lucas Catherine 2 BRUZZ 1560

Lucas Catherine: Kongo’s geschiedenis in verhalen

Danny Vileyn
© BRUZZ
01/03/2017

Lucas Catherine voert in zijn jongste boek ‘Kongo’ een zekere Maurice Calmeyn op. Een (vergeten) geradicaliseerde bourgeois die een van de eerste heftige critici van Kongo-Vrijstaat werd. Net zoals in zijn vorige boeken hangt Catherine zijn visie op de geschiedenis op aan anekdotes. “Dat wordt mij wel eens verweten, maar geschiedenis is toch verhalen vertellen?” Maar bovenal wil Catherine de koloniale geschiedenis herschrijven.

Kongo werd vanuit Brussel bestuurd, maar stellen dat we na lectuur van Kongo beter over Brussels Kongo zouden spreken dan over Belgisch Kongo is dan weer overdreven, zegt Lucas Catherine. Ook de haven van Antwerpen heeft geprofiteerd van Kongo. De eerste twee grote bedrijven die Leopold II volgden, waren van havenbazen. Eén van de twee heette Anversoise. De eerste Wereldtentoonstellingen waar Kongolezen te zien waren, vonden in Antwerpen plaats met de bedoeling om kapitaal te mobiliseren, de Kongolezen op de Brusselse expo moesten Kongo populariseren. Maar de sporen zijn natuurlijk het duidelijkst in Brussel en Oostende. Catherine: “En ik heb onlangs nog gebouwen ontdekt die met Kongo te maken hebben. Vlak bij de Congreskolom is het Levergebouw, ooit gebouwd door Lord Lever, de man van de Huileries du Congo en de Sunlight-zeep, de man die aan de basis ligt van Unilever. Tegenwoordig huist er een ingenieursschool van de Franse Gemeenschap in. Wel, als je het gebouw binnenstapt, is het precies alsof je in het Afrikamuseum in Tervuren binnenstapt met dezelfde marmeren vloer en marmeren muren. In het Levergebouw zijn de bronzen beelden van figuren allemaal mensen die met de palmnoten bezig waren.”

Congo Dapper BRUZZ 1560

Wat trekt u aan en wat stoot u af in fi­guren als Karel Buls?
Lucas Catherine: Burgemeester Karel Buls is bekend voor zijn Esthétique des Villes en de restauratie van de Grote Markt, maar die man heeft heel veel gereisd, hij is ook naar Kongo geweest. Vijftien jaar geleden was er in Gent een tentoonstelling over Buls - dezelfde die vorig jaar in het Archief en Museum voor het Vlaams Leven te Brussel te zien was - en daar lag dus ook Buls’ Croquis Congolais, niet erg opvallend, een beetje aan de kant geschoven. Er werd verder ook niet over geschreven. Wel, als je dat boekje leest, begrijp je waarom het niet opvallend werd uitgestald. Het is een verdediging van de Kongopolitiek van Leopold II. Het besluit komt eigenlijk hier op neer: vrijheid en broederlijkheid allemaal goed en wel, maar niet voor die Kongolezen hier. Buls was ook de eerste fototoerist en reisjournalist in bijberoep, hij is naar Kongo gegaan voor de inhuldiging van de spoorlijn Matadi-Stanley-Pool (Kinshasa, red.), maar hij heeft nadien nog een hele reis gemaakt en vele foto’s genomen.

Een andere bekende Brusselaar is Joseph Conrad, de auteur van ‘Heart of Darkness’.
Lucas Catherine:: Uit de dagboeken van Karel Buls, die terug te vinden zijn in het Liberaal Archief in Gent, blijkt dat hij smoorverliefd was op Marguerite Gachet, een aangetrouwde tante van Joseph Conrad, op wie ook Conrad verliefd was. Ik vond het een intrigerende vraag waarom een Pool die in het Engels schrijft en bij de Engelse vloot diende en dus naar Afrika kan reizen, hier in Brussel rondhangt. Die tante, die in Brussel geboren was, maar met een Pool getrouwd was, was een vriendin van de echtgenote van Albert Thys, de man naar wie Thysville genoemd was en die de eerste spoorweg tussen Matadi en Leopoldville heeft aangelegd. Gachet en Thys woonden op een steenworp van elkaar, de ene in de Veydtstraat, de andere aan de Charleroisesteenweg.

Ook Thys is onderschat, er is weliswaar een monument voor hem aan het Jubelpark. Meestal wordt hij afgedaan als een knechtje van Leopold II, maar dat klopt niet. De man had 33 koloniale ondernemingen die hij ofwel gesticht had of waar hij medebeheerder van was. Die man heeft een enorm fortuin opgebouwd, maar dat is vergeten omdat hij tijdens de Eerste Wereldoorlog gestorven is en al zijn ondernemingen zijn opgegaan in de Société Générale. Thys is zo belangrijk, omdat hij de spoorlijn gelegd heeft tussen Kinshasa en Matadi. Dat maakte veel verschil, want tussen die twee steden konden de stoomboten niet tegen de stroomversnellingen op. De boten moesten uit elkaar gehaald worden. Iedere drager moest een maand lang stukken van dertig kilo zeulen en dan werden de boten weer ineengestoken. De Bakongo, de leden van de stam die moesten dragen, werden door het zware werk gedecimeerd. Dankzij de stoomtrein kon er veel vlotter rubber en ivoor vervoerd worden, de bedienden van de firma’s moesten geen maand met hun vingers draaien en dus kon Thys dezelfde prijs aanrekenen. Thys was een exponent van een kapitalisme dat nog dynamisch was. Nu gebeuren innovaties door kmo’s en buitenstaanders, grote bedrijven zijn alleen nog bezig met overnames en fusies.

De tweede lijn in uw boek is het racisme dat er aanvankelijk niet was.
Lucas Catherine: Thys keek naar het Afrikaans werkvolk zoals hij naar Waalse arbeiders keek, dat is te lezen in brieven die hij naar zijn vrouw schreef. Omdat de Bakongo allemaal dragers waren, moest hij voor de aanleg van de spoorlijn arbeiders uit West-Afrika laten aanrukken. Hij schrijft letterlijk dat mensen die zeggen dat je met Afrikanen niets kan aanvangen, dom zijn. Hij scheldt wel Waalse arbeiders uit voor stomme Waal, dat is niet fraai, dat is echter neerkijken op lager volk, zoals bourgeois dat doen, maar nog geen racisme.

Ook Pieter van den Broecke, de suikerbakker uit Antwerpen die in 1608 in Kongo arriveerde, was niet racistisch. Op een prentje uit 1668 - dat afgedrukt is in het boek - zien we hoe Hollandse kooplieden moeten knielen voor de edelen van het Kongolese hof die gekleed zijn zoals de Europese adel in die tijd. Dat zijn niet de naakte wilden en de Hollanders doen weleens iets om iets bij te verdienen.

Ik probeer op een andere manier aan geschiedschrijving te doen, de koloniale geschiedenis is geschreven onder Albert I, niet onder Leopold II. Hij heeft van Leopold en Stanley helden gemaakt. Nu moeten we verder kijken. Stanley was niet de grote ontdekker, hij was een journalist die graag grote verhalen bracht en door Leopold gebruikt werd, maar overal waar hij kwam, was hem al iemand voor geweest.

Leopold was een smeerlap. Iedereen gaat ermee akkoord dat hij politiek-moreel verantwoordelijk is voor de dood van miljoenen Kongolezen, maar hij is het natuurlijk niet die handen heeft afgehakt, dat waren de agenten van de Antwerpse bedrijven Abir en Anversoise. En ook de Belgische staat is medeplichtig, de staat heeft meer geïnvesteerd in Kongo dan Leopold II en al zijn financiers samen.

Leopold was gewetenloos, het interesseerde hem allemaal niet heel erg, als hij geld had om in Brussel en Oostende te investeren, een villa te kopen aan de Azurenkust en in Parijs grote sier te maken met zijn maîtresse. Hij greep alleen in als de schandalen in de buitenlandse pers breed uitgesmeerd werden.

En dan voert u de vergeten Maurice Calmeyn op.
Lucas Catherine: Ik ben toevallig op Maurice Calmeyn gestoten, omdat ik tijdens acties rond de piétonnier op Frederick Calmeyn gestoten ben, die tot dezelfde familie als Maurice Calmeyn behoort, de Calmeyns van Drogenbos. Hij liet me een boek van Calmeyn over olifantenjacht lezen, maar het boek gaat over meer dan over olifantenjacht. Calmeyn is trouwens als een echte bourgeois naar Kongo vertrokken - zijn moeder was een Orban - samen met zijn vriend en diens vrouw van de familie Solvay. Hij was een landbouwingenieur en zag rond de rubberplantages verbijsterende zaken.

Kongo cover Een voorgeschiedenis BRUZZ 1560
Na de olifantenjacht is hij samen met zijn hondje een tweede keer vertrokken voor acht maanden. Hij trok rond samen met twee Kongolese personeelsleden, voor de dragers moest hij een beroep doen op de plaatselijke sultans. Calmeyns ogen gingen open. Hij leverde forse kritiek op de handafhakkingen, maar ook op de missies die meer bezig waren met religieuze propaganda dan met onderwijs. Uiteindelijk ging hij ook tekeer tegen Leopold II over wie hij schreef dat hij de politiek en de journalistiek corrumpeerde. Zijn boek werd besproken in Engeland, maar niet hier, waar de censuur toesloeg en Calmeyn uiteindelijk geboycot werd. Daardoor heeft hij Brussel verlaten en is hij naar De Panne getrokken waar zijn vader grootgrondbezitter was. In De Panne is hij wel nog bekend door het Calmeynbos, dat deel uitmaakt van een groot natuurgebied. Hij is zijn volwassen leven begonnen als liberale bourgeois en geëindigd als communist. Eén opmerkelijke stelling van Calmeyn wil ik toch nog meegeven: ‘Het gaat er niet om of onze normen superieur zijn aan die van de Kongolezen, het gaat er om of de Kongolezen beter worden van onze normen.’ Prachtig toch in een periode dat niemand antikoloniaal was?

Kongo, Een voorgeschiedenis van Lucas Catherine, is uitgegeven bij Epo, telt 241 pagina’s, is rijk geïllustreerd en kost 19,90 euro.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: culture, Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni