Trajet2 jardin jean massart BRUZZ ACTUA 1576

Le trajet de Trachet (1): Jardin Jean Massart

Nick Trachet
© BRUZZ
27/06/2017

Ik rij met de metro naar het eindpunt in Oudergem: Hermann-Debroux. Buiten lijkt dit een ontmenselijkt stuk Brussels met pocherige kantoorgebouwen naast een stadsautosnelweg op stelten, boven de gelijknamige laan. Ik kom buiten op het kruispunt met de Vorstlaan, uitgang 1, en struin naar beneden, richting bos.

Ik had van de Massarttuin alleen maar gehoord. Ik was er nooit geweest en dat is eigenlijk niet zo verwonderlijk. Erg makkelijk vinden is het niet, ook al heet de bushalte beneden “Massart”. Hier, aan het kruispunt met de Waversesteenweg, wordt het groen. Waar zou de ingang van die tuin nu liggen? Ik loop links de steenweg in en kom zo ver als een restaurantje, waar een wandelpad vertrekt naar het Rood-Klooster, maar ik blijk de tuin al voorbij en overal zie ik hoge afsluitingen. Het zal de andere kant op zijn. Ik sla linksaf met de “Waverse” die hier een bocht maakt en sta weldra voor de discrete, zij het brede ingang. ULB – Jardin expérimental Jean Massart staat er op een bord. Dit is een campus van de ULB. De traditie wil dat universitaire campussen vrij toegankelijk zijn, maar veel mensen weten dat niet en gaan dus nooit naar binnen.

Jean Massart (1865-1925) was de zoon van Etterbeekse plantenkwekers. Een wonderkind, hij sloeg een paar jaar over in het middelbaar en ging snel aan de ULB studeren, waar hij doctoreerde in zowel Natuurwetenschappen als Geneeskunde. Hij was een van de voorlopers in de plantengeografie en wat later ecologie zou heten. Hij was ook de eerste wetenschapper in België die aandrong op bescherming van de natuur. Deze tuin, indertijd nog landelijk, pachtte hij kort voor zijn dood als experimenteel laboratorium voor de studenten en onderzoekers van de plantkunde.

Trajet Jardin jean massart BRUZZ ACTUA 1576

Volgens sommige bronnen is dit de meest biodiverse plek van het Brussels Gewest. Net na de ingang neem ik linksaf, naar het natte gebied. Voorbij de laboratoria gaat het pad links naar beneden. Er staan educatieve panelen met heel wat interessante uitleg door de tuin. Beneden staan we in een kalkbronnengebied. Met poelen tussen de rietkragen, de gele plomp en de reuzenpaardenstaarten. Het is een feest van bloemen en vlinders. Verder is het een rustige plek, ware er niet het kabaal van het vorsenvolk uit ‘t waterwied, zoals Gezelle schreef. Dit is genieten. Hier en daar staan experimentele opstellingen (science oblige), maar voorbij een bruggetje kom ik alweer op hoger terrein. In het midden van de tuin staat zelfs een woonhuis. Gelukzakken!

Achter het woonhuis wijst een bordje naar het arboretum. Een beetje een rommeltje hier, maar wie goed kijkt, ziet dat er heel speciale bomen bij zijn, meest naaldbomen, zoals een goed groeiende sequoia. Deze tuin is er als een wetenschappelijke collectie, niet in de eerste plaats om landschappelijk mooi te zijn!

Toegangspoort
Door de bomen zie ik de “Grote vijver van de Lange gracht” die niet meer tot de tuin behoort, maar bij het Rood-Klooster. Een mooi zicht. Van onder de bomen gestapt kom ik in de jardin évolutif. Hier staan de bloeiende planten geklasseerd volgens hun systematische eigenschappen. Leerzaam, maar ook zeer kleurrijk. Hogerop een pergola met nuttige planten, alles even mooi als experimenteel. Helemaal achterop in de tuin staat een poort wijd open. Hier stap je de tuin van het Rood-Klooster binnen, toegangspoort tot het Zoniënwoud.

Van hier leidt ook een laan weer naar het lagere gedeelte. Ik stap nu door de echte wetenschappelijke tuin. In vakken (vaak met uitleg) zien we experimenten over bemesting (of net niet). Er ligt een hooiweide, een vorm van grasland dat in de landbouw niet meer gebruikelijk is en waar soms zeer eigenaardige planten groeien zoals de halfparasitische ratelaar (Rhinanthus). Er zijn perken met bloemen die specifiek op gronden groeien die vervuild zijn met zware metalen, zogenaamde metallofieten, zoals het zinkviooltje dat anders alleen in Kelmis en omstreken voorkomt. Verder is er een stevige collectie farmaceutische en keukenplanten in allerhande smaken en geuren. Ik zie ook enkele serres waarvan er één open staat. Hier verzorgt een plaatselijke amateurvereniging een strak onderhouden collectie cactussen en bekerplanten.

Aan de overkant van de centrale laan is er nog een ruime boomgaard, met vooral diverse appelbomen van oudere rassen. Een kudde schapen en deze plek was af! Spoedig sta ik weer bij de ingang.

De Parktuin Massart heeft een eigen website. Voor wie verloren loopt in de plantkundige uitbundigheid worden er rondleidingen gegeven, ateliers en animaties georganiseerd (in het Frans). Tijdens de maand augustus is er ook een fototentoonstelling in open lucht over de relatie tussen insecten en planten.
De Jardin Massart heeft geen cafetaria en geen winkel. Spijtig, want over de tuin zijn er heel wat boeken geschreven en rapporten gepubliceerd. Voor de innerlijke mens moeten we terug naar de Waversesteenweg in het centrum van Oudergem of het Rood-Klooster. Men zei het mij al: er valt niets te zien in Oudergem.

> Nick Trachet trekt zes weken lang met het openbaar vervoer naar verborgen plekjes.

Le trajet de Trachet

Nick Trachet trekt zes weken lang met het openbaar vervoer naar verborgen plekjes.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Oudergem, culture, Le trajet de Trachet

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni