Gewest subsidieert moskeeën maar legt regels op

Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
14/06/2006
De ordonnantie die de erkenning van Brusselse moskeeën moet regelen is vorige week goedgekeurd. Het Brussels Gewest zal in de toekomst de moskeeën kunnen subsidiëren, maar die moeten zich wel aan een aantal regels houden.

Het is een napoleontisch decreet uit 1809 dat de financiering regelt van de kerkfabrieken in België. De verliezen die parochies maken worden automatisch bijgepast door de gemeentebesturen, uitgezonderd het loon van de priester waarvoor de federale overheid nog steeds bevoegd is.
Weldra zullen in Brussel ook moskeeën op een gelijkaardige steun kunnen rekenenen vanuit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Vorige week heeft de commissie Binnenlandse Zaken van het Brussels parlement hierover een ontwerp van ordonnantie goedgekeurd van minister-president Charles Picqué (PS), die de inrichting en de werking van de islamitische eredienst regelt. Daarmee wordt een belangrijke discriminatie weggewerkt. De islam was nog de enige grote godsdienst die niet kon rekenen op steun van de overheid.
Maar makkelijk wordt de erkenning niet, zoals blijkt uit een studie van Mohammed El Batiui, voor de Koning Boudewijnstichting. Hij heeft vorig jaar de georganiseerde islam in Brussel in kaart gebracht en kwam tot het besluit dat er meer moskeeën zijn dan officieel gekend. Hij telde er 77 terwijl er bij de Moslimexecutieve maar een kleine zestig bekend waren. Moskeeën komen en gaan, zo blijkt uit de studie.
Als de moskeeën in de toekomst ook gefinancierd willen worden, zullen ze zich hoe dan ook beter moeten organiseren.
De ordonnantie bepaalt precies hoe. Elke islamitische geloofgemeenschap zal een 'moskeefabriek' moeten oprichten, een vzw eigenlijk, met bestuurders, een peningmeester en een eigen boekhouding. Daarin mogen geen politici zetelen, de imam heeft slechts een raadgevende stem. De leden van de raad van bestuuur worden verkozen en alle in- en uitgaven zullen nauwgezet moeten worden bijgehouden, ook bijvoorbeeld de inkomsten uit de collecte van het vrijdaggebed.
Niet elke moskee kan zomaar erkend worden. De moslims moeten aantonen dat er minstens tweehonderd gelovigen zijn en bij elke moskee hoort maar één moskeefabriek, meteen ook de institutionele gesprekspartner voor de Brusselse overheid.

Moslimexecutieve
Moskeeën zullen na de erkenning hun gemaakte onkosten kunnen verhalen op het gewest, na aftrek van de eigen inkomsten (giften, legaten, subsidies, etc). Het gaat over onkosten voor het onderhoud, eventuele decoratie van de moskee of de intrestlasten om de moskee aan te kopen of te renoveren, niet het loon van de imam, maar wel bijvoorbeeld de huur van zijn woning.
De ordonnantie levert tot slot ook indirect voordelen op. Moskeeën zullen makkelijker als monument beschermd kunnen worden en het gewest beschouwt moskeeën voortaan als instellingen van openbaar nut, waardoor ze kunnen rekenen op allerlei gewestelijke subsidies.
Daar staat wel het een en ander tegenover. De moskeeën zullen aan strikte veiligheidsnormen moeten voldoen en voor grote werken en het leveren van diensten vallen ze onder de wet op de overheidsopdrachten.
De ordonnantie zal binnenkort in de plenaire zitting gestemd worden. De Brusselse regering heeft alvast driehonderdduizend euro ingeschreven in de begroting. Maar de kans dat die dit jaar al wordt uitgegeven is eerder gering. Al in 2004 heeft voormalig Vlaams minister Paul Van Grembergen (Spirit) in Vlaanderen de erkenning van de moskeeën wettelijk geregeld, maar er is vandaag geen Vlaamse moskee die al een cent kreeg.
Dat komt omdat de Moslimexecutieve, het representatieve orgaan van de moslims in België, mee moet aanduiden welke moskeeën in aanmerking komen. De executieve raakt maar niet op de sporen door interne ruzies. De moskeeën staan overigens ook argwanend tegenover de executieve. Ze vrezen dat die mee zou kunnen gaan bepalen wat er wel en niet in het vrijdaggebed mag worden gezegd. De Moslimexecutieve zal immers inzage krijgen in het huishoudelijk reglement dat elke moskee moet opstellen.
ULB-onderzoeker Mohammed El Batiui gelooft niet dat de problemen met de verkiezingen van de moslimexecutieve een doorslagje zullen krijgen bij de moskeefabrieken. El Batiui: "De executieve moet de verschillende stromingen binnen de islam, en de verschillende etnische groepen op één lijn krijgen. Dat probleem kennen de moskeeën niet, precies omdat de gelovigen er hun geloof eensgezind beleiden."
Toch is voor El Batiui de ordonnantie van Charles Picqué ook een gemiste kans. "Het is goed dat de moskeeën op gelijke voet worden geplaatst met de andere godsdiensten, maar de grens van tweehonderd gelovigen per moskee staat de diversiteit in de islam in Brussel in de weg. Er zijn veel kleinere moskeeën die een open islam propageren, het zijn moskeeën waar ook bekeerde westerlingen bij aansluiten. Die kleine moskeeën met een open geest vallen in dit model uit de boot. Wat overblijft zijn de grote machtsblokken: de moskeeën volgens de soennitische of sjiitische traditie, gecontroleerd door Saoedi-Arabië en de moskeeën die aanleunen bij de Turkse staat of bij Marokko."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Politiek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni