Extra camera’s slachthuis Anderlecht controleren dierenwelzijn

In het slachthuis van Anderlecht zijn in mei al 9 extra camera’s geplaatst die moeten toezien op het welzijn van de dieren. De camera’s worden al intern gebruikt, maar zullen eerstdaags ook door externe controleurs kunnen worden geraadpleegd. “We wachten niet tot ook in Brussel wantoestanden aan het licht komen, maar grijpen preventief in,” reageert Brussels staatssecretaris voor Dierenwelzijn Bianca Debaets (CD&V) op recente misstanden in Vlaamse slachthuizen.

De 9 nieuwe camera’s kunnen nu al worden bekeken door interne medewerkers van het slachthuis. De Privacycommissie geeft volgens het slachthuis een dezer dagen toestemming aan externe controleurs, zoals de dierenartsen-inspecteurs van de gewestelijke administratie Leefmilieu Brussel, om de beelden bekijken. Op die manier wil Debaets misstanden zoals in Vlaanderen voorkomen.

De camera's werden opgehangen in het slachthuis van Anderlecht, het enige erkende slachthuis in het Brussels Gewest. Er hangen nu vier camera’s in de stallen en vijf in de slachtzone zelf. Die vullen de bestaande camera’s die er waren in de laad- en loszones van de dieren aan.

Deze week bracht Animal Rights schokkende beelden naar buiten van slachthuizen in Vlaanderen waar dieren onverdoofd worden geslacht, wat wettelijk niet is toegestaan. De camera’s in het Anderlechts slachthuis moeten soortgelijke toestanden in Brussel voorkomen. “De directie van het slachthuis van Anderlecht heeft snel de noodzaak ingezien om extra maatregelen te treffen in het voordeel van het dierenwelzijn,” zegt Bianca Debaets.

Indien nodig zullen de beelden gebruikt worden als bewijsmateriaal. “We gebruiken de camerabeelden nu al in het kader van een intern controlesysteem,” verklaart Jan Van Assche, hoofddierenarts in het slachthuis van Anderlecht. “Wanneer de Privacycommissie groen licht geeft, zullen wij de beelden meteen ter beschikking stellen van de gewestelijke inspecteurs. Het is een gedeelde bekommernis met het publiek en de overheid om maximaal te waken over het dierenwelzijn in ons slachthuis.”