Robbrecht en Daem

Architect Paul Robbrecht over Beurs en VRT: 'Vertrekken van de mensen'

Michaël Bellon
© Brussel Deze Week
27/01/2016

Architectenbureau Robbrecht & Daem had al een stevige reputatie opgebouwd in andere landen en steden, maar zal na het winnen van de architectuurwedstrijden voor het nieuwe VRT-gebouw en het bierbelevingscentrum in het Beursgebouw plots ook erg aanwezig zijn in onze hoofdstad. Tijd voor een tegenbezoek aan hun mooie atelier in Gent om hun concrete plannen te laten toelichten.

H et architectenkoppel Paul Robbrecht en Hilde Daem, wier zoon Johannes inmiddels ook het team versterkt heeft, vond acht jaar geleden zijn ideale plek net buiten de binnenstad. Zowel het woonhuis als het kantoor met ruime vergaderzalen en ruimte voor de maquettes, zijn gericht op een grote overwelfde binnenplaats. Daarvoor werd een voormalige houtopslagplaats omgetoverd tot een kleine parking, annex fietsenstalling, ontspanningsruimte, arboretum en zwemvijver. Het zonlicht valt gedoseerd binnen. Geothermie sluist aardwarmte naar de binnenruimten. De generositeit, de kwaliteit en de kunstzinnigheid die het geheel uitademt is exemplarisch voor de manier waarop Robbrecht en Daem al zijn ontwerpen aanpakt. “We hebben met dit gebouw veel kunnen uitproberen voor onszelf,” beaamt Paul Robbrecht niet zonder voldoening. “Als een mens veel en hard werkt, dan moet dat op een kwaliteitsvolle manier kunnen. Ik denk dat dat hier lukt.”

Brussel verandert
Om te leven verkiest Robbrecht de rust van de Gentse periferie, maar hij heeft een grote liefde voor Brussel en veel Brusselse vrienden, verzekert hij. Dat begon al in zijn jeugd, toen hij Expo ‘58 herhaalde malen bezocht met zijn ouders. De creatieve explosie op de wereldtentoonstelling heeft er toe bijgedragen dat hij vandaag architect is. Al schuwt Robbrecht en Daem wel het grote gebaar waarmee Expo ‘58 imponeerde. “Van ons Concertgebouw in Brugge kan je misschien zeggen dat het de stad een twintigste-eeuws cultuurhart heeft gegeven. Maar van ons moet je geen gebouw verwachten als een sculptuur waar mensen doorheen worden gejaagd. Wij vertrekken – en eigenlijk is het belachelijk dat een architect dat moet zeggen – van de mensen.”

Met ‘de mensen’ bedoelt Robbrecht in de eerste plaats de gebruikers van zijn ontwerpen. Maar doorheen het gesprek vraagt hij ook herhaaldelijk om de namen te vermelden van mensen die met Robbrecht en Daem hebben samengewerkt, hun gebouwen hebben mogelijk gemaakt, of hebben geïnspireerd. En daar zijn inderdaad heel wat Brusselaars bij. Anne Teresa De Keersmaeker beschouwt Robbrecht als de grootste kunstenaar die hij al ontmoette. Via de Rosas-connectie zorgde Robbrecht en Daem overigens voor de restauratie van café Greenwich, dat hij een levendiger toekomst toewenst. Voor de transformatie van het Filmmuseum tot Cinematek speelde de band van de architecten met Bozar een rol, waar de huidige Vlaamse bouwmeester ad interim Stefan Devoldere destijds tot de architectuurcel behoorde. Robbrecht en Daem werkt momenteel ook samen met de Brusselse Horta-specialiste Barbara Van der Wee aan de realisatie van het nieuwe Bozarcafé dat nog dit jaar moet opengaan.

In Brussel realiseerde Robbrecht en Daem in het verleden ook de galerieën Meert en Vanhaerents. Maar vergeleken met de VRT, het Beursgebouw, en een groot woonproject in de nabije toekomst waarover Robbrecht nu nog niets wil prijsgeven, waren dat toch eerder kleinere punctuele ingrepen. Robbrecht: “Brussel heeft nog een hele weg af te leggen op het vlak van verkeer en openbare ruimte, maar op het vlak van architectuur is er ondertussen toch al heel wat veranderd. Tot in de jaren 1990 heerste het façadisme in het centrum en gingen veel projecten naar heel commerciële bureaus. Ondertussen is eerst in Vlaanderen en nu ook in Brussel het bewustzijn gegroeid dat bouwen in de stad een veel groter potentieel heeft – bij beleidsmensen én bij projectontwikkelaars. De rol van de Vlaamse en de Brusselse bouwmeester (Kristiaan Borret, red.) is daarbij fundamenteel.”

Respect voor stadsweefsel
Beide bouwmeesters begeleiden ook de plannen voor de VRT en het belevingscentrum van de Belgische bierbrouwers in het Beursgebouw. Voor het eerste project werkt Robbrecht en Daem samen met de jonge Gentse Dierendonckblancke Architecten en voor de buitenruimtes met de Brusselse landschapsarchitect Bas Smets. Voor het bierbelevingscentrum ging het dan weer een associatie aan met Brussels architectenbureau Baneton-Garrino.

Uit de maquettes blijkt hoeveel aandacht de architecten besteedden aan de inpassing van het VRT-gebouw in het stedelijk weefsel aan de Reyerslaan. Dat resulteerde in een tweeledig gebouw met een representatief ‘hoofd’, en een groter lichaam dat de kantoren herbergt. Tussen de twee wordt bewust een gedeelde niet volgebouwd om licht en zicht te laten doorstromen. “De doorbraak in ons denkproces kwam er op het moment dat we besloten tot een driehoekig gebouw dat met één punt in het stedelijk weefsel verankerd zit. Dat bruggenhoofd toont het gezicht van de VRT aan de onmiddellijke omgeving, zonder dat het buitenproportioneel groot hoeft te zijn. De lange zijde van het gebouw grenst volledig aan het nieuwe park. Aan die zijde maken we tuinkamers met een wintertuin die het personeel moet toelaten ook tijdens de werkuren voeling te hebben met de buitenruimte. Het is een gebouw zonder voor- of achterkant waar de open ruimte om- en doorheen vloeit. Over de inrichting van die buitenruimte moet nog een onderhandeling plaatsvinden met de andere eigenaars en bouwheren op de site, maar in ons masterplan stelt Bas Smets onder meer voor om de oude topografie van de Roodebeekvallei opnieuw te visualiseren.”

Tijdens het ontwerpen heeft Robbrecht ook teruggedacht aan het Flageygebouw. “Dat was behalve een omroepgebouw ook een publiek cultuurgebouw waar mensen naar concerten kwamen en de studio’s in konden. Daarom willen wij de nieuwsstudio ook in het hoofd van het gebouw plaatsen en nadenken hoe we die verder kunnen ontsluiten. We zijn bijvoorbeeld op bezoek geweest in de nieuwe BBC-studio’s in Glasgow. Dat is een echt theater waarin ook het publiek kan rondlopen.”

De nieuwsvloer zal in ieder geval de verbinding maken tussen hoofd en lichaam van het gebouw. Waar de twee op elkaar aansluiten overkapt de vloer een nieuwe publieke ruimte die als ‘droogloopplek’ voor de parkwandelaars kan functioneren, en waar Robbrecht als muziekliefhebber graag concerten zou zien plaatsvinden: “We hebben daarover in ieder geval al enthousiaste mailtjes gekregen van het Brussels Philharmonic.”

As door Beursgebouw
Het bierbelevingscentum in het Beursgebouw dan. Is dat eigenlijk wel een project dat binnen de interessesfeer van Robbrecht en Daem past? Paul Robbrecht: “Ik heb wel een hekel aan het woord Beer Palace. We zoeken dus nog naar een andere benaming. Maar het Beursgebouw is één van die gebouwen uit de Beaux-Arts-periode die een enorme stedelijke présence hebben. Dat markante punt willen we graag ontsluiten. Ook voor mensen die niet meteen het museum willen bezoeken. Heel de foyer onder die grote koepel moet een nieuwe publieke ruimte worden. Dat interesseert ons. En daarnaast drink ik zelf uiteraard ook graag een trappist en denk ik dat het een goede zaak is dat de brouwers zich om dit gebouw hebben bekommerd.”

In het winnende ontwerp wordt een hoek aan de kant van de Taborastraat opengemaakt om door het gebouw een wandelas te creëren van Grote Markt naar Beursplein. Volgens Robbrecht kan de Commissie voor Monumenten en Landschappen zich in dat stedenbouwkundig idee vinden. Via een trage trap en een aantal ‘aanraakpunten’ zoals een glazen straatbar waarin alle leidingen zichtbaar zouden zijn, komen de bezoekers en voorbijgangers dan in de kruisvormige ruimte waarin opnieuw natuurlijk licht moet vallen, brouwingrediënten als hop en granen vertegenwoordigd zijn in hangende tuinen, en een sculptuur van Valerie Mannaerts voor meerwaarde moet zorgen. “Op de hogere niveaus komt dan het belevingscentrum, uitgevoerd door het Engelse bureau Mather&co. Maar ook daar zorgen we voor zichten naar beneden en veel prikkels die de architectuur zichtbaar maken.”

Over de skybar met de gouden luifel is wel al een scheef woord gevallen. Critici zien in de simulaties van de luifel een wafel – wat op een biermuseum neerkomt op een ongewilde hommage aan het surrealisme. Ook het woord kitsch is al gevallen. Robbrecht reageert licht verwonderd. “Wij zijn niet zo dol op 3D-simulaties en werken met tekenaars en schetsers. Ik zou mij geen zorgen maken. Goud speelt in de kunstgeschiedenis een belangrijke rol. In ons ontwerp zullen messing en goudkleur subtiel aanwezig zijn als een motief doorheen het hele gebouw. Dat heeft ook te maken met de kleur van bier, van de korenaren, en zelfs met het materiaal van de oude beurskorven die we zullen recupereren. Daar voegen we in de skybar en buiten onder de colonnades nog een hele reeks lusters in messing aan toe die voor een zacht licht zullen zorgen.”

Tot slot koestert Robbrecht voor het Beursgebouw nog een opmerkelijke droom. “We hebben ook ideeën geformuleerd om de cultuur van het brouwen te integreren in de bredere context van de Belgische cultuur. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de Bruegel van de landschappen rond Brussel en aan Ensor. Mijn droom is dat we een replica op ware grootte van Ensors Intocht van Christus in Brussel in het gebouw zouden kunnen integreren. Dat doek is vergelijkbaar met het Lam Gods hier in Gent. Die kans moeten we wagen.”

Biermuseum

beer palace

Critici zien in de ontwerpschetsen van de luifel op de skybar van het nieuwe bierbelevingsmuseum in het Beursgebouw een kitscherige wafel. Paul Robbrecht: “Ik zou mij geen zorgen maken. Goud speelt in de kunstgeschiedenis een belangrijke rol. In ons ontwerp zullen messing en goudkleur punctueel aanwezig als een subtiel motief doorheen het hele gebouw. Dat heeft ook te maken met de kleur van bier, van de korenaren, en zelfs met het materiaal van de oude beurskorven die we zullen recupereren.”

VRT

maquette VRT gebouw

Het VRT-gebouw van Robbrecht en Daem en Dierendonckblancke heeft een transparante kiosk als ‘hoofd’, en een ‘lichaam’ van aangename, open kantoorruimtes. Paul Robbrecht: “De doorbraak in ons denkproces kwam er op het moment dat we besloten tot
een driehoekig gebouw, dat met één punt in het stedelijk weefsel verankerd zit. Dat bruggenhoofd toont het gezicht van de VRT aan de onmiddellijke omgeving, zonder dat het buitenproportioneel groot hoeft te zijn. De lange zijde van het gebouw grenst volledig
aan het nieuwe park.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving , Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni