De Brusselse emmer loopt over, de Rand wordt nat

Jean-Marie Binst, Jelle Couder
© Brussel Deze Week
03/06/2010
De hoofdstad exporteert haar problemen, is het cliché. De directe Vlaamse Rand krijgt zeker niet alleen de voordelen die de hoofdstad biedt. Waar de maag zuur oprispt, is op het vlak van veiligheid. De politie­zones rond Brussel krijgen hun portie van de hoofdstedelijke problemen te verwerken - inbraken en overlast op kop. [1 reactie]
Sinds de politiehervorming van 2001 is de lokale politie in België opgedeeld in 196 zones. Elf daarvan grenzen aan het Brussels hoofdstedelijk gewest. Wij spraken met vier korpschefs uit de vier windstreken rond de hoofdstad: Frits Coenen (politiezone Vilvoorde-Machelen), Mark Crispel (politiezone Sint-Pieters-Leeuw), John Van Erck (politiezone Druivenstreek: Overijse en Hoei­laart) en Kurt Tirez (politiezone AMOW: Asse-Merchtem-Opwijk-Wemmel).

Of een probleem als onveiligheid begint of stopt bij een gewestgrens, is maar de vraag. De bewoners van het gebied dat aan Brussel grenst, kijken met lede ogen naar de hoofdstad. We riepen vier korpschefs van lokale politiezones van de Rand op; zij mochten hun wrevel en hun visie op tafel leggen. Over heel veel trokken de hoofdcommissarissen aan één zeel, hoewel we hier en daar ook wel een knoop ontwaarden.

Het cliché zegt dat Brussel zijn problemen exporteert. Klopt dat?
Frits Coenen : "Dat klopt. Als we kijken naar de daders van misdrijven in de Rand, dan zien we dat een kwart afkomstig is uit het Brusselse gewest. En dan hebben we het alleen over de geïdentificeerde daders."

Kurt Tirez : "Er zijn zeker effecten op de leefbaarheid en veiligheid van de Rand. Kijk maar naar het Provinciaal Domein van Huizingen, waar vaak overlast is door stadsjongeren. Een doorn in het oog is dat er buiten de Ring veel rijkdom is, terwijl de hoofdstad met veel armoede kampt. Kansarme jongeren uit Brussel zien ook dat in de Rand alles voor het grijpen ligt. Wij zeggen dikwijls: de Buitenring is de grens die we bewaken. Je ziet heel duidelijk dat alle gemeenten die een fysieke link met de hoofdstad hebben - een spoorverbinding bijvoorbeeld -, rood kleuren op de criminaliteitskaarten. In het Pajottenland is er veel minder criminaliteit omdat de streek minder goed bereikbaar is. Ons grote probleem is het grote tekort aan middelen om dat aan te pakken, en dat we weinig kunnen doen aan de oorsprong van de problemen uit Brussel."

John Van Erck : "Ook op verkeersvlak komen er problemen op ons af. De Druivenstreek trekt een grote groep eurocraten aan, en dat zorgt voor sluipverkeer en constante files."

Hoe verloopt de samenwerking met het Brusselse parket en de Brusselse politiezones?
Van Erck : "Dat is niet zo evident. Er is een gebrek aan informatie-uitwisseling tussen de Rand en Brussel. Zo hebben we intelligente camera's staan die nummerplaten kunnen herkennen. Maar als je niet kunt achterhalen aan wie die nummerplaten toebehoren, dan heeft dat weinig nut. Dat is geen exclusief Brussels probleem, ook tussen Leuven en Waals-Brabant loopt het stroef. Het schoentje knelt in de uitwisseling tussen de arrondissementen."

Coenen : "Dat ligt aan de structuur van de politie. Kijk maar naar de zaak-Ronald Janssen. (Een rapport over de moord op Annick Van Uytsel van een Limburgse rechercheur werd niet gebruikt door de Leuvense collega's, red.) Er zijn genoeg mechanismen, maar ze moeten toegepast worden."

Mark Crispel : "Het overleg met het Brusselse parket is sinds de politiehervorming van 2001 nochtans enorm verbeterd. Er worden initiatieven genomen om de zaken aan te pakken."

Coenen : "Maar wat hebben we daarmee gekocht, met al dat overleg? Ik zie nog altijd bijzonder weinig resultaat op het terrein, na tien jaar meer en beter overleg. Jongeren die voor overlast zorgen in mijn zone, Vilvoorde-Machelen, worden nauwelijks vervolgd door het parket in Brussel. In Brussel ligt de prioriteit bij de zware criminaliteit. De oplossing zou kunnen zijn dat we in de Rand eigen prioriteiten kunnen leggen."

Ziet u heil in een splitsing van het gerechtelijke arrondissement B-H-V?
Crispel : "Het parket is zich al aan het heroriënteren zodat er afzonderlijke prioriteiten kunnen worden gesteld voor Halle-Vilvoorde en Brussel. Laten we de haalbaarheid hiervan afwachten en dat evalueren. Ik vind dat wij als randzones het parket eerst een kans moeten geven om resultaat te halen vooraleer we tot een splitsing oproepen."

Coenen : "Ik ben wél voorstander van een splitsing. Alleen zo zal er genoeg aandacht naar onze specifieke problemen gaan."

Welke prioriteiten schuift u dan naar voren voor de Rand?
Van Erck : "Ik denk dat we het daar allemaal over eens zijn: inbraken en overlast, in de brede zin van het woord."

Coenen : "Als je kijkt naar de Veiligheidsmonitor, dan merk je dat de bevolking dat ook vindt. Diefstallen bij particulieren laten een diep trauma na bij de mensen, ook als er geen geweld wordt gebruikt. Daarnaast zijn er de zogenaamde incivilités (kleine agressies die burgers uit het lood slaan, red.) . Niet de grote criminaliteit, maar bijvoorbeeld jongeren die het voetpad voor iemand blokkeren. Dat ergert, dat verstoort het sociale weefsel."

Tirez : "In Halle-Vilvoorde zijn er ongeveer 5.600 inbraken per jaar. Een deel van de daders zijn rondtrekkende groepen, een ander deel komt uit de streek. Maar zoals gezegd komt 25 procent uit Brussel. En dan zie je de link met de kansarmoede. Geef die mannen werk en een goed lief, en je zult zien dat hun gedrag bijdraait. De oplossing ligt niet alleen bij meer en betere politie."

Crispel : "En naast inbraken en overlast mogen we ook onze mobiliteitsproblemen naar de naburige grootstad niet vergeten."

Lukt de aanpak van die specifieke problemen?
Coenen : "Wat wij nu moeten doen, is met onze beperkte middelen een dam optrekken tegen de overlast uit Brussel. Voor ons komt alle gevaar, en alle overlast, uit Brussel. We kijken daarvoor niet naar Antwerpen of Leuven. Maar voorlopig lopen we achter de feiten aan; we kunnen alleen brandjes blussen. Om de problemen ten gronde aan te pakken is veel meer overleg met de Brusselse zones nodig. Maar wat speelt daar? De taal, de schaalgrootte, de politieke context,... Dat alles zorgt ervoor dat we vooral ad hoc , en niet structureel, samenwerken met de Brusselse zones."

Crispel : "De slagkracht van onze zones blijft beperkt, door het gebrek aan beleidsvrijheid om problemen creatief aan te pakken en op te volgen."

Kan onderlinge samenwerking tussen de zones in de Rand voor een oplossing zorgen?
Crispel : "Strategisch gezien kunnen we op die manier wel bewegingsruimte creëren. De vraag is: moeten alle relatief kleine zones van de Rand in verspreide slagorde gaan praten met de 'mastodonten' van Brussel?"

Tirez : "Ga je voor een fusie - waarvan ik tussen haakjes geen voorstander ben -, dan creëer je drie zones: rond Vilvoorde, rond Halle en rond Asse, met elk ongeveer tweehonderdduizend inwoners. Pas dan kun je als evenwaardige gesprekspartner gaan praten met de Brusselse politiezones, die een vergelijkbare grootte hebben. Dat vereist natuurlijk wel wat flexibiliteit van de lokale machthebbers. Zij moeten hun fiat geven."

Coenen : "Een fusie biedt volgens mij wel voordelen wat schaalvergroting betreft. Als je niet in de 'spieren' van je organisatie wilt snijden, dan moet je besparen op zaken als logistiek."

Van Erck : "Ik ben niet vies van schaalvergroting, maar als je naar onze regio kijkt, dan is dat alleen mogelijk met de gelijkgezinde politiezones uit het arrondissement Leuven. Maar juridisch is dat niet mogelijk."

In Brussel zelf wordt al eens geroepen, en dan weer gezwegen, over een eengemaakte politiezone.
Tirez : "Vraag me niet of dat een goed idee is. Een kernopdracht van de politie is dat ze legitimiteit geniet bij de bevolking. En ik denk dat de mensen zich minder betrokken gaan voelen bij zo'n mastodont. In Nederland zijn vroeger grote zones gecreëerd, en daar zie je nu de omgekeerde beweging."

De Brusselse politie kampt met een groot personeelstekort. Die van de Rand ook?
Van Erck : "Ja, maar er is een groot verschil. In Brussel heeft men geen geld voor extra agenten. Wij hebben wel geld, maar we vinden geen mensen om de vacatures in te vullen. Een op de drie mensen die bij ons de dagelijkse dienst verzorgen, die de interventies doen, is 'gehuurd' van de federale politie."

Coenen : "Er zijn ongeveer duizend politieagenten in Halle-Vilvoorde en op elk mogelijk moment hebben we ongeveer honderd openstaande plaatsen. Niet dat er in onze regio geen mensen zijn die bij de politie willen, maar zij gaan meestal in Brussel werken. Hun talenkennis is goed, en ze zijn vertrouwd met de stad. Door verschillende premies verdienen ze daar direct al 250 euro meer dan bij ons. Voor hetzelfde werk."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Politiek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni