Met palliatieve patiënten naar Rik Wouters

Elien Haentjens
© BRUZZ
13/06/2017

Kan kunst het welzijn van mensen in de palliatieve zorg verbeteren? Als eerste museum in Europa lanceren de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België een proefproject rond de helende kracht van kunst. Proefkonijnen van dienst zijn de palliatieve patiënten uit het dagcentrum Topaz in Wemmel.

Wanneer de groep aankomt in het museum, stappen een paar mensen meteen naar de sculptuur Bodybuilder (2015) van David Altmejd die in het midden van de museumhal prijkt. Het beeld heeft na het vorige bezoek een sterke impressie nagelaten. “Dat je de vingers van de kunstenaar er nog in ziet, geeft je zin om zelf ook aan de slag te gaan,” vertelt Johnny. “Als kind kwam ik nooit in aanraking met kunst. Het is pas de laatste tijd dat die wereld zich dankzij Topaz voor mij langzaam openbaart. Het is fijn om iets nieuws te ontdekken. Ik kijk er altijd naar uit.”

Andere gasten – zoals ze de patiënten bij Topaz noemen – zagen in het beeld hoop en toekomst. “Omdat de sculptuur zo’n impact had op de groep, hebben we het als campagnebeeld voor onze conferentie gekozen,” vertelt Isabel Vermote, die binnen de KMSKB verantwoordelijk is voor het project ‘Museum op maat’. “Binnen dat kader organiseren we activiteiten voor allerhande minderheidsgroepen. Zo hebben we speciale rondleidingen voor blinden en slechtzienden, maar ook voor inburgeraars of mensen met een mentale of fysieke beperking. Als eersten in Europa richten we ons op een doelgroep waar tot nu toe weinig tot geen aandacht voor was, namelijk mensen uit de palliatieve zorg. Tijdens een periode van één jaar zoeken we hoe we een programma op maat kunnen uitwerken.”

Daarvoor werkt KMSKB samen met Julie Rodeyns die met haar vzw Matchbox inzet op samenwerkingen tussen kunst en andere domeinen. “Intussen wordt het wetenschappelijk aangenomen dat als het contact van mensen met kunst vermindert, hun welzijn en gezondheid ook verminderen. Cultuur en kunst vormen basisbehoeftes, ze halen mensen uit hun isolement. Maar er is meer veldwerk nodig. Bovendien vervalt kunst vaak in een therapeutische rol, terwijl ze veel meer kan betekenen in de zoektocht naar zingeving en welbevinden. Het is niet de bedoeling dat de kunstenaar de patiënten helpt, maar wel dat ze écht met elkaar in dialoog gaan. Choreografe Meg Stuart deed dat bijvoorbeeld heel goed. Als een van de gasten tijdens de workshop in Topaz dreigde te vallen, dan schoot ze hem of haar niet te hulp, maar reageerde ze op de beweging door die bijvoorbeeld te spiegelen.”

“Al sinds de opstart in 1998 proberen we kunst en cultuur in onze werking te integreren,” vertelt Magrit De Maegd van dagcentrum Topaz. “Aangezien we er expliciet voor kozen om niet artistiek therapeutisch te werken, gingen we op zoek naar kunstenaars die de gasten niet als patiënten benaderen. Het project moet voor beiden inspirerend werken. Elke deelnemer levert een bijdrage aan het artistieke proces. Zo verzorgt Hilde Suys elke maandag een beeldend atelier, en is er elke woensdag Qi Gong - bewegingsoefeningen - met Badema. Dankzij een subsidie van het Kunstendecreet kunnen we onze artistieke werking nu verder uitbreiden. Binnen het kader van ons IN/FINITY-project werkt onder meer kunstenaar Jorge León voor zijn nieuwe installatie Standing Still met onze gasten. Toen het museum ons vroeg als testpubliek om de nieuwe rondleidingen te ontwikkelen, hebben we niet lang getwijfeld. Het biedt onze mensen perspectief dat ze opnieuw naar het museum kunnen. Soms beseffen ze zelfs niet hoe zeer ze zulke bezoeken missen.”

Extreme vrijheid
Aangezien het project in zijn kinderschoenen staat, experimenteert het team volop. “Vorige keer was de groep vrij groot, waardoor het moeilijker was om met iedereen persoonlijk te interageren. Daarom proberen we nu wat het geeft met een kleinere groep. In ons dagcentrum hebben we catalogi van de verschillende expo’s gelegd, zodat iedereen zijn voorkeur kon aangeven. Een achttal mensen wilden graag naar Rik Wouters komen. Al zijn er last minute drie afgevallen,” vertelt De Maegd.

Na de eerste stop bij David Altmejd vervolgt de groep zijn weg naar de benedenverdiepingen van de KMSKB voor de tijdelijke tentoonstelling rond Rik Wouters. Sommige gasten zijn zo zenuwachtig dat ze nog even een toiletstop inlassen. Maar een dikke tien minuten later staat iedereen voor de gigantische foto van Rik Wouters en zijn vrouw Nel. Wat ze al weten over Rik Wouters? “Dat hij in Watermaal-Bosvoorde leefde en getrouwd was met Nel,” vertelt Geert. “En dat hij vroeg gestorven is.” Er valt een korte stilte in de groep, maar die wordt al snel opgevuld door Isabel Vermote die enthousiast vertelt over het leven van Rik Wouters.

Via een korte tussenstop bij het doek De Strijkster (1907) staat de groep plots oog in oog met Het zotte geweld/De dwaze maagd (1912). Bij verschillende gasten verschijnt er een glimlach op het gezicht. “Amai, die kan haar evenwicht goed houden. Ze lijkt wel in topvorm,” lacht Johnny. “Ze heeft precies van niets schrik. Ze laat zich volledig gaan. Ze ziet er gelukkig uit,” mijmert Caroline. En Raymond vult aan: “Ze is zo spontaan en uitbundig. Het lijkt alsof ze alles loslaat, en zich extreem vrij voelt.”

Ook bij de volgende werken wisselen Julie Rodeyns en Isabel Vermote elkaar vlot af. Terwijl Rodeyns met de groep in dialoog gaat over het werk en hun visie erop, geeft Vermote nadien achtergrondinformatie. Na een vijftal stops houdt de groep halt bij het Zelfportret met zwarte ooglap (1915), meteen het laatste werk van de expo. Een bankje wordt dichterbij geschoven, want de vermoeidheid slaat bij sommige gasten toe. “Dat ooglapje trekt meteen alle aandacht,” vertelt Raymond. “Tegelijk stelt hij zichzelf in pyjama voor, waardoor hij er heel gewoon uitziet,” vult Geert aan. “Aan zijn geforceerde houding en vertrokken gezichtsuitdrukking zie je dat hij aan het einde van zijn leven is. De tristesse straalt ervan af,” vertelt Johnny.

Hoewel de tentoonstelling niet altijd even vrolijk is, stralen de gasten als ze weer naar buiten gaan. Zo blijft Geert wat achter omdat hij nog snel enkele foto’s wil nemen om thuis te kunnen nagenieten, en was Rosemarie vooral onder de indruk van de sculpturen. “Ik heb thuis een verzameling porseleinen poppen. De sculptuur van Nel deed me daar enorm aan denken. Ik was hier nog nooit geweest, maar kom graag terug.” Ook Caroline, die er bij het eerste bezoek al bij was, komt graag terug. “Ik hield vooral van het werk waarop Nel aan het strijken was. Het is een dagelijks tafereel, maar je ziet dat ze blij is. De vrolijkheid spat van het doek, en dat maakt ook mij blij.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni