. Bij de gerechtelijke politie of parketmagistraten die op de plaats van het misdrijf komen, laat men bijgevolg al eens bewijsmateriaal verdwijnen of noteert men valse processen-verbaal.

Wat brengt uw wetenschap bij tot de geschiedenis?
Jan Julia Zurné: Interessant is dat we nu zien hoe lokale machthebbers en ambtenaren wel wat speelruimte hebben in oorlogstijd. Ook al was het Duitse bezettingsregime autoritair en onderdrukkend, dit regime bleek grotendeels afhankelijk van het lokale bestuur van de Belgische justitie. De Duitsers hadden onvoldoende mensen om zelf de criminaliteit aan te pakken. Interessant aan de gerechtelijke sabotage is dat ze die speelruimte gebruikt hebben om verzetsmensen te beschermen tegen de Duitse repressie. Dat nuanceert het beeld van de ‘bezetting’. Het laat ook zien dat een magistraat of politieman soms zelf keuzes kan maken, afgaand op zijn visie op democratie en rechtvaardigheid, en dus los van de wet.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni