Straatnamen in Sint-Gillis: Turkije gaat, Roemenië komt

Danny Vileyn
© BRUZZ
19/09/2017

Na de Eerste Wereldoorlog werd de Konstantinopelstraat de Emile Féronstraat. De Overwinningsstraat daarentegen verwijst niet naar een roemrijk historisch feit, maar naar de overwinning van ‘den Union’ op ‘den Daring’. Welkom in de wondere wereld van de straatnamen van de meest gehypete gemeente van Brussel.

Charles Picqué (PS) kan het niet laten, hij deed het veelvuldig als minister-president, hij doet het verder als burgemeester van de gemeente Sint-Gillis: boeken uitgeven. Vorig jaar verscheen 800 jaar Sint-Gillis, nu is er Sint-Gillis, geschiedenis van straten. Picqué is één van die zeldzame politici die zich niet alleen met technici (en jaknikkers) omringen, maar ook met ‘gestudeerde’ mensen met een brede blik. Wil je in een superdiverse gemeente als Sint-Gillis - met inwoners uit 140 verschillende landen - de boel bij elkaar houden, dan is het verleden wel degelijk van belang, een uitstekend instrument voor sociale cohesie. En hoe het verleden beter doen herleven dan met een zeer goed boek?

Sinds de overheid in de 18e eeuw de naamgeving van de straten overnam van de inwoners fungeren die als collectief geheugen. In de middeleeuwen vinden we namen als Kerkstraat, Beenhouwersstraat en dies meer. Dat waren praktische benamingen door de brede buurt, zeg maar de volksmens, gegeven. Het Sint-Gillis-Voorplein, waar in 1216 de eerste kerk verrees, is hier een mooi voorbeeld van.

Boek Sint Joost Barrirere BRUZZ ACTUA 1584

Het huidige Sint-Gillis telt 160 straten, waarvan de namen mooi te traceren zijn en dat maakt het boek zo plezierig om in te grasduinen. Een voorbeeld. Toen het Zuidstation in 1869 de deuren opende, kwam er volk uit zowat alle Europese landen in Sint-Gillis over de vloer. Een dertigtal straten dankt zijn naam aan het Zuidstation, maar eigenlijk schakelde Sint-Gillis over op landen en hun hoofdsteden, omdat de trommel met beroemde inwoners uitgeput was. Omdat andere Brusselse gemeenten met hetzelfde probleem kampten, werden er afspraken gemaakt: Schaarbeek mocht putten uit de edelstenen zoals diamant, Anderlecht koos voor waarden als zelfstandigheid en geluk, Molenbeek moest het met planten en bloemen doen, terwijl Elsene en Sint-Gillis landen en hun hoofdsteden onder elkaar mochten verdelen. Die geografische benamingen hielden niet allemaal stand, na de Eerste Wereldoorlog verdwenen alle namen die naar Duitsland of zijn bondgenoten verwezen. Zo werd de Turkijestraat de Roemeniëstraat, de Konstantinopelstraat werd de Emile Féronstraat naar de liberale politicus, gemeenteraadslid, volksvertegenwoordiger en professor aan de ULB. Hij was tevens, samen met Paul Janson, naar wie ook een straat genoemd is, stichter en directeur van het progressief-liberale dagblad La Réforme.

Als het regent in Parijs
Toen in 1939 Rusland Finland binnenviel, discussieerde de gemeenteraad van Parijs over de naamsverandering van de Moskoustraat in de Franse hoofdstad. Toen het dagblad L’étoile belge hiervan verslag uitbracht, eiste een petitie met enorme weerklank in de media, dat de Ruslandstraat in Sint-Gillis zou veranderd worden in de Finlandstraat, maar daar ging het schepencollege niet op in.

Straatnamen die naar plastische kunstenaars verwijzen, zijn er in Sint-Gillis genoeg, de beeldhouwer Julien Dillens en de schilder Pierre Paulus zijn bekende voorbeelden. Bekende schrijvers daarentegen werden vergeten, maar kregen wel een plakkaat. Schrijvers die van overal kwamen, zoals de Amerikaan John Dos Passos, schrijver van Manhattan Transfer en scenarioschrijver voor de film The Devil is a woman. En ook de Franstalige ‘Limburgse’ auteur Conrad Detrez, auteur van L’herbe à brûler, heeft ooit in Sint-Gillis verbleven. Detrez is als auteur getekend door het beklemmende katholicisme van het Limburg van voor mei 1968 en door de gruwelijke beelden van zijn vader, een slachter, die dieren wurgt. Detrez, die in de Defacqz-straat woonde, keek tijdens het schrijven van zijn eerste drie romans uit op de prachtige binnentuinen. In de vroege jaren 1980 engageerde hij zich in het buurtcomité dat protesteerde tegen het vertimmeren van de mooie tuinen voor parkeerplaatsen. “Groen opofferen is een regelrechte degradatie van ons leefmilieu.”

Bekende personen vind je ook bij voorvechters voor het algemeen stemrecht - Jean Volders en César De Paepe - met opvallend weinig katholieken. Dat de schepencolleges van de tweede helft van de 19e eeuw vrijzinnig gekleurd waren, zal hier niet vreemd aan zijn. De meest bekende inwoner van de 20e eeuw is ongetwijfeld Marcel Broodthaers - De Mosselpot - naar wie het recente plein aan het Zuidstation genoemd is. Geschiedenis kan heel dichtbij zijn.

Sint-Gillis, geschiedenis van straatnamen, van Pierre Dejemeppe met een voorwoord van Charles Picqué telt 174 bladzijden. Het kost 15 euro en is verkrijgbaar in de betere boekhandel.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni